...
Op de brievenpagina van Artsenkrant nr. 2600 schrijft prof. Comhaire: "De zorgverstrekkers worden verondersteld nauwkeurig de 'richtlijnen' toe te passen die door zogenaamde kenniscentra zijn opgesteld." Zijn twijfels over de kwaliteit - en zeker over de waarde daarvan -, kan ik volkomen delen.Verder bekritiseert prof. Comhaire het probleem van afspraken via het Internet, die alle andere vormen van communicatie met een 'zorgverstrekker' uitsluiten. En dan zie ik een advertentie van een aantal zogezegd goed menende organisaties in Vlaanderen: "Bedankt huisarts, om me door te verwijzen". Probeer echter maar eens om een belangrijk specialistisch onderzoek binnen een redelijke termijn te verkrijgen - in de eerste plaats in een universitair ziekenhuis, hoe belangrijk het probleem ook mag wezen. Afspraken na zes weken, drie maanden, zijn eerder de regel dan de uitzondering. Een collega-specialist via de telefoon bereiken is haast onmogelijk geworden, tenzij men er een lange wachttijd voor over heeft. En dan nog.De tijd dat ikzelf kleine heelkunde uitvoerde en zwangerschappen begeleidde zolang er geen reden was om door te verwijzen, maar zorgvuldig om de maand alle parameters controleerde, om dan in de meeste gevallen de bevalling zelf te verrichten, is blijkbaar lang voorbij. Ik geloof niet dat de huidige gewoonten beter zijn.Verder kom ik terug op 'Waarvan akte' in diezelfde Artsenkrant. Een citaat van collega Petra De Sutter: "Vroeger deden artsen hun goesting". Ik weet niet wat collega De Sutter daarvan denkt, maar ik zou er meteen aan toevoegen: "En dat was maar goed ook!" Toen kon ik inderdaad aan een collega-specialist uitleggen wat mijn probleem was, bespreken hoe we het samen zouden aanpakken en een consult vastleggen op een termijn in verhouding tot het belang van de zaak. En zelf doen wat ik zelf aankon.Op blz. 22 lees ik vervolgens een artikel 'België geen koploper voor e-health'. Wat is het besluit? "België scoort slecht als het gaat over telemonitoring door de huislarts, electronische consultatie, e-learning en de toegang van de patiënt tot zijn medische gegevens". Wel, misschien is dat juist goed, en vindt men inderdaad nog redelijk wat huisartsen die werkelijk patiënten ontmoeten, beluisteren en onderzoeken. De patiënt toegang geven tot zijn medische gegevens met daarbij de nodige toelichting afgestemd op de persoon van die patiënt, met antwoord op de vragen zoals de patiënt die stelt. Zou al die e-rommel beter zijn?En dan zijn er ten slotte een paar artikels over de waanzin van de Vlaamse overheid wanneer het gaat om toegang tot het artsenberoep. Inderdaad, er is in de Vlaamse Gemeenschap een tekort aan collega's in verschillende specialiteiten en niet het minst bij de huisartsen, in de eerste plaats in Brussel, maar stilaan ook in verschillende landelijke gebieden. Het bijzonder zuinig beperken van de toegang tot ons beroep is dan ook moeilijk te begrijpen... Moeilijk te begrijpen vanwege een overheid die door haar tegenstanders wordt weggezet als nationalisten. Om het voor één keer te zeggen in de taal die ons dreigt plat te walsen: something is rotten in the non-state of Flanders.