...

Tot 2014 was psychotherapie als onderdeel van de geneeskunde in beginsel voorbehouden aan artsen. Een wet van 4 april 2014 op de uitoefening van de geestelijke gezondheidsberoepen die onder impuls van toenmalig minister Laurette Onkelinx (PS) tot stand kwam, regelde de uitoefening van de psychotherapie als een afzonderlijk gezondheidszorgberoep. Die regeling is nooit in werking getreden omdat voormalig minister van Volks-gezondheid De Block (Open VLD) de psychotherapie eerder als een afzonderlijke behandelingsvorm dan als een beroep wenste te regelen. Dat is gebeurd door een wet van 10 juli 2016. Die behoudt het uitoefenen van de psychotherapie in beginsel voor aan artsen, klinisch psychologen en klinisch orthopedagogen. De wet van 2016 voorziet wel in een overgangsregeling op grond van verworven rechten voor wie reeds voorheen de psychotherapie beoefende of voor studenten in de psychotherapie. Maar niet iedereen kwam in aanmerking voor deze overgangsregeling. Blijkbaar beoefende in ieder Vlaams en Waals dorp wel iemand de psychotherapie op een min of meer gedoogde wijze want bijna 150 verzoekers vroegen aan het Grondwettelijk Hof de schorsing en de vernietiging van de wet van 10 juli 2016 in de mate die de wet voor hen in het geheel niet voorzag in een overgangsregeling. Op 22 december 2016 ging het Grondwettelijk Hof in op het verzoek tot schorsing. Een schorsing is meestal de voorbode voor een vernietiging en op 16 maart 2017 gaf het Hof gunstig gevolg aan hun verzoek. Daarmee legde het Hof de bal nog maar eens in het kamp van de wetgever die ook voor de gedupeerden in een overgangsregeling moest voorzien. Maar daar liep het mis. Volgens minister Vandenbroucke krijgt zijn administratie geregeld vragen over de toepassing van de verworven rechten en de uitoefening van de psychotherapie. Ze ontvangt ook klachten over onwettige uitoefening van de psychotherapie die door de provinciale geneeskundige commissies behandelend worden.De minister liet ook verstaan dat door de Vlaamse provinciale geneeskundige commissies in 2019 en 2020 11 dossiers bezorgd werden aan het parket wegens onwettige uitoefening van de psychotherapie. Aan Waalse en Brusselse zijde werden er vijf dossiers behandeld. Voorts is aan de administratie gevraagd om voorstellen te formuleren, niet enkel om aan de situatie die is ontstaan door het arrest van het Grondwettelijk Hof te remediëren, maar ook ter voorbereiding van een nieuw wettelijk kader voor de uitoefening van de psychotherapie, voortbouwend op het advies van de Federale raad voor geestelijke gezondheidsberoepen uit 2020. Wordt dus ongetwijfeld alweer vervolgd.