...

De gevolgen van een baarmoederfibroom kunnen zeer uiteenlopend zijn: geen symptomen, overvloedige en/of pijnlijke menstruatie, anemie, onvruchtbaarheid,... De behandeling kan gaan van gewone pijnstillers tot een min of meer totale hysterectomie. Progestagenen en antifibrinolytica kunnen de frequentie en de ernst van de bloedingen verminderen, maar hebben geen invloed op de grootte en de groei van het fibroom. Daarvoor zou je meer stroomopwaarts moeten inwerken, op de hypothalamus, bijvoorbeeld met GnRH-antagonisten (GnRH = Gonadotropin Releasing Hormone): ze remmen de secretie van FSH en LH, waardoor de oestrogeenspiegels dalen. GnRH-antagonisten veroorzaken echter menopauzale symptomen. Daarom moet je die behandeling combineren met een ABT (add-back therapy, namelijk een combinatie van een oestrogeen en een progestageen). Linzagolix, een nieuwe orale reversibele GnRH-antagonist, is recentelijk in Europa en het Verenigd Koninkrijk goedgekeurd om matig ernstige tot ernstige symptomen te behandelen bij volwassen vrouwen van vruchtbare leeftijd met een fibroom. In de studies PRIMROSE 1 en 2 zijn gunstige resultaten geboekt met linzagolix: bijna halvering van het volume van het fibroom na 24 weken. Linzagolix heeft een halfwaardetijd van 15 uur en wordt toegediend in een dosering van 100 of 200 mg 1 x/d. Voedsel heeft geen invloed op de absorptie ervan. Nog een belangrijk punt: de dosering van 100 mg mag gedurende lange tijd (> 6 maanden) worden voorgeschreven zonder ABT. Er bestaat nog geen specifieke behandeling voor endometriose, maar ook in dat domein boeken vorsers vooruitgang. Linzagolix is doeltreffend gebleken in de EDELWEISS-3-studie die prof. Jacques Donnez (UCL) heeft gepresenteerd op het recente ISGE-congres. In die gerandomiseerde placebogecontroleerde fase III-studie werd linzagolix in een dosering van 75 of 200 mg voorgeschreven voor de behandeling van de pijn als gevolg van endometriose. De interventiefase heeft een jaar geduurd, gevolgd door een follow-up van zes maanden zonder behandeling. De studie is uitgevoerd bij 484 patiënten met een duidelijk bewezen endometriose sinds minstens tien jaar bij wie de laatste twee maanden voor inclusie in de studie geen resectie was uitgevoerd. De dosering van 200 mg werd gecombineerd met een ABT in lage dosering. Na drie maanden had linzagolix een significant beter effect op de niet-menstruele bekkenpijn en de dysmenorroe dan de placebo. Het percentage patiënten waarbij de dysmenorroe goed was verminderd, bedroeg 23,5% in de placebogroep, 44,0% in de 'linzagolix 75 mg'-groep en 72,9% in de 'linzagolix 200 mg + ABT'-groep (p < 0,001). Het percentage patiënten waarbij de niet-menstruele bekkenpijn sterk was verminderd, bedroeg respectievelijk 30,9%, 38,9% en 47,3%. De dosering van 75 mg had geen statistisch significant effect op de dysmenorroe (p = 0,279), de dosering van 200 mg wel (p = 0,007). Na zes maanden waren de responspercentages nog gestegen en waren alle verschillen statistisch significant. Zal linzagolix de praktijkvoering bij veel patiënten met een symptomatisch fibroom of met endometriose veranderen? Interview met professor Jacques Donnez (UCL), die daar meerdere artikels over heeft geschreven (1,2). Het is bewezen dat linzagolix doeltreffend is bij een baarmoederfibroom en bij endometriose. Heeft men ook de invloed op de levenskwaliteit en het werkverlet (frequent bij beide aandoeningen) gemeten? Jacques Donnez: Zeer zeker. In de EDELWEISS-3-studie bijvoorbeeld ging een van de vragen van de EHP-30-vragenlijst (Endometriosis Health Profile) over werkverlet. Linzagolix verminderde niet alleen de pijn en de hoeveelheid bloedverlies bij de menstruatie, maar ook het werkverlet. Een ABT wordt aanbevolen bij vrouwen die linzagolix 200 mg innemen om de mogelijke effecten van de menopauze die linzagolix veroorzaakt, tegen te gaan. Sommige patiënten hebben zo'n ABT geweigerd. Waarom waren ze daar zo tegen? Meestal ging het om vrouwen vooraan in de veertig die al heel wat hormoontherapieën hadden gekregen. Je kan dat wat vergelijken met wat we zien inzake orale contraceptie: een zekere terughoudendheid, die we helaas ook zien in de jongste generaties. De vrouwen zijn vooral bang voor de woorden oestrogeen en progesteron. Zullen de richtlijnen voor de behandeling van fibroom (en endometriose) veranderen? Ik denk van wel. Linzagolix is een nieuw, doeltreffend oraal geneesmiddel. Als het wordt terugbetaald, zullen veel gynaecologen dat voorschrijven aan patiënten van 43 tot 45 jaar om een hysterectomie en dus een heelkundige ingreep, die hun vruchtbaarheid uitschakelt, te vermijden. Alleen al in de Verenigde Staten worden jaarlijks circa 600.000 hysterectomieën uitgevoerd, grotendeels wegens een fibroom of endometriose. Zouden we in de toekomst kunnen beschikken over een pil met linzagolix 200 mg + de ABT die in de studies PRIMROSE en EDELWEISS-3 is gebruikt? Ik denk dat linzagolix alleen beter is, omdat je dan zelf de ABT kunt kiezen. Je zou bijvoorbeeld ook tibolon of oestrogenen in een zeer lage dosering kunnen voorschrijven. Die flexibiliteit is goed. Zou linzagolix ook een effect hebben bij adenomyose? Dat zou weleens kunnen. Dat moeten we zeker nakijken.