...

U hebt de voorbije jaren als het ware heen en weer gependeld tussen het Riziv, het kabinet van minister Maggie De Block, de FOD Volksgezondheid en het Coronacommissariaat. Van een flexibel parcours gesproken. Hoe denkt u al die opgedane ervaring te kunnen benutten bij het Riziv? Pedro Facon: Ik heb inderdaad het gezondheidsbeleid vanuit verschillende posities mee helpen vorm geven. Bij elke nieuwe functie heb ik kennis en vaardigheden opgedaan, met altijd dezelfde leidraad: toegankelijke en kwaliteitsvolle zorg aanbieden binnen een solidair en duurzaam financieringssysteem, door de middelen zo goed mogelijk in te zetten. Dat is alleen mogelijk aan de hand van goed overleg met alle mogelijke zorgpartners. U was eerder ook actief op academisch niveau, onder andere als onderzoeker aan de VUB. Wat brengt die achtergrond bij voor uw nieuwe functie? Een goed beleid wordt uitgestippeld op basis van gegevens en kennis. Universitair onderzoek, zowel fundamenteel als eerder praktisch gericht, is in dat opzicht een belangrijke bron. Voor mijn eerste job werkte ik als onderzoeker bij het Instituut voor de Overheid van KU Leuven. Ik ben nadien altijd in contact gebleven met mijn collega-onderzoekers en ik probeer hun werk als inspiratiebron te gebruiken. Het Riziv zet sterk in op Health Technology Assessment, wat betekent dat de doeltreffendheid van de privésector op een overheidsdienst wordt toe- gepast. Wat vindt u daarvan? Het is niet de bedoeling om managementtechnieken uit de privé zonder meer in de openbare sector toe te passen. De overheid kan volgens mij zeker iets leren van de privé in dat opzicht, maar het tegendeel is eveneens waar. De belangrijkste doelstelling van Health Technology Assessment is om de moeilijke keuzes inzake financiering en terugbetaling zo goed mogelijk te onderbouwen en te objectiveren. Want dat is noodzakelijk: er is enorm veel innovatie, maar vaak hangt daar een prijskaartje aan vast, terwijl de staatskas en de sociale zekerheid niet over onbeperkte middelen beschikken. Er komen 12 nieuwe werkgroepen binnen de medicomut. Is die overvloed aan instanties niet schadelijk voor het overlegmodel? Laten we ons niet blindstaren op het aantal werkgroepen en taskforces. Wat telt, is dat er een duidelijke visie is, dat we met beide voeten op de grond blijven en dat er resultaten worden geboekt. We moeten het evenwicht bewaren tussen ambitie en haalbaarheid voor de administratie en het werkveld. Wat zegt u aan artsen die soms de weg verliezen in de administratieve mallemolen van het Riziv? Ik begrijp bepaalde frustraties wel. Administratieve vereenvoudiging begint met een transparant en duidelijk beleid, zonder allerlei regeltjes. Dat is een gedeelde verantwoordelijkheid van de politiek, de administratie, maar ook van de delegaties uit het bedrijfsleven in het overlegmodel van het Riziv. We moeten constant rekening houden met de administratieve impact van de beslissingen die we in Brussel nemen. U bent geen arts of zorgverlener. Is dat een handicap voor uw functie aan het hoofd van het Riziv? Elk diploma heeft voordelen, maar ook beperkingen. Als topfunctionaris moet je heel wat kennis en vaardigheden combineren. En vooral: blijven leren en steeds meer begrijpen. Uiteraard werk je in een team: het Riziv en zijn ambtenaren staan bekend om hun grote expertise in verscheidene domeinen, medisch en andere. Daar zal ik ook op steunen. Wat antwoordt u als men u een technocraat noemt? Ik geloof in een sterke overheid en een even sterke rol voor de administratie en de ambtenaren. Als u dat bedoelt, dan ben ik inderdaad een technocraat. Tegelijk draag ik solidariteit en sociale gerechtigheid hoog in het vaandel. Het ene sluit het andere niet uit; integendeel, ze zijn complementair.