...

Afhankelijk van de studierichting, maakten de kandidaten ongeveer één kans op drie of één kans op vier om geselecteerd te worden", zo bericht de Académie de recherche et d'enseignement supérieur (Ares).Van de 3.906 buitenlandse studenten die komend academiejaar graag een (para)medische opleiding willen aanvatten in het Franstalige hoger onderwijs, werden er afgelopen maandag 1.152 uitgeloot. Volgens Ares, dat mee instaat voor de organisatie van het hoger onderwijs in de Franse Gemeenschap, is de vrije toegang tot deze onderwijsinstellingen een belangrijke verklaring voor de grote aantrekkingskracht ervan bij buitenlandse studenten. "Zo studeren er momenteel zo'n 40.000 buitenlandse studenten (één student op vijf) in Franstalig België, waarvan de helft afkomstig is van Frankrijk."Voor de opleidingen geneeskunde, tandheelkunde, diergeneeskunde, kinesitherapie, logopedie en audiologie gelden quota; een maximum van 30% buitenlandse studenten mag er aan deze richtingen beginnen (20% voor diergeneeskunde)."Van zodra de aanvragen het desbetreffende quotum overschrijden, wordt een loting georganiseerd", legt organisator Ares uit. "Dit jaar vond de loting plaats op 26 augustus door middel van een anonieme procedure onder supervisie van een gerechtsdeurwaarder. Rekening houdend met de vastgestelde quota, zijn voor het academiejaar 2019-2020 in totaal 1.152 kandidaturen weerhouden."Naargelang de studierichting maakten de internationale studenten meer of minder kans om uitgeloot te worden. Bijvoorbeeld, een kandidaat voor de studie kinesitherapie, maakte dit jaar 37% kans om weerhouden te worden. Wie voor diergeneeskunde ging, maakte slechts 24% kans.De Franse Gemeenschap voerde de quota in 2006 in om te vermijden dat de richtingen te verzadigd zouden geraken alsook dat de kwaliteit van het onder wijs zou dalen. Een bijkomende reden is de risico's te verminderen op tekorten in zorgaanbod.Julien Nicaise, bestuurder van ARES, noemt het een opportuniteit om zoveel internationale jongeren in het Franstalige onderwijs te mogen verwelkomen. "Desalniettemin", zo wijst hij erop, "brengt een dergelijke aantrekkingskracht ook kosten met zich mee. We moeten immers meer mensen opleiden binnen een bepaald werkingsbudget en bepaalde infrastructuur, die niet mee evolueren."