Drie kwart van de dodelijke voetgangersongevallen in 2021 gebeurde binnen de bebouwde kom. Dat is een forse stijging tegenover de voorgaande jaren. De 'Coalitie van 30' pleit daarom voor meer zones 30 binnen de bebouwde kom.
...
Volgens voorlopige cijfers van de Federale Politie vielen er in Vlaanderen in 2021 291 verkeersdoden, waaronder 43 voetgangers en 72 fietsers. Van de dodelijke ongevallen met voetgangers gebeurde 74% binnen de bebouwde kom, terwijl dan in 2019 slechts 52% was. De meerderheid van de dodelijke fietsongevallen gebeurt daarentegen buiten de bebouwde kom. Het verschil is onder meer te verklaren door het feit dat fietsers zich vaker buiten de bebouwde kom verplaatsen dan voetgangers. Een maatregel die de veiligheid van voetgangers (en andere weggebruikers) ten goede komt is de verlaging van de maximumsnelheid tot 30 km/u. In Vlaanderen kunnen wegbeheerders en lokale bestuurders het snelheidsregime in de bebouwde kom bepalen in functie van de veiligheid van de actieve weggebruiker. De 'Coalitie van 30', een initiatief van de stad Leuven, de Vlaamse Stichting Verkeerskunde (VSV), de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) en Fietsberaad Vlaanderen, roept op om de zone 30 binnen de bebouwde kom breder uit te rollen. Een tiental steden en gemeenten heeft zich al bij de coalitie aangesloten. Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voerde in januari 2021 een algemene zone 30 in, behalve op grote invalswegen. Dat zorgde voor een forse daling van het aantal doden en zwaargewonden op de Brusselse wegen - niet alleen in tegenover het coronajaar 2020, maar ook tegenover voorgaande jaren. De snelheidsbeperkingen in Brussel worden over het algemeen goed nageleefd. In 2020 reed 10,4% van de voertuigen te snel op straten waar de snelheid beperkt is tot 30 km/u. In 2021 was dat nog 8%, hoewel op veel meer straten een snelheidsbeperking van 30 km/u geldt. In tegenstelling tot wat veel automobilisten geloven, heeft een lagere gemiddelde snelheid in een stedelijke omgeving geen betekenisvolle gevolgen voor de reistijden. Deze bleven op elke gemeten route min of meer stabiel, blijkt uit metingen van Brussel Mobiliteit.