...

Dokter Peter Wieme mag dan in de sport actief zijn als lid van de medische staf van AA Gent en de nationale tennisselecties voor de Davis Cup en de Billie Jean King Cup (de vroegere Fed Cup), de sport die hij zelf beoefent is basketbal. "Het basketbal draag ik diep in het hart", zegt hij. "Ik speel het al sinds mijn vijfde. Mijn vader was voorzitter van Falco Sint-Amandsberg. Ik zou wel eens de NBA willen meemaken om te zien hoe het er daar aan toe gaat. Ik ben benieuwd of ze daar helemaal anders werken. Persoonlijk denk ik van niet." Wat neemt u uit de sportwereld over als diensthoofd fysische geneeskunde in het Sint-Mariaziekenhuis in Halle?Twaalf jaar geleden zag ik tijdens een sportcongres in Londen dat veel Engelse clubs een loopband met een luchtzak rond gebruikten. Je kan dan lopen met slechts een bepaald percentage lichaamsgewicht als belasting, waarmee je met een voorstekruisbandblessure snel weer in een looppatroon kan raken. Dat leek mij bruikbaar voor patiënten die moesten revalideren. We waren de tweede in België die zo'n Alter G-toestel hadden. Ik ben ook de tweede in België die shockwavetherapie toepaste voor chronische peesontstekingen en verkalkingen. Je neemt dingen mee vanuit je sportmilieu naar je ziekenhuispatiënten. Bij de gewone populatie kan je wel wat meer je tijd nemen dan bij sporters. De kunst is in te schatten hoe snel je kan gaan met een blessure. Valt het tegen, dan staat het hele huis op zijn kop, natuurlijk. Zoals u meemaakte met Bram Nuytinck bij Anderlecht. Hij haalde in de media uit dat zijn teenbreuk niet goed was behandeld en hem te lang aan de kant hield. Dat was onterecht, maar daar moet je tegen kunnen. Bij Bram was het een ongelukkige samenloop van omstandigheden, waardoor zijn herstel inderdaad langer duurde dan normaal. Ik heb als hoofd van de medische staf de verantwoordelijkheid op mij genomen, maar werd nadien persoonlijk geviseerd in de pers. Ik wilde hierop reageren in de media, maar de persverantwoordelijke raadde mij dat af. Dat is dan vervelend. Voelt u als arts soms de druk om spelers sneller speelklaar te krijgen? Ja, van de manager, de speler, de CEO, ... Als een speler te lang afwezig blijft, voel je die druk toenemen, maar ik denk dat je naarmate je ervaring hebt daaraan kan weerstaan. Als het echt money time is, neem je wel eens wat meer risico, natuurlijk. Dat is een afweging die je moet maken. De tijd dat je zegt wat moet gebeuren en dat iedereen blindelings volgt, is voorbij. Je moet een kat een kat durven te noemen: spelers nemen ook wel een second of third opinion, vaak aangestuurd door hun manager. Dan is het belangrijk dat je voldoende informatie hebt gegeven. Dat leidt tot minder conflicten. U bent behalve in het voetbal ook actief in het tennis. Hoe anders is die wereld? Veel mensen denken dat tennissers goed verdienen. De top honderd van de mannen en de top vijftig van de vrouwen kunnen zich financieel goed beredderen, maar wie lager geklasseerd staat, heeft het toch moeilijker. Vaak zijn ze het hele jaar alleen op pad. Daar ben ik wel van geschrokken. Voor hen is het wel leuk als we dan voor een toernooi een week weg zijn in groep en ze volledig gesoigneerd worden. Ik kan mij bij het tennis ook niet voorstellen dat we voor de hiërarchie of uit bijgeloof altijd op dezelfde plaats moeten zitten op het vliegtuig (lacht). Voetbal is meer een groepsgebeuren, waar ook aan die dynamiek gewerkt wordt.U hebt toen Marc Wilmots er bondscoach was een jaar voor de nationale ploeg van Ivoorkust gewerkt. Daar werd voor elke training en wedstrijd gebeden, door katholieken en moslims. Tijdens de rust van een wedstrijd in Mali begreep ik ineens waarom er een ijzeren plaat boven ons hoofd hing aan de dug-out: de supporters begonnen met stenen te gooien. Het venster naast mij was helemaal stuk. In België kan je je dat niet voorstellen, maar dat bleek daar wel vaker voor te komen. Er zijn veel spelers die vanuit Europese competities overkomen voor interlands. Die zijn de Europese manier van werken gewoon, maar voor hen betekent afreizen voor de nationale ploeg vaak vakantie. Ze hebben vaak een of twee boys om hun bagage te dragen. Ze worden daar op handen gedragen. Dat is een andere beleving dan bij een club, waar het er strenger aan toe gaat. Welke bijzondere ontmoetingen hebt u als sportarts al gehad? In de Champions League werden de artsen van de 32 topploegen uit het Europese voetbal uitgenodigd om samen te zitten. Je hoort dan eens hoe ze bij Real Madrid werken, bijvoorbeeld. José Mourinho is toen voor ons komen spreken over zijn visie op de medische staf in het voetbal. Voor hem maakt de dokter deel uit van de technische staf, omdat je mee de wedstrijd beïnvloedt. Als je een speler een of twee weken vroeger op het veld kan krijgen, heeft dat een enorme financiële impact. Dat was gezellig en interessant om van zo iemand te horen wat het belang van een sportarts in een profploeg is.