...

Sinds 2005 zijn er in België en Nederland, waar deze procedure ook mogelijk is, meer dan 40 patiënten waarbij orgaandonatie aan de euthanasieprocedure werd gekoppeld, weten Anouk Buelens-Terryn en Fien De Laet uit hun literatuurstudie omtrent orgaandonatie na euthanasie. "In de enkele gepubliceerde casussen die we opspoorden, is het telkens de patiënt die de wens van orgaandonatie uitte. Uit ons literatuuronderzoek blijkt dat er ook een aantal prangende, ethische vragen bestaan rond orgaandonatie na euthanasie, zoals de vraag of de arts de mogelijkheid tot orgaandonatie na euthanasie zélf kan aanbrengen bij een patiënt met een goedgekeurde euthanasievraag." "Langs de ene kant weerklinkt het argument dat het de taak is van de arts om de patiënt over alle mogelijkheden te informeren. Bovendien, zo stellen sommigen, hoe meer euthanasiepatiënten op de hoogte gebracht worden van orgaandonatie na euthanasie, hoe meer organen er gedoneerd kunnen worden", zegt Fien De Laet."Langs de andere kant wordt de bezorgdheid geuit dat de patiënt druk zou kunnen ervaren om in te stemmen met de voorgelegde mogelijkheid van orgaandonatie na euthanasie. Tot op heden is er echter geen onderzoek gebeurd om deze argumenten te staven dan wel te verwerpen." Anouk Buelens-Terryn: "Momenteel lijkt het van de persoonlijkheid van de arts af te hangen of hij de mogelijkheid van orgaandonatie na euthanasie bespreekt. We merken dat er nood is aan een gestandaardiseerde richtlijn om dit gespreksonderwerp aan te kaarten binnen een consultatie.""Zo'n richtlijn is echter moeilijk op te stellen wanneer er nog geen onderzoek is gebeurd naar de perceptie van patiënten en artsen in bepaalde - hypothetische - situaties van orgaandonatie na euthanasie. Ervaren patiënten effectief meer druk wanneer een arts de mogelijkheid van orgaandonatie na euthanasie voorstelt? Durven patiënten ondanks die druk een eigen beslissing te nemen? Houdt de arts informatie achter wanneer deze de mogelijkheid van orgaandonatie na euthanasie niet op tafel legt? Hoe zouden patiënten het liefst geïnformeerd worden over deze procedure? En hoe informeren de artsen hun patiënten het liefst?"De studenten verwerkten deze onderzoeksvragen in een online vragenlijst, 75 patiënten met chronisch neurologische aandoeningen en 197 Vlaamse artsen vulden de lijst volledig in. De artsen en patiënten kregen twee hypothetische casussen voorgelegd. In de eerste casus stelt de patiënt met een goedgekeurde euthanasievraag de vraag om zijn organen te kunnen doneren na zijn euthanasie, in de tweede casus legt de huisarts deze mogelijkheid voor. Zowat vier op de tien patiënten denkt dat de patiënt in de hypothetische situatie ('Pascal') zeker of eerder wel druk ervaart, wanneer de arts de mogelijkheid van orgaandonatie na euthanasie laat vallen. Een kwart denkt dan weer dat er (eerder) geen druk ervaren wordt en 36% houdt zich neutraal. "De meningen zijn verdeeld. Veel lijkt afhankelijk te zijