Het Plateforme pour l'Amélioration continue de la Qualité des soins et de la Sécurité des patients (PAQS) viert dit jaar zijn tiende verjaardag. Net als bij de VIKZ is het hoofddoel van het platform het bevorderen van zorgkwaliteit, maar de ontwikkelde middelen verschillen. Denis Herbaux, de directeur van het PAQS, legt uit.
...
Het PAQS is opgericht in 2014. "Het is in de eerste plaats een platform dat op het terrein is opgebouwd, versterkt en in stand wordt gehouden: door federaties, ziekenhuizen, universiteiten, enz. Dit is een belangrijk punt: we zijn organisch ontstaan vanuit de sector, voor de sector", vertelt Denis Herbaux. "De belangrijkste missie van het PAQS is om ziekenhuizen te ondersteunen bij de stappen die ze zetten in de richting van een cultuur van kwaliteit en voortdurende verbetering." De oprichting van het PAQS kwam voort uit een concrete vraag vanuit het werkveld betreffende accreditatie. "Het was heel concreet, heel praktisch: ziekenhuizen waren gestart met accreditatieprocedures en het PAQS is opgericht om hen daarbij te helpen. Vanaf 2017 zijn we gestart met een reeks projecten om de kwaliteit te verbeteren. Het is in het kader van deze projecten dat we gewerkt hebben aan indicatoren voor kwaliteitsmetingen." Sinds 2017 werkt het PAQS aan projecten die zowel betrekking hebben op de gerapporteerde resultaten als de ervaringen van patiënten. "We hebben projecten uitgetest met patiëntgerapporteerde uitkomsten (PROMs). Eerst in 2017 over beroerte en in 2019 in de kraamkliniek. Deze projecten werkten niet goed, vooral omdat de ziekenhuizen nog niet klaar waren om optimaal gebruik te maken van de indicatoren", meent Denis Herbaux. Bij twee andere projecten werd gekeken naar patiëntgerapporteerde ervaringen: het eerste in 2017 voor algemene ervaringen (PREM), het tweede in 2021 voor patiëntgerapporteerde incidenten (PRIM). In het eerste project (PREM) werd patiënten gevraagd om hun ervaring te evalueren met behulp van de Picker Patient Experience (PPE-15), waarbij ze in 15 vragen zeven verschillende dimensies beoordelen (respect voor de voorkeuren van de patiënt, emotionele steun, lichamelijk comfort, betrokkenheid van familie en vrienden, enz.). "Aan het proefproject namen zes ziekenhuizen deel en dat werkte heel goed. Hierdoor leerden we hoe een ziekenhuis of een zorgeenheid die kwaliteitsverbetering zou kunnen aanpakken, wat er in de praktijk toe leidde om concrete acties op poten te zetten." Het tweede project (PRIM) was ook een succes. "We hebben dit project uitgevoerd in samenwerking met de OESO en drie verzekeringsorganisaties. Het doel was om een vragenlijst die op OESO-niveau was ontwikkeld uit te testen. We analyseerden de resultaten en uit de 1.099 bruikbare vragenlijsten bleek dat 15,5% van de patiënten al met een ongewenste complicatie in aanraking kwam. In internationale onderzoeken ligt dit cijfer meestal rond de 10%. Toch kunnen we hier niet uit afleiden dat de situatie in België slechter is dan elders, want verschillende factoren kunnen een vertekend beeld opleveren. Maar de test leverde nuttige informatie op, zowel om via de OESO een globaal beeld te krijgen, als om de lokale of regionale dynamiek te begrijpen en concrete actie te ondernemen." PROMs, PREMs en PRIMs zijn niet de enige hulpmiddelen die gebaseerd zijn op kwaliteitsindicatoren. Projecten voor continue verbetering steunen ook op kwaliteitsindicatoren. "We werken met de ziekenhuizen rond bepaalde thematieken, zoals doorligwonden, valincidenten of infecties. Concreet leggen we een objectief vast voor een bepaalde thematiek, een model voor verbetering en een manier om dit objectief te meten. Samen met de instellingen bestaat ons werk