...

De bevindingen zijn afkomstig van de Health and Retirement Study, een grote Amerikaanse cohortestudie die zich buigt over allerlei aspecten van het ouder worden. Een cohorte van 1.369 personen met een gemiddelde leeftijd van 65 jaar werd gevolgd van 2010 tot 2016. Men tekende op wie een huisdier had. Personen die bij inclusie cognitieve stoornissen hadden, kregen geen toegang tot de follow-up. De deelnemers legden een gecombineerde cognitieve test af, waarbij ze zich onmiddellijk en uitgesteld woorden moesten herinneren, alsook aftellen per eenheid en met intervallen van 7. Het scorebereik op deze test strekte zich uit tussen 0 en 27. In de cohorte leefde 53% van de personen onder één dak met een huisdier, van wie 32% zijn huisdier al meer dan vijf jaar bij zich had. Over de zes jaar van de follow-up, daalde de cognitieve score sneller bij de personen die geen huisdier hadden dan in de groep met huisdieren. De correlatie was het sterkst bij personen die hun dier al meer dan vijf jaar hadden: ten opzichte van mensen zonder huisdier scoorden zij na zes jaar 1,6 punten hoger op de cognitieve score (p=0,03). Uiteraard kan een dergelijke observatiestudie niet aantonen dat dieren wel degelijk het cognitieve potentieel van hun baasje vrijwaren. Het zou andersom kunnen dat mensen die zich cognitief fit voelen meer geneigd zijn een huisdier te adopteren. De auteurs durven adoptie van een dier dan ook niet aan te bevelen voor therapeutische doeleinden. Maar het is zeker raadzaam oudere mensen te steunen zodat ze hun dier blijvend bij zich kunnen houden.