...

De coronacrisis heeft voor mij, oudere collega met 44 jaar praktijk, de meest bizarre, onzekere periode in mijn medisch handelen en besluitvorming ingeluid. Voordien stond alles al ergens beschreven in tijdschriften en colloquia; bij twijfel konden we te rade in die boeken of bij collega's. Nu is er dat virus dat ons voorbij raast in de besluitvorming, in regels en aanbevelingen die dag na dag wisselen omdat strategie en behandeling nog niet gekend zijn en we ons voorlopig enkel defensief kunnen opstellen, dus ons enkel achteraf moeten bijsturen. Hierdoor moeten er maatregelen genomen worden die wisselen in gestrengheid, van land tot land, van regio tot regio, van beleidsmaker tot beleidsmaker, soms van viroloog tot viroloog.Dit alles geeft verwarring bij de bevolking, maar ook bij ons artsen en alle mensen in de zorg: er ontstaan verschillende strategieën, niet enkel tussen Vlaanderen en Wallonië, maar ook onder artsen werkzaam in dezelfde gemeente en dezelfde regio.Anderzijds is deze coronacrisis ook een periode waarin ik zeer aangenaam verrast werd door positieve inzet, collegialiteit en solidariteit van vooral jonge artsen (meeste onder de 40) op de triage in Oudenaarde. Hierdoor kwam ik tot de volgende bedenking: zou het nadeel van de coronacrisis ook geen voordeel kunnen inluiden van kentering en rustige bezinning over de organisatie en de kost van de gezondheidszorg?