...

Sinds Bachs Mattheüspassie in 1829 door Felix Mendelssohns Berlijnse uitvoering een goed gevuld tweede leven kreeg, werd de Johannespassie wat naar het achterplan gedreven. Toch vond de negentiende-eeuwse componist Robert Schumann, die de Johannespassie in 1851 had uitgevoerd, het werk in veel opzichten stoutmoediger, krachtiger en poëtischer dan de Mattheüspassie. Wie de woelende openingsmaten van het werk ooit hoorde, weet perfect hoe die hoge verwachtingen oproepen en na de uitroepen van het koor Herr!, Herr!, Herr! hangt het publiek aan de lippen van de muzikale meesterverteller Johann Sebastian Bach.De Johannespassie werd voor het eerst uitgevoerd op Goede Vrijdag 1724 in de Nikolaikirche in Leipzig. Bach had op dat moment al een fascinerend muzikaal-theologisch universum geëxploreerd. In de Johannespassie overtrof hij zichzelf door op een unieke manier recitatieven, aria's, koralen en koorcomposities zo te organiseren dat ze verhalende en bezinnende onderdelen met weergaloze muziek konden laten samensmelten. Denk maar aan aangrijpende aria's vol vocale én instrumentale fijnzinnigheden, zoals Es ist vollbracht waarin verslagenheid maar ook hoop en strijdvaardigheid uitgedrukt worden. Bijbelse figuren als Pilatus en Petrus krijgen hier herkenbare menselijke trekken en de muzikale verklanking van de heftige reacties van het volk dat getuige is van onrecht en geweld, laten niemand onberoerd. Bach interpreteerde Johannes' vertelling van het lijdensverhaal op een unieke manier. De Johannespassie is een complex amalgaam van vertelling en meditatie, religie en politiek, muziek en theologie. Deze muziek heeft nog altijd de kracht om het publiek - gelovig of niet - het hele gebeuren diep te laten aanvoelen en herbeleven. Net daarom houdt de Johannespassie 299 jaar na de creatie, overal ter wereld ontelbare luisteraars in de ban.