...
Beste minister, het zag er wat pijnlijk uit, hoe huisarts Sofie Lemmens u vorige week tijdens een debat onder tafel praatte. Dr. Lemmens haalde enkele pijnpunten aan die zij in haar job dagelijks tegenkomt. Ze verwoordt de jarenlange opgestapelde frustraties van een gehele beroepsgroep. Veel respect voor deze collega, die haar kalmte kon bewaren, ook al werd ze geregeld door u onderbroken en zette u haar beweringen weg als onjuist. Met een belerend vingertje wees u haar erop dat u wel degelijk dingen aan het veranderen bent. U gaf als voorbeeld de uitrol van het ELP-project en praktijkondersteuning voor de huisarts. De huisarts haalt aan dat dat niet voldoende is, het water staat hen aan de lippen. Zelf ben ik psychiater en wil ik mijn collega bijstaan: het is al jaren een realiteit dat een sessie bij de psycholoog voor veel mensen onbetaalbaar is, terwijl steeds meer mensen er nood aan hebben. Het gevolg is dat deze mensen naar een psychiater gaan, wat op zijn beurt daar een bottleneck creëert. Op dit moment ken ik geen enkele ambulante psychiater die nog plaats heeft voor nieuwe patiënten. Ook de sociale hulpverlening schiet jammerlijk tekort, we beleven één grote maatschappelijke crisis. Ik zou zelfs durven stellen dat psychosociale problemen het gros van de hulpvragen betreft. Als de psycholoog onbetaalbaar is, de psychiater volzet, en zelfs de OCMW's ellenlange wachttijden hebben voor bepaalde diensten, dan komt alles op het bord van de huisarts terecht. Die moet zich ontpoppen tot manusje-van-alles, van ziekte-attestschrijver tot luisterend oor tot crisisbeteugelaar. Bovendien worden inderdaad voor de zotste dingen attesten geëist, die dan nog eens niet op een uniforme, eenvoudige manier kunnen worden afgeleverd. U heeft geen idee van de enorme druk op de eerste lijn, maar ook op de geestelijke gezondheidszorg en sociale sector. Sommige collega's zien geen andere mogelijkheid om hun eigen gezondheid en work-life balans te beschermen dan zich uit het veld terug te trekken, met een immens schuldgevoel - ze weten dat de zorg voor de patiënten op de schouders van hun reeds zwaar overbelaste collega's belandt. Het aantal artsen dat ik ondertussen sprak met symptomen van een burn-out, depressie, hopeloosheid,... is verontrustend. Ik ben bezorgd om het mentale welzijn van deze collega's en de gevolgen daarvan voor de samenleving. Uit een bevraging bleek dat maar liefst een op de vier huisartsen eraan denkt om te stoppen. Reken daarbij de vele huisartsen die pensioengerechtigd zijn, en u weet dat Vlaanderen een gigantisch probleem heeft.Ik kan me niet van de indruk ontdoen dat beleidsmakers dit probleem denken op te lossen met dwingende maatregelen aan het adres van de hulpverleners zelf. Ik verwijs naar het verbod voor gedeconventioneerde artsen op het innen van ereloonsupplementen bij patiënten met een omnio-statuut, alsook een debat over "Lessen uit de coronacrisis" waarin Pedro Facon stelt dat bepaalde specialismen zoveel verdienen dat ze het zich kunnen permitteren "slechts" deeltijds te werken, en "dat we daarover moeten praten". Dat impliceert dat het probleem vooral bij artsen zelf ligt en dat is intriest, omdat vele artsen zonder enig nadenken hun eigen gezondheid en privéleven opofferen om voor anderen te zorgen. Ons vrij beroep wordt steeds meer vastgesnoerd in een door de overheid opgedrongen keurslijf. Ik begrijp dat veel artsen er de brui aan geven. Beste minister, het zou u sieren om effectief te luisteren naar artsen zoals Sofie Lemmens: organiseer desnoods een grootschalige bevraging. Een praktijkondersteuner gaat het probleem van de zinloze attesten niet oplossen, en extra verpleegkundigen inschakelen is enkel haalbaar als u ook dat beroep weer aantrekkelijk gaat maken. Het is mateloos irritant hoe regeringsleiders grootse veranderingen blijven aankondigen die dan door de massieve traagheid van het systeem en draconische regelgeving nooit succesvol geïmplementeerd kunnen worden.