...

Dat Japan tot het midden van de 19de eeuw voor de meeste Westerlingen een grotendeels gesloten want onbekend boek bleef, had veel zo niet alles te maken met het feit dat de toegang tot het land enkel was voorbehouden voor een kleine groep Nederlandse inwijkelingen die op het kunstmatige eiland Dejima actief waren.Een van hen was de uit Duitsland afkomstige arts Philipp Franz von Siebold (1796-1866) die er zes jaar lang, tussen 1823 en 1829, als geneesheer werkzaam was en zijn medische kennis ook deelde met Japanse collega's en studenten. Maar tegelijkertijd toonde von Siebold zich ook heel erg geïnteresseerd in de Japanse fauna, flora en (volks)cultuur. Zijn opdrachtgever, de gouverneur-generaal van Nederlands-Indië, had hem immers gevraagd om een natuurhistorische verzameling aan te leggen.In die zes jaar op Dejima en in Japan verzamelde von Siebold niet minder dan 25.000 voorwerpen, van gesteenten, planten, dieren tot gebruiks- en kunstvoorwerpen. Die collectie, naderhand aangekocht door de Nederlandse staat, vormt de basis van de collecties van het Volkenkundemuseum en Japanmuseum/Sieboldhuis aan de Rapenburg in Leiden. Lezers met interesse in het land van de Rijzende Zon kunnen we een bezoek ten zeerste aanbevelen. Ook het Museum der Fünf Kontinente in München gaat prat op een rijke von Sieboldverzameling. Die is gebaseerd op een tweede verblijf van de arts op Dejima (1859-1862) nadat hij meer dan drie decennia verbannen was geweest uit Japan.Die verbanning was het gevolg van een incident in de jaren 1820: toen de Japanners ontdekten dat von Siebold in het bezit was van een reeks landkaarten (waarop in Japan de doodstraf stond) wilden ze hem dwingen om zelfmoord te plegen. Slechts na zware diplomatieke druk uit Europa werd die straf opgeheven, maar von Siebold kreeg verbod om nog naar Japan te reizen. Zijn Japanse concubine (met wie hij trouwens een dochter had die later de eerste vrouwelijke Japanse hofarts zal worden) moest hij achterlaten.Pas in 1858 werd 's mans verbanning opgeheven, meteen aanleiding om opnieuw naar het Verre Oosten te reizen. Tijdens zijn tweede verblijf in het land verzamelde hij opnieuw een grote collectie voorwerpen die na zijn dood is aangekocht, ditmaal door het Beierse vorstenhuis. Om deze verzameling te ontdekken, moet je dus naar München.