...

In de 'open brief' (verschenen in Artsenkrant van 7 september en op artsenkrant.com) noemt dr. Marc Amant, die schrijft namens de dagelijkse besturen van Huisartsenkring Aalst en Huisartsenwachtpost Regio Aalst, het "dogmatisch opleggen van het samengaan van minstens drie wachtposten voor een bevolking van minimum 300.000 inwoners in functionele samenwerkingsverbanden een one-size-fits-all-oplossing", die eerder aanvoelt als een "omgewrongen arm, dan als een betere ondersteuning van de eerstelijnszorg". Zijn verzuchtingen deden minister van Volksgezondheid en Sociale Zaken Frank Vandenbroucke in de pen kruipen. In een drie pagina's tellend antwoord verwijst de Vooruit-minister naar het ontwerp-KB dat in juli jl. groen licht kreeg van het Verzekeringscomité en de Nationale Commissie Artsen-Ziekenfondsen. Dat ontwerp-KB legt de financieringsregels vast voor de functionele samenwerkingsverbanden vanaf 1 januari 2025. Vandenbroucke gaat onder meer in op de investeringen voor de wachtposten, de budgettaire autonomie en het organisatiemodel van de samenwerkingsverbanden. Eerst wil Vandenbroucke geruststellen dat er "geenszins" sprake is van een besparingsverhaal. Waar het budget voor de wachtposten vandaag 48,5 miljoen euro bedraagt, loopt dit op tot 70,5 à 71,8 miljoen euro, "op kruissnelheid" tegen 2025. Een cijfer dat in juli al in de algemene pers was opgedoken. De minister licht ook toe hoe die budgetten kunnen worden besteed. Zo krijgen de functionele samenwerkingsverbanden voor verschillende budgetrubrieken een enveloppefinanciering, en zijn budgetverschuivingen tussen de rubrieken mogelijk. Deze "toegenomen budgettaire autonomie" en "soepelheid in het beheer van de budgetten" moet er volgens Vandenbroucke onder meer voor zorgen dat de administratieve overlast vermindert en dat er beter ingespeeld kan worden op de lokale zorgnoden. Nieuw(er) is de informatie die Vandenbroucke aanreikt over het organisatiemodel van de samenwerkingsverbanden, en de keuze die hij daarbij laat aan de huisartsen. Ofwel blijven alle wachtposten open in de diepe nacht, dan wel zet men meer in op huisbezoeken. In het eerste scenario krijgen de wachtposten in de samenwerkingsverbanden "iets" minder wagens met chauffeur ter beschikking. In het tweede behouden ze het huidig aantal wagens met chauffeur. Het aantal wachtposten dat open kan blijven met financiering zal dan iets lager liggen, rekening houdend met de geografische oppervlakte en de bevolking, zo preciseert de minister. Voorts zal geen enkele wachtpost verplicht worden te sluiten, en belooft Vandenbroucke dat alle wachtposten kunnen rekenen op de nodige financiering voor onthaalmedewerkers. Alle wachtposten "kunnen, maar moeten niet" instappen in de weekwachten. De financiering zal in dit geval op dezelfde manier geregeld worden als de financiering van de weekendwachten. Tot slot gaat de minister ook in op de toekomst van het triagesysteem 1733. In zijn open brief kaart dokter Marc Amant aan dat het vergroten van wachtgebieden langere aanrijtijden tot gevolg heeft "waarbij patiënten twee of drie spoedopnames moeten passeren voor ze aan de wachtpost arriveren". "Dat laatste", zo gaat hij verder, "zal zelden gebeuren. Daarvoor is een goed triagesysteem nodig, met bindend advies... 1733 staat echter al ongeveer even lang in de steigers als het justitiepaleis van Brussel". Vandenbroucke sust dat "ondertussen alles in het werk [wordt] gesteld om de uitrol van het 1733 over alle wachtposten van het land te realiseren". De nodige budgetten zijn hiervoor vrijgemaakt, zo belooft het Vooruit-kopstuk, en hij staat in "nauw overleg" met minister van Binnenlandse Zaken Annelies Verlinden (CD&V) om zo snel mogelijk operatoren aan te werven en op te leiden. Concreet is het de ambitie om alle wachtposten ten laatste tegen eind 2024 de mogelijkheid te bieden om in te stappen in 1733, aldus de minister. Tegelijkertijd worden in overleg met de artsen de richtlijnen herbekeken waarop de 1733-operatoren zich baseren om door te verwijzen. Bijvoorbeeld bij urgentieniveau zeven krijgt de patiënt de boodschap dat hij binnen twaalf uur een huisarts moet zien; in deze context wordt momenteel bekeken hoe enerzijds de zorggarantie en anderzijds het functioneren van een wachtpost op elkaar kunnen worden afgestemd. Afsluiten doet de minister met nog mee te geven dat binnen de medicomut een reflectie is opgestart over de wachtvergoeding van de huisartsen.