...

Een bliksemfoto van dokter De Rop ontlokte op de redactie van Artsenkrant vooral nieuwsgierigheid. De huisarts onthult met plezier het mysterie: "Mijn interesse voor weerkunde en weerfenomenen heb ik van thuis uit meegekregen. Mijn vader was astrofysicus op het KMI en later de Volkssterrenwacht, mijn ouders waren trouwens goed bevriend met Armand Pien. En van Georges Küster heb ik nog aardrijkskunde gekregen", klinkt het.Voor het andere deel van de hobby, stereofotografie, moeten we terug in de tijd. In de 19de eeuw ontdekten wetenschappers dat het menselijke linkeroog vanuit een net iets andere hoek naar een object kijkt dan het rechteroog. Die informatie wordt door de hersenen omgezet in diepte(zicht). En voegt de dokter toe: "Tot vijftig meter zien we diepte. Ligt het object verder, dan wordt het moeilijk en vlakken onze hersenen dat af. Denk aan de maan: die percipiëren wij als vlak."Toen is men speciale kijkers gaan bouwen, zogenaamde stereoscopen, die de ogen elk naar een ander beeld lieten kijken. Zo creëerde men de illusie van driedimensionaliteit. En die techniek gebruikte men ook in de jaren 60-70 van vorige eeuw in Viewmasters."Een stereofoto geeft met andere woorden niet enkel meer informatie, ze sluit ook dichter aan bij de realiteit zoals je ze beleefd hebt", verduidelijkt Luk De Rop. "Neem een vakantiekiekje van het Alhambra. Een gewone foto zal nooit de details van de mocárabes in het plafond kunnen weergeven zoals je die ervaren hebt, bij een stereofoto lukt dat beter." Ten bewijze: plots klateren de waterdruppels van de fonteinen in de Patio de los Leones bijna hoorbaar over het scherm en de dochter des huizes stapt bijna levensecht door de gaanderijen van Granada's topattractie.Stereofotografie leent zich de facto vooral voor stillevens. Je kan met één toestel vanuit verschillende hoeken hetzelfde fenomeen fotograferen. Maar als tijdens een opname iets beweegt, krijg je een verstoord beeld. Dan heb je twee gelijktijdig werkende fototoestellen nodig - meestal toestellen met twee lenzen op één body, op oogafstand van elkaar. Maar bij hyperstereofotografie staan die lenzen net heel ver uit elkaar.Dokter De Rop vergelijkt zijn hyperstereobeelden van wolken en bliksems met de blik van een reus. "Je ziet niet zoals het menselijke oog door lenzen zes centimeter uit mekaar, maar door lenzen meer dan 50 meter, of in het geval van bliksemfotografie meer dan 130 meter uit elkaar. Het is precisiewerk." Daarmee is de kous niet af: de klokken van beide toestellen moeten gelijk staan, de apparaten zelf moeten mooi op één lijn en onder dezelfde rechte hoek staan (daar is zelfs laserlicht voor nodig) en dan mag geen ander storend element optreden. Een extra dimensie van deze bijzondere hobby: er bestaat géén handleiding voor dat alles. "En je ziet pas achteraf het resultaat van je werk in de kijkkast en met 3D-bril. Ik ben al heel tevreden als het me lukt om per jaar één perfect beeld te maken..." Als we mogen meekijken naar het resultaat in de kijkkast zien we 3D-gewijs plots een extra wolkenlaag voorbijdrijven en krijgt de bliksemschicht extra tentakels. We hebben in het noorden van het Waasland en Zeeuws-Vlaanderen vlakbij gelukkig nog de benodigde ruimte om mijn hobby te kunnen beoefenen, erkent de dokter. "Als je in het veld en in de natuur staat, met hijgende hertjes in de avondgloed, dat geeft toch wel een bijzonder gevoel."Bovendien, en dat geeft evenzeer een extra toets aan wolken- en bliksemfotografie, deze hobby beoefen je bij uitstek in de zomermaanden, als de dagen gaan lengen en het beter weer wordt. Luk De Rop: "Het is een activiteit voor na de werkdag. Ik volg het weer al jaren, dan krijg je vooral ontzag voor het fenomeen en de dynamiek van weer. Ik denk dat we vooral blij moeten zijn met het wisselend weer zoals wij dat hier kennen."