...

Bingedrinking haalt de jongste jaren geregeld de headlines. Ook artsen op spoeddiensten krijgen meer en meer te maken met personen (vooral jongeren) die door overmatig alcoholgebruik op korte tijd bewusteloos of zelfs in coma geraken. "Een van de definities in de literatuur duidt bingedrinking als 'een periode van excessief alcoholgebruik (meer dan zes glazen drinken in twee uur tijd) en dat minstens een keer per maand'. Als dat patroon zich zes maanden lang herhaalt, spreekt men over bingedrinking", duidt de Henegouwse onderzoekster het fenomeen. "Voor mijn masterthesis in Louvain- La-Neuve heb ik gewerkt met alcoholverslaafde patiënten ouder dan 40. Uit hun verhalen bleek dat ze zijn beginnen drinken toen ze hun militaire dienst deden of aan de universiteit zaten. Toen ben ik me bewust geworden van het belang van bingedrinking. Omdat er weinig gekend was over de effecten van bingedrinking op de hersenen en hersenactiviteiten en de band met een mogelijk latere alcoholverslaving ben ik me daarin gaan verdiepen", luidt het. Het effect van alcoholconsumptie op de hersenen en op de capaciteit om je gedrag te controleren of problemen op te lossen is intussen meermaals beschreven. "Men heeft lang gedacht dat dit enkel voorkwam bij alcoholverslaafden. Maar ook bij jongeren, die excessief drinken, zie je wel degelijk zulke effecten. Enerzijds tonen studies aan dat de groei en ook het volume van de grijze hersenmassa bij jeugdige drinkers minder is dan bij jongeren die niet drinken. En zones van de hersenen die gelinkt zijn aan controle van het gedrag worden ook bij drinkende jongeren minder geactiveerd." Los van het feit dat bingedrinking zich als een mode manifesteert, wijst mijn gesprekspartner ook op het belang van sociale factoren. "Ik heb destijds ook met jongeren gesproken. (Veel) alcohol drinken werd gezien als onderdeel van het ritueel aan de universiteit: het was toegelaten en gebeurde in een 'veilige' omeving. Toen we proefpersonen rekruteerden, hebben we mensen met een familiegeschiedenis van alcoholverslaving uitgesloten. Gaandeweg heb ik me echter gerealiseerd dat we die groep en genetische factoren die een rol kunnen spelen bij bingedrinking en alcoholverslaving niet uit het oog mogen verliezen. Genetica én vooral de familiale achtergrond bieden in ongeveer de helft van de gevallen mogelijke verklaringen als een jongere later problematisch drankgedrag gaat ontwikkelen. Dat is toch een aanzienlijk deel van de populatie die een risicogroep is en die we als zorgverleners niet mogen vergeten." Sinds anderhalf jaar werkt Séverine Lannoy in de VS, als researcher in multidisciplinaire teams - eerst in Stanford, sinds oktober 2020 aan de Virginia Commonwealth University (VCU) van Richmond in het labo van psychiater Kenneth Kendler, een specialist inzake psychiatric disorders zoals schizofrenie en alcoholisme. Die veelzijdige invalshoeken illustreren de kracht van wetenschappelijk onderzoek in de VS, meent ze. "Ik kan me hier inschrijven in langetermijnstudies waarbij meerdere universiteiten samenwerken, met grote steekproeven en vanuit diverse disciplines. Die projecten worden vaak ook door de National Institute of Health gefinancierd. Dat geldt zeker ook voor mijn onderzoeksonderwerp: ook hier in de States worden urgentiediensten en openbare gezondheidsdiensten geconfronteerd met bingedrinking. Dat toont dat dit echt een actuele problematiek is." Toch blijven tal van vragen rond bingedrinking bestaan. Welke factoren of elementen een rol spelen of ertoe bijdragen dat iemand door veelvuldig alcoholgebruik een afhankelijkheid ontwikkelt, omvat meerdere facetten: hoe zijn de invloed van alcohol op de ontwikkeling van de hersenen van adolescenten en een mogelijke latere verslaving precies gelinkt, welke factoren bepalen dat de ene persoon alcoholverslaafd geraakt en een andere niet? "Bovendien heb ik gemerkt in gesprekken met jongeren dat zij hun drinkgedrag niet als problematisch zagen. ' Dat maakt deel uit van de ervaring', klonk het. Zelfs bingedrinkers die moeten worden gehospitaliseerd, zijn niet altijd geneigd om hun gedrag als problematisch te omschrijven. Dat maakt het als zorgverlener wel extra moeilijk om te ageren." "Toch zou ik graag de verschillende aspecten, risicofactoren en onderzoeksinbreng vanuit de neurologie, psychologie, biologie en genetica samenbrengen teneinde een globaal model te ontwikkelen. En het is belangrijk dat voor de zorgverleners op het terrein uit onze onderzoeken praktisch bruikbare zaken kunnen worden gedistilleerd. Zo hebben we onder meer aangetoond dat alcoholverslaving kan leiden tot zelfmoord. Dat is wel relevant voor mensen in primary care."Er is een groot verschil tussen Stanford en Richmond, Virginia, merkt de onderzoekster op. "In Stanford zat ik in een heel internationale omgeving. Hier zijn mijn collega's en mensen die we ontmoeten veelal Amerikanen. Die onderdompeling in de Amerikaanse cultuur vind ik verrijkend, al moet ik toegeven: sinds mijn aankomst in Virginia heb ik alleen maar van thuis gewerkt en heb ik mijn collega's amper ontmoet. Dat was jammer. Het was de bedoeling dat we vanaf augustus weer naar kantoor zouden kunnen gaan, maar de opmars van de deltavariant steekt stokken in de wielen. Maar VCU heeft beslist om dat nog even uit te stellen. En alle medewerkers van de universiteit moeten zich ook verplicht laten vaccineren." Toen president Biden dit voorjaar opperde dat gevaccineerden niet per se meer een mondmasker hoefden te dragen, "zag je dat veel mensen in Richmond toch nog een mondmasker droegen. Ikzelf was verbaasd om op het platteland mensen te ontmoeten die in de supermarkt geen masker droegen. Vandaag dragen de meeste mensen in openlucht geen mondmasker meer en ook indoors zie je nog weinig mensen met mondmaskers." En hoe ziet ze haar eigen toekomst: ligt die in de VS? "De context waarin ik hier onderzoek kan doen, is heel aangenaam en boeiend. Maar anderzijds blijft België mijn moederland. We zijn pas dit voorjaar een eerste keer sinds de pandemie terug naar België kunnen gaan. Het terugzien van familie en vrienden na zo lange tijd heeft deugd gedaan. Het zou beslist fijn zijn om mijn onderzoek in België verder te zetten, maar een concreet project heeft zich vooralsnog niet aangediend."