...

Hij promoveerde in Leiden tot arts, maar werkte de laatste decennia van zijn leven vooral in Friesland en Groningen. In die laatste stad werd hij professor geneeskunde en zelfs rector van de jonge universiteit. "Groningen zit vol Vlaamse artsen", opperde een oud krantenartikel. Intrigerend, maar weinigen beseffen dat ze in de voetsporen treden van Nicolaus Mulerius, zijn verlatijnste naam, die hier een van de eerste rectoren van de universiteit was. Groningen heeft de derde oudste universiteit van Nederland, klinkt het niet zonder trots. Maar hoe belandde deze arts in Noord-Nederland?Vader Des Muliers uit Rijsel was eerst met zijn gezin naar Brugge verhuisd. Daar is Nicolaus in 1564 geboren. De Inquisitie spaarde de familie niet: zijn moeder en een aantal kinderen stierven de marteldood - waarop de vader en Nicolaus naar Leiden vluchtten. Daar studeerde de jongeling in 1589 af als arts. Nadien werkte Mulerius in Harlingen, het ommeland van Groningen, Leeuwarden, en wederom Groningen. Bij de stichting van de universiteit wou zijn vriend Ubbo Emmius hem graag als mede-professor. Mulerius doceerde de leerstoelen geneeskunde en wiskunde, inclusief ook de sterrenkunde, zijn grote passie. In Groningen verschenen meerdere almanakken van zijn hand, leerboeken over sterrenkunde en ook een heruitgave van het werk van Copernicus, voorzien en aangevuld met nieuwe inzichten: Astronomia instaurata (in 1617). Dat jaar werd Mulerius voor het eerst ook rector. In de Senaatskamer van het Academiegebouw hangt een portret van de Vlaming. Vandaag is professor genetica Cisca Wijmenga hier de eerste vrouwelijke rector magnificus. Behoudens in het Academiegebouw vind je in het Groningse straatbeeld weinig tastbare sporen van professor- dokter Mulerius. Enkel het zeilschip van een studentenvereniging brengt onze protagonist in herinnering (ligt aan de Sluiskade). Mijn erudiete gids Titus Akkermans voegt daar nog twee locaties aan toe: Mulerius bezat een woonhuis op de Grote Markt (nummer 49), zijn zoon Petrus woonde in de buurt van de Aa-kerk.Een reden waarom Mulerius afwezig blijkt in Groningen kent ook mijn gids niet. Dus zoeken we in de literatuur naar extra aanknopingspunten. Zo blijkt dat hij naast zijn professoraat een drukke privépraktijk had. Mulerius had een goede faam als arts, luidt het. Ook de lokale overheid en stadhouder Willem Leopold raadpleegden hem, onder meer om kandidaat-chirurgijnen te beoordelen of sanitaire regels op te stellen als de pest de stad weer eens teisterde. En net als zijn zoon had hij thuis een botanische tuin.Mulerius' biografie leert dat hij tevens bestuurder was bij de Groningse kamer van de West-Indische Compagnie. In het straatbeeld duikt dat WIC-verleden ook op: in het Feithhuis tegenover de Martinikerk woonde Hendrik Trip, op de Ossenmarkt liet een andere bewindvoerder een statig woonhuis optrekken. Voor wie op stap gaat in de gezellige binnenstad: verloren lopen in Groningen is onmogelijk, dixit Titus. "De binnenstad is helemaal omringd door grachten, van de ene naar de andere kant van de stad is het 800 meter." We laten ons meedrijven, struinend door levendige winkelstraten en langs uitnodigende terrasjes en kroegen. Daar zorgen studenten en jongeren voor een uitgelaten ambiance. Door hun aanwezigheid heeft Groningen de jongste bevolking van Nederland, leer ik. De binnenstad biedt ook rustpunten. Groningen telt meer dan 30 hofjes, met een mix van jonge en oudere bewoners, en die zijn oases van rust. Of wandel langs de groene gordel naar het Groninger Museum, met zijn veelkleurige volumes en postmodernistische toetsen sowieso een must-see. Nog een publiekstrekker is het Forum, met een bibliotheek, cinema en museum. Vanop het buitenterras laten we onze blik glijden over Mulerius' stad. Ten oosten van de grachtengordel doemt de UMCG-ziekenhuiscampus op. Maar daar hoeft u tijdens uw ontdekkingsweekendje Groningen niet per se naartoe...