Om voorbereid te zijn op een mogelijke omikron-storm, ontwikkelde Domus Medica een noodplan in vier fases. Van code groen, de normale situatie, tot en met code zwart waarin regionaal grote aantallen huisartsen uitvallen. Welke maatregelen zijn er nodig om de zorgcontinuïteit te garanderen?
...
In de inleiding bij haar noodplan stipt de huisartsenvereniging aan dat de kringen al van bij het begin van de gezondheidscrisis een belangrijke rol spelen. Dat blijft uiteraard zo. Om ook in de toekomst goed voorbereid te zijn, werd een noodplan uitgewerkt. Het is een lokaal aan te passen handleiding die verdere uitwerking verdient. "Een zeer summier plan", geeft Domus Medica toe, "maar het kan toch fungeren als kapstok." Een overzicht van de vier fases. De 'normale' situatie. Minder dan 5% van de artsen en het personeel van de huisartsenpraktijken en wachtposten is uitgevallen. De kringen kunnen zich voorbereiden op een mogelijke volgende fase. Dat gebeurt bijvoorbeeld door de implementatie van een monitoringsysteem, door extra capaciteit op te lijsten en te contacteren en door te overleggen met noodplanambtenaren, ziekenhuizen enz. De werklast in de praktijen neemt toe maar is "nog doenbaar" en hetzelfde geldt voor testcentra en wachtposten. De uitval bij personeel en artsen is minder dan 20%. De kringen monitoren de situatie en optimaliseren de wachtpostwerking. Bijvoorbeeld door patiëntenstromen te scheiden en in het weekend eventueel triagecentra herop te starten. De werklast in de praktijken neemt verder toe, wachtposten hebben een kwart meer telefonische contacten en 20 tot 40% van de artsen en het personeel valt uit. Positief geteste huisartsen die niet ziek zijn kunnen in hun praktijk best louter telewerken. Volstaat dat niet dan worden patiënten doorgestuurd naar collega's waarmee afspraken zijn gemaakt. Wie volledig actief blijft, schakelt best een telesecretariaat in om oproepen te triëren. De huisartsenkringen heropenen 7/7 een triagecentrum; wachtposten blijven ook op weekavonden open. Het zorgsysteem geraakt overbelast. Meer dan 40% van de artsen en het personeel in een gemeente of stadswijk valt uit. De praktijkvoering wordt gecentraliseerd op gemeentelijk of wijkniveau. Telefonische triage gebeurt door het personeel van de huisartsenpraktijken of via een gemeentelijk call-centrum met centraal oproepnummer. Huisartsen doen de supervisie. Infectieuze en niet-infectieuze zorg organiseert men apart en huisbezoeken centraal. Hiervoor wordt de gemeente opgedeeld in sectoren. Voor herhaalmedicatie maken artsen afspraken met apothekers. Indien mogelijk is er een triagecentrum op kringniveau. Rond triage en taakverdeling wordt overlegd met het ziekenhuis/spoedgevallen. De belasting verhoogt nog en meer dan de helft van de gemeenten/wijken bevinden zich in fase 3. Reguliere praktijken in het kringgebied worden stopgezet, en een permanent 7/7- en 24/24-wachtsysteem geïnstalleerd. Overdag fungeren er gemeentelijke opvangcentra en een regionaal testcentrum. De avond- en weekendwacht gebeurt in een regionale wachtpost. Alle beschikbare personeel van de praktijken wordt ingedeeld in deze werking over de gemeentegrenzen heen. De kring coördineert en beslist.