...

Het werd al duidelijk tijdens de eerste golf van covid-19, in de lente van 2020: personen die een infectie met het SARS-CoV-2 hadden doorgemaakt, meldden aanslepende klachten nadat de acute symptomen van de ziekte verdwenen waren. De belangrijkste klacht van deze patiënten is een extreem gevoel van uitputting, dat niet proportioneel is met geleverde inspanningen en niet verdwijnt met rust. Op de tweede plaats komt hersenmist ( brain fog), gekenmerkt door cognitieve stoornissen zoals concentratie- en geheugenstoornissen. Andere frequente klachten zijn pijn op de borst, ademnood, hoofd- en spierpijn, duizeligheid en hartkloppingen. Maar ook digestieve klachten en huidletsels worden gemeld. De ernst van de klachten varieert van het ene moment tot het andere. De meeste prevalentiecijfers betreffen patiënten die met covid-19 gehospitaliseerd werden. Zo wees een follow-upstudie in Wuhan uit dat 76% van de patiënten zes maanden na hospitalisatie nog altijd klachten had. In een Brits bevolkingsonderzoek was er na drie maanden nog altijd één of andere klacht aanwezig bij 38% van de personen die aangaven dat ze covid-19 hadden gehad. Vrouwen waren iets vaker aangetast dan mannen. In juni van dit jaar schatte het Britse nationaal bureau voor statistiek dat 1 miljoen Britten meer dan een maand na de acute covidfase nog steeds klachten hadden. Onder hen waren er 33.000 kinderen. Langdurige covid-19 spaart dus kennelijk geen enkele bevolkingsgroep, maar lijkt het vaakst voor te komen bij de professioneel actieve bevolking. Sociaal kwetsbare middens betalen de hoogste tol. De ernst van de klachten kan worden afgemeten aan de weerslag op het dagelijkse leven. Twee derde van de respondenten aan een (alweer Britse) peiling ondervond moeilijkheden om huishoudelijke taken op te nemen, en voor zichzelf, kinderen en ouderen te zorgen. Veel slachtoffers moeten hun professionele activiteiten staken. Langs verschillende wegen kan langdurige covid-19 het psychische welzijn aantasten. Angst ontstaat door onzekerheid over de prognose, het verlies van grip op het dagelijkse leven en inkomensverlies, maar kan ook het gevolg zijn van ongeloof vanuit de omgeving. Langdurige covid-19 kan te wijten zijn de orgaanschade die wordt veroorzaakt door de acute infectie met het SARS-CoV-2. Na de acute fase hebben patiënten vaak al op korte termijn blijvende problemen met het functioneren van de longen, het hart, de lever, de nieren en de pancreas. In de maanden na de acute fase worden ze vaker in het ziekenhuis opgenomen en hebben een hogere mortaliteit. Toch is bij een aantal personen met langdurige covid-19 geen orgaanschade te bespeuren. Misschien is er in sommige gevallen sprake van vaatletsels of microtrombotische verschijnselen. Die blijven vaak onopgemerkt omdat er in de huidige klinische praktijk niet naar wordt gezocht. Een andere mogelijke verklaring is ontregeling van het immuunsysteem. Bij patiënten met langdurige covid-19 zijn verhoogde cytokinewaarden gemeten acht maanden na de acute infectie. Er wordt zelfs gedacht in de richting van reservoirs waarin het virus zich na de eigenlijke infectie zou verschuilen. Zes maanden na de infectie hebben onderzoekers het nucleocapside-eiwit van het SARS-CoV-2 gevonden in diverse weefsels, zoals de darm, de lever en de galblaas. Meer duidelijkheid hierover kan men verkrijgen door patiënten met langdurige covid-19 zorgvuldig te volgen nadat ze gevaccineerd werden. Er bestaat immers casuïstiek rond een plotse opklaring van het tableau na vaccinatie. Maar het is zaak om hier toeval te onderscheiden van een werkelijk effect van de vaccinatie op het ontspoorde immuunsysteem of virushaarden. De veelheid aan klinische beelden en mogelijke ontstaansmechanismen geeft aan dat onderzoekers hier heel wat classificatiewerk voor de boeg hebben. Wat dat betreft staan we zo goed als nergens. Nisreen Alwan stelt vast dat er zelfs geen algemeen geldende definitie bestaat voor langdurige covid-19. De vraag rijst bijvoorbeeld of ook de situatie van patiënten met duidelijke postinfectieuze orgaanschade onder de definitie moet vallen. Deze patiënten hebben immers andere noden dan personen bij wie men niet weet door welk mechanisme hun klachten worden uitgelokt.De Britse epidemiologe merkt op dat uiteenlopende onderzoeksprotocollen zullen moeten worden ingezet om een betrouwbaar beeld van de situatie te krijgen. Mensen die na hospitalisatie op het consult komen met aanslepende klachten zijn allicht maar het topje van de ijsberg. Het is belangrijk na te gaan hoeveel mensen precies langdurige covid-19 krijgen, of en na welke tijdspanne ze genezen, en welke beelden er precies optreden. Zonder die gegevens zullen we niet nauwkeurig kunnen achterhalen welke extra belasting covid-19 precies betekent voor de volksgezondheid en het zorgsysteem. In het ideale geval mondt het onderzoekswerk uit in het ontwikkelen van doeltreffende behandelingen.