Dokter Ruben De Gendt begeleidde als sportarts onze olympische roeiers in de aanloop naar de Spelen. Maar hij is ook actief in het profwielrennen en neemt deel aan triatlons.
...
Twintig uur per week is Ruben De Gendt in het Centrum voor Sportgeneeskunde aan het UZ Gent actief als sportarts. Tal van sporters, waaronder de voetbalploegen van onder andere AA Gent, Zulte Waregem en Anderlecht, komen er hun fysieke tests afleggen of laten zich begeleiden. Dokter De Gendt heeft bovendien nog een praktijk in Scheldewindeke en aan de Watersportbaan in Gent, waar hij de huisarts is van een paar patiënten en inspanningstests, trainingsbegeleiding en de behandeling en opvolging van blessures op zich neemt. Ook is hij een van de vier ploegartsen bij profwielerploeg Team Intermarché-Wanty-Gobert, waarvoor hij een 40-tal dagen per jaar op pad is. U begeleidde ook de roeiers Niels Van Zandweghe en Tim Brys in hun aanloop naar de Olympische Spelen.Als je die roeiers begeleidt, is er in jezelf toch ergens een vuurtje dat weer begint te branden. Hoe tof en mooi dat is. Maar de job die ik nu doe is echt wel mijn passie, dus ik ben tevreden zoals het is. De cijfers en de vertaling naar prestaties hebben mij altijd gefascineerd. Van Zandweghe en Brys werden op de Spelen vijfde in de lichte dubbeltwee. Van Zandweghe was zo uitgeput dat hij even verzorging moest krijgen na de aankomst. Hoe heeft u hun prestatie beleefd vanuit België?Het was vrij stresserend, vanop afstand, en dan nog midden in de nacht. Voor de gelegenheid hadden ze supporterskousen laten maken, die ik bij elke wedstrijd aan had. Ik had contact met hen, maar vanop afstand advies geven is toch niet eenvoudig. Ze deden in elke wedstrijd wat ze moesten doen, maar in de finale ontbrak een medaille. Het gaf mij voldoening met wat gemengde gevoelens, maar ik ben trots op wat ze verwezenlijkt hebben. U roeide zelf ook op een behoorlijk competitief niveau en zat in een boot met Hannes Obreno. Waarom bent u niet verdergegaan in het roeien?Op het einde van mijn opleiding tot arts toen de stages erbij kwamen, was het niet meer te combineren. Ik was toen niet volledig gemotiveerd voor het roeiproject. In 2016 heeft Hannes deelgenomen aan de Olympische Spelen. In de jaren voordien heb ik een paar maanden met hem in de boot gezeten, want er was sprake van om een lichte dubbeltwee te vormen. Maar ik heb afgehaakt. Hannes is in de klasse van de zwaargewichten vierde op de Spelen geworden. Ik ben naar de triatlon overgestapt. U heeft inmiddels een aantal triatlons afgewerkt.De eerste die je volledig uitdoet, is de leukste. Want daarna wil je altijd op bepaalde vlakken beter doen. Voor mij is het ook een dag dat ik volledig op mezelf ben. Niemand valt je lastig, niemand stelt je vragen, je zit in je eigen wereld. Anders heb ik altijd wel mijn gsm bij me als ik ga sporten. Je krijgt berichten en je komt nooit volledig tot rust. Zo'n ironman is van 's ochtends vroeg tot laat in de namiddag volledig op zichzelf teruggeworpen zijn. Dat vind ik tof.Je bent altijd wel op zoek naar de maximale prestatie van je eigen lichaam. Maar mijn werk zorgt ervoor dat mijn herstel niet optimaal is. En dan kan je geen topprogressie maken. Maar ik probeer toch de grens wat op te zoeken van wat er mogelijk is met de beperkingen die er zijn. Wat is zwaarder: roeien of wielrennen?Roeien is zwaar omdat de olympische afstand twee kilometer is, wat inhoudt dat je zes of zeven minuten voluit moet gaan. De spieractiviteit vindt over het hele lichaam plaats. De meeste kracht komt vanuit de beenspieren, gekoppeld met die in de rug en de armen om de roeihaal af te maken. Het totale lichaam wordt onder druk gezet. Bij het fietsen gaat het alleen om de benen. Dat is toch iets anders. Maar wat het wielrennen wel zwaar maakt, is dat het - zeker in etappekoersen - dag in dag uit is. Er is ook maar één winnaar op pakweg 150 renners, terwijl er veel renners zijn die al die opofferingen moeten doen. Staan roeiers meer open voor innovaties dan renners, traditioneel toch een meer conservatieve sport?De twee olympische roeiers stonden misschien wel sneller open voor nieuwe inzichten, terwijl renners gemakkelijker vasthouden aan traditie. Maar dat verandert wel. Op het vlak van voeding zijn ze echt wel bezig met inname van hoeveel gram per uur van suikers en koolhydraten. Daar stond het triatlon dan wel sneller verder in dan het wielrennen. Realtime glucose monitoring, met een patch en een naaldje op de arm, werd verboden door de UCI, maar wordt in de triatlon wel gebruikt door sommige atleten. Tijdens wedstrijden de verzuring meten in het bloed, de lichaamstemperatuur, de vochtbalans,... dat wordt de volgende stap, denk ik. De tegenkanting van de UCI is dat de sporter zo een machine wordt, maar met 'de oortjes' waarmee renners fietsten, wordt toch ook alles vanuit de wagen gedirigeerd uiteindelijk.