...

De immuunsuppressie kwam voor het eerst aan het licht doordat kinderen na een mazeleninfectie een negatieve reactie op tuberculine gingen vertonen terwijl die voordien positief was. Bovendien vindt men tot vijf jaar na een mazelenepidemie een verhoogde ziektelast en sterfte in de betrokken populatie. Het vermoeden rees dat een aantasting van het immuunsysteem daar de hand in had. Geschat wordt dat in het tijdperk voor de vaccinatie zowat 50% van de kindersterfte door infectieziekten te wijten was aan mazelen, terwijl het merendeel niet rechtstreeks door de mazeleninfectie werd uitgelokt.Onderzoekers hebben nu bloedstalen onderzocht van Nederlandse kinderen die mazelen hadden gekregen. De kinderen waren geïnfecteerd omdat ze leefden binnen een gemeenschap die weigerachtig staat tegenover vaccinatie. De bloedstalen werden afgenomen vóór de infectie, en twee maanden daarna.De onderzoekers toonden aan dat het spectrum van epitopen (of immunogene determinanten) waartegen er antilichamen in het bloed aanwezig waren, aanzienlijk slonk na de infectie met mazelen. De kinderen verloren 11% tot 73% van hun repertoire. Bij kinderen van dezelfde leeftijd zonder mazelen, en al dan niet gevaccineerd, was dat zowat 10% in dezelfde of over een langere tijdspanne. Het verlies in de groep met mazelen was des te sterker naarmate de infectie ernstiger verliep. Daarnaast bleken de antilichaamtiters lager te zijn.De onderzoekers konden deze gegevens reproduceren bij resusapen, die met mazelen geïnfecteerd werden. De dieren verloren daarbij 40% tot 60% van hun repertoire. Het verlies bleef minstens vijf maanden bestaan.Veranderingen in de circulerende antilichamen weerspiegelen wat er gebeurt met het immuungeheugen. Het mazelenvirus infecteert de B- en T-geheugencellen, alsook de plasmacellen, omdat deze cellen een forse expressie vertonen voor een receptor van het virus. Daardoor treedt een tijdelijke verzwakking van het immuunsysteem op. Het immuunsysteem herstelt zich twee tot vier weken nadat het virus uit het lichaam verdwenen is. Maar de vernietiging van de geheugencellen brengt het immuungeheugen blijvende schade toe. Een nieuw contact met de betrokken kiemen is nodig om het geheugen te herstellen.Tegelijk met deze publicatie in Science werd een tweede artikel gepubliceerd in Science Immunology, dat rechtstreeks naar de bron van de antilichamen keek, met name de B-cellen. In lijn met wat bleek uit de analyse van de antilichamen vonden de auteurs van het tweede artikel na infectie met mazelen een afgenomen diversiteit van de B-geheugencellen. Nog verontrustender is dat ook de diversiteit van de naïeve B-lymfocyten in het beenmerg afnam. Met andere woorden, de immuunrespons op nieuwe pathogenen wordt moeilijker. "Dat celrepertoire blijft achter in een onrijpe status, zoals bij een embryo", commentarieert hoofdauteur Velislava Petrova in een interview met Science.Om al dat onheil te vermijden, zit er dus maar één ding op, zeggen de onderzoekers verder: vaccineren. Met het oog op de pas gepubliceerde resultaten beschermt het vaccin niet alleen tegen de infectie met mazelen zelf, maar ook tegen andere infectieziekten. De publicaties komen er net nu het aantal gevallen van mazelen wereldwijd snel toeneemt, als gevolg van misleidende informatie over de veiligheid van vaccinatie.