...

Op het moment van ons zoomgesprek - het is drie uur in de namiddag - is dr. Dillemans nog niet lang wakker; ze heeft er net een nachtshift opzitten. "Er wordt sinds het begin van de pandemie van ons wel meer flexibiliteit gevraagd, maar dat is niet meer dan normaal gezien de situatie", vertelt ze. "Het is uiteraard hard werken, maar we krijgen zeker nog voldoende tijd om te recupereren, dankzij een uitgekiende organisatie door de staf en een duidelijke communicatie, ondanks de onzekere tijden." Toen de pandemie uitbrak, was dr. Dillemans in UZ Gent aan de slag op de dienst anesthesie, als hogerejaars assistente. "Op 12 maart 2020, vlak voor de eerste lockdown, testte ik positief. Dat was even een stressmoment. Er heerste nog veel onduidelijkheid, niet in het minst bij familie en vrienden. Alles was nog zo ongekend, samen met mijn partner zochten we de absurdste dingen op - hoe vaak je dagelijks je wc-bril moet schoonmaken, bijvoorbeeld. Alles verliep toen nog vrij chaotisch. En er was angst. Ik heb gelukkig thuis kunnen uitzieken, maar intussen raakten ook mijn familieleden besmet. Tenminste, dat veronderstellen we op basis van het klinische beeld, want van uitgebreid testen was toen nog geen sprake." Na twee weken ziekteverlof ging dr. Dillemans opnieuw aan het werk. Intussen was de lockdown ingetreden. "In die korte periode was er enorm veel veranderd, het was ronduit surrealistisch. Ik kwam in een apocalyptische film terecht, met artsen en verpleegkundigen ingepakt in beschermende pakken. Iedereen deed afstandelijk en leek wel mensenschuw te zijn geworden. Ik had immers nog steeds een positieve PCR-test, en je voelde dat dat voor onzekerheid en angst zorgde. De beelden uit Italië en China kwamen ineens zeer dichtbij." "Als hogerejaars assistente werd ik beschouwd als iets meer ervaren, en kwam ik, samen met de collega's, meteen in de zogenoemde vuurlinie te staan", vertelt Julie Dillemans verder. "De dienst werkte nieuwe procedures uit om alles zo veilig mogelijk te laten verlopen. Niet-dringende chirurgie werd uitgesteld. Opeens was een simpele intubatie niet meer zo simpel; alles moest tot in de puntjes voorbereid worden, elke stap moest voorgelezen worden. Alle oude gewoontes die je op vier jaar had geleerd, werden dooreengeschud, dat alles met als doel om zo weinig mogelijk aerosolpartikels te verspreiden. Er kwam ook een aparte taskforce, de zogenaamde 'air force'. De anesthesisten werden daarin zowat ge- promoveerd tot specialisten van de luchtwegen: alle intubaties en reanimaties werden uitgevoerd door het team anesthesie." Als anesthesiste in opleiding was dat voor dr. Dillemans ergens een opportuniteit. "Voor mij bracht dat de sterkte van mijn basisdiscipline naar voren, en je had wel het gevoel dat je met je opgebouwde expertise een belangrijke bijdrage kon leveren in de individuele en meestal kritische patiëntenzorg. Tegelijk had ik door de doorgemaakte besmetting als het ware een 'golden ticket' in handen. Want als er iemand antilichamen zou hebben, dan was ik het wel.' Al snel werden meer en meer assistenten ingezet op de dienst intensieve zorg. "De extra verantwoordelijkheid die we daar kregen - uiteraard steeds onder supervisie - heb ik zeker omarmd. De lessen longfysiologie werden heel toepasbaar en de multi-inzetbaarheid van onze discipline kwam in de verf te staan. Maar uiteindelijk deden we het werk waarvoor we zijn opgeleid: het managen van een ernstig zieke patiënt." Tegelijk kwam dr. Dillemans in aanraking met toch wel uitzonderlijke situaties, denk maar aan de voor covid typische ernstige longproblematiek waarvoor bijvoorbeeld nood is aan buikligventilatie tot zelfs het plaatsen van een hart-longmachine (extracorporele membraanoxygenatie, ECMO). "Door die enorme exposure hebben we in dat vakgebied wel meer kennis opgedaan. Zo kom je tijdens je opleiding normaliter slechts sporadisch in contact met een ECMO, en nu kan je gerust zeggen dat wij een generatie artsen zijn die zich daar meer vertrouwd mee voelt, wat zeker een meerwaarde is."De verzorging van covidpatiënten is uiteraard fysiek zeer zwaar, benadrukt de jonge anesthesiste. "Vooral dan voor de verpleegkundigen, die de patiënten dagelijks moeten draaien en wassen, telkens in volledige beschermingsuitrusting. Zelfs om 'gewoon' even een spuit te wisselen, moeten ze zich elke keer weer in volledig ornaat hijsen." Ook emotioneel ging het er heftig aan toe. "Rondom mij heerste er een voortdurende angst om zelf besmet te worden, of om de familie thuis te besmetten. En je neemt het verloop van bijzonder kritische patiënten of situaties uiteraard ook in gedachten mee naar huis: jonge patiënten die meer je eigen leefwereld benaderen, of zwangere vrouwen die noodgedwongen aan de hart-longmachine moeten geplaatst worden. Patiënten in de fleur van hun leven die nu plotseling balanceren tussen leven en dood; dat blijft wel heftig." Intussen zitten we midden in de vierde golf, en is het in de ziekenhuizen opnieuw opschalen geblazen. Julie Dillemans: "Zoals al frequent aangehaald in nieuwsmedia: het zijn inderdaad hoofdzakelijk niet-gevaccineerde patiënten die bij ons nu op intensieve liggen - en dat ondanks de hoge vaccinatiegraad in België. Zo spijtig want voor de meesten onder hen was dit perfect vermijdbaar." De opleiding intensieve zorg die dr. Dillemans momenteel in UZ Gent doorloopt, vervolledigt ze vanaf april in het Royal Brompton & Harefield ziekenhuis in Londen. Vanaf november 2022 gaat ze aan de slag op de dienst anesthesie en intensieve zorg in AZ Delta in Roeselare. "Die combinatie sluit perfect aan bij wat ik bij mijn studiekeuze voor ogen had: het zijn zeer diverse disciplines waarbij je in contact komt met patiënten van alle leeftijden. Je komt op kritieke diensten en er komen technische handelingen aan te pas. Gezien mijn interesse in wetenschap en het feit dat ik een sociaal beest ben, vormt dat de ideale package deal."