uit het definiëren van de indicatoren, het gebruik ervan te ondersteunen, deze indicatoren te meten in de tijd en ze te interpreteren", vervolgt Denis Herbaux. Het PAQS werkt ook aan de verbetering van de veiligheids- en kwaliteitscultuur binnen de ziekenhuizen. Ook op dit gebied werden er twee projecten opgezet. Het eerste onderzocht de veiligheidscultuur in ziekenhuizen aan de hand van een vragenlijst van het Amerikaanse Agency for Healthcare Research and Quality. In het tweede project werd gekeken naar de cultuur en betrokkenheid van ziekenhuispersoneel, en dit met behulp van de SCORE-vragenlijst (Safety, Communication, Operational Risk, Resilience/Burnout, Engagement), die in 2022 door meer dan 4.000 patiënten werd ingevuld. "In de huidige context van personeelstekorten en bekommernissen over welzijn op het werk was een pilootproject over de specifieke behoeften van de sector interessant. Deze SCORE-vragenlijst maakte het mogelijk om op een meer passende manier het permanent verbeteringsproces te meten, zowel wat betreft de kwaliteits- en veiligheidscultuur als de maturiteit van de instellingen." De laatste tien jaar heeft het PAQS kunnen reflecteren over alle projecten die het heeft uitgevoerd, en de praktijken en tools die voor de sector het meest zinvol bleken kunnen verankeren in een programma. "We hebben een strategie bepaald en nagedacht of onze voorstellen wel overeenstemmen met de behoeftes op de werkvloer. Dit is een heel belangrijk punt, want we zagen een evolutie in de maturiteit van de ziekenhuizen ten aanzien van het gebruik van kwaliteitsindicatoren. In 2014 wilde de zorgsector in Wallonië en Brussel hier nog niets van weten, maar accreditatie en verschillende andere projecten hebben dat veranderd. Vandaag zijn de ziekenhuizen vragende partij voor indicatoren. We halen nog niet het niveau van Vlaanderen, maar we stellen toch een echte verschuiving vast", zegt de directeur van PAQS. Het programma concentreert zich rond drie pijlers: een gemeenschappelijke set van kwaliteitsindicatoren voor regionale overheden (één voor ziekenhuizen en één voor RH-RVT), het meten van de patiëntervaring en de cultuur en het engagement van het personeel. Wat de eerste pijler betreft, vertrekt het PAQS van een rapport uit 2018 aan de regionale autoriteiten. "Het is niet het PAQS dat de set indicatoren heeft gedefinieerd. We hebben een vijftiental experts uit Wallonië en Brussel samengebracht om deze eerste reeks kwaliteitsindicatoren te bepalen. De indicatoren werden omschreven en getest in 2016, met alle Waalse en Brusselse instellingen, en in 2018 dienden we een verslag in bij de autoriteiten." Het objectief is een instrument te hebben om de kwaliteit te monitoren, maar niet om resultaten te publiceren zoals de VIKZ in Vlaanderen. Dit objectief is niet zomaar gekozen, want een besluit van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie (GGC) bepaalt nu de normen waaraan ziekenhuizen moeten voldoen. "In Brussel zullen de ziekenhuizen een set kwaliteitsindicatoren moeten volgen die grotendeels afkomstig zijn uit het verslag van 2018", preciseert Denis Herbaux. "In Wallonië bestaat dit nog niet, maar ook hier wil men via een 'Kwaliteitsbesluit' een soortgelijk beleid voeren om de kwaliteit te verbeteren." Wat betreft het werk rond patiëntervaringen, de tweede pijler, wil het PAQS de jaarlijkse metingen op regionaal en lokaal niveau voortzetten met behulp van PPE-15 en de verschillende ziekenhuizen hierin begeleiden. Voor de verbetering van de kwaliteitscultuur en het engagement tenslotte, de derde pijler, is het doel om van de SCORE-vragenlijst een structurerende maatregel te maken voor verbeteracties in Brussel en Wallonië.