Met Chamber Orchestra of Europe en London Philharmonic Orchestra zijn deze week meteen twee Londense toporkesten in ons land te horen.
...
Chamber Orchestra of Europe werd in 1981 door een groep jonge muzikanten uit het Jeugdorkest van de Europese Unie opgericht. Vandaag bestaat de groep uit een 60-tal leden die een parallelle carrière als kamermusicus, docent of orkestmuzikant hebben. Ze werken met verschillende dirigenten samen.In de beginjaren waren Claudio Abbado en Nikolaus Harnoncourt, ondertussen allebei overleden, graag geziene gasten en muzikale inspiratoren. En ook nu worden diverse muzikale grootheden aangetrokken om met het orkest samen te werken. Deze keer is het Antonio Pappano, in een vorig leven nog muziekdirecteur van de Munt in Brussel, die de groep op sleeptouw mag nemen en een internationale tournee met hen onderneemt. Op 3 december spelen ze ook in de Koningin Elisabethzaal in Antwerpen. Pappano gaat voor zijn vierde samenwerking met dit orkest aan de slag met muziek van Ravel, Kodály en Dvo?ák. De uitstekende Nederlandse violiste Janine Jansen vertolkt in dat programma het eerste vioolconcerto van Sergei Prokofiev. Op 6 december steekt het London Philharmonic Orchestra het Kanaal over om in de Henry Leboeufzaal van het Paleis voor Schone Kunsten in Brussel een concert te spelen. Dit Londense orkest viert zijn 90-jarige bestaan en resideert in de Royal Festival Hall in Southbank Centre. Hun chefdirigent is Edward Gardner, maar ze komen naar Brussel met Vladimir Jurowsky. Hij werd na 14 jaar chefdirigent te zijn geweest, vorig jaar eredirigent van het London Philharmonic Orchestra. In Brussel staat de negende symfonie van Gustav Mahler uit 1910 op het programma. Net als Beethoven, Dvo?ák en Bruckner zou ook Mahler in zijn componerende leven niet verder geraken dan negen voltooide symfonieën. In dit werk laat hij de vocale weelde uit de achtste symfonie helemaal achterwege en focust hij op een louter instrumentale benadering waarin hij toch zoveel mogelijk aspecten van het leven een plaats wil geven: hevige passie, ironie, humor, melancholie en de dood worden op een sublieme manier met elkaar verweven.Mahler zou de première van het werk in 1912 niet meer meemaken. Hij werkte nog aan een tiende symfonie maar overleed in mei 1911 aan de gevolgen van een hartkwaal. Sommigen zien in deze negende symfonie dan ook Mahlers afscheid van het leven, van zijn kunst en zijn muziek. Mahler noteerde in de partituur "O Jugendzeit! Entschwundene! O Liebe! Verwehte!"De negende is een avondvullende symfonie die het uiterste vraagt van dirigent en musici, en tegelijk het summum en het eindpunt is van een Duits-Oostenrijkse symfonische traditie die voorafgaande decennia al een hoge vlucht nam.