...

Olivia Cools is maar pas aan het einde van haar beroepsopleiding. In de MLA-cursus van de Interuniversitaire Permanente Vorming Management en Beleid Gezondheidszorg (*) was ze de enige dertiger - de jongste van de klas. "De speciale vermelding van de jury voor mijn poster (zie hiernaast) kreeg ik, zo vermoed ik, omdat ik gedurfd heb de problemen binnen de geestelijke gezondheidszorg zo openlijk aan te kaarten."Als beginnende psychiater kreeg dokter Cools van het ziekenhuis Karus de kans om een verbetertraject uit te werken voor de afdeling transitiepsychiatrie. Dat is de afdeling waar ze nu haar opleiding als psychiater afrondt. Vanaf volgend jaar werkt ze als staflid voor Karus.Karus is zelf volop in transitie - het is de naam waaronder het Psychiatrisch Centrum Caritas in Melle en het Psychiatrisch Ziekenhuis Sint-Camillus in Sint-Denijs-Westrem na een recente fusie samen verder gaan. En het fusieproject versterkt de ambitie. Karus, dat ook samenwerkt met UZ Gent, wil "toonaangevend zijn in de geestelijke gezondheidszorg". En dat houdt in dat je de kwaliteit van de zorg in alle afdelingen op systematische wijze toetst.Het verbetertraject (de poster) was voor dokter Cools - die doctoreerde en nu ook haar managementcapaciteiten wil aanscherpen - de ideale oefening bij de MLA-cursus. Die opleiding bood haar ook de tools aan om dat project uit te werken: hoe functioneert het team? Hoe meet je bijvoorbeeld de patiëntentevredenheid? Hoe analyseer je de patient flow?De afdeling transitiepsychiatrie richt zich op patiënten tussen 17 en 23 jaar. Karus heeft afdelingen die zich richten op de verschillende leeftijdsgroepen: van kinderpsychiatrie tot ouderen met psychische problemen.De exploratiefase van haar verbeterplan heeft dr. Cools nu tevens afgerond; die biedt de basis om op voort te bouwen. Een basisconclusie bij die analyse is onder meer dat men binnen de psychiatrie te weinig de resultaten meet. "Andere artsen doen bloedtests of beeldvorming en volgen de evolutie van de patiënt aan de hand van bepaalde waarden, maar binnen de psychiatrie is er voor dergelijke werkwijze weinig evidence.""Toch moet je routinematig bijvoorbeeld wel de stemming van je patiënt meten aan de hand van een vragenlijst, om te zien of je wel goed bezig bent. Oudere therapeuten gebruiken hun ervaring als kompas, maar dat houdt ook valkuilen in en het risico van bias. Je moet de wetenschap meer in de dagelijkse werking van de psychiatrie laten doorsijpelen.""Je moet daarnaast de tevredenheid van je patiënten durven te meten. Dat kon tot nu toe niet adequaat genoeg, maar het Vlaams Patiëntenplatform ontwikkelde met de KU Leuven een nieuwe, gevalideerde vragenlijst voor de geestelijke gezondheidszorg."Bij de patient flow is bijvoorbeeld de 'voor-zorg' een aandachtspunt. Om de wachtlijsten op te lossen is extra financiering nodig, maar daarop kunnen we niet wachten. "Je kunt een beroep doen op dagtherapie of mobiele (crisis) teamwerking, inzetten op samenwerking met de eerste en tweede lijnszorg..." Ook voor een goede nazorg is dringend een aangepaste financiering nodig om ambulante psychologische hulp toegankelijker te maken. "Je kunt de overgang van residentiële zorg naar thuis ook minder bruusk maken door geleidelijkere overgang van de vertrouwde residentiële locatie, via dagtherapie en terugkommomenten op dezelfde afdeling, naar de thuiscontext. Dat vergroot de kans op een duurzaam herstel en biedt mogelijkheden om de omgeving te betrekken bij dit herstelproces."Omdat in de psychiatrie er toch altijd veel grijze zones zullen blijven bestaan, blijft de kernopgave dat je het hele team steeds mee hebt in het traject. Om psychiatrische patiënten te kunnen helpen moet je een hecht team vormen met grote draagkracht. Bij de analyse van de teamwerking baseerde Olivia Cools zich op het werk van Patrick Lencioni, Five dysfunctions of a team. "De leden van het team moeten voldoende vertrouwen hebben in elkaar om zich kwetsbaar te durven opstellen. Ze moeten een conflict durven aan te gaan - punten open op tafel kunnen leggen." Constructieve kritiek op elkaar moet mogelijk zijn en mensen moeten daar ook niet bang voor zijn.In het najaar start de afdeling transitiepsychiatrie van Karus de voorbereidingsfase van het verbeterplan. "Dat moet bottom-up gebeuren in verschillende multidisciplinaire teams die zich over de verschillende thema's buigen." De implementatie volgt het standaardproces van change management, waar het vooral op aankomt om de juiste focus te leggen - je moet niet alles tegelijk willen veranderen. De evaluatiefase komt dan weer uit op een van de kernvaststellingen - dat je uitkomsten moet meten en aan de hand van de metingen moet kunnen bepalen welke weg je moet volgen."Op patiëntenniveau moet je meten of je goed bezig bent, maar ook op het niveau van de hele afdeling. Je moet durven een zorgmodule die je hanteert tegen het licht te houden, als ze niet de uitkomsten oplevert die je mag verwachten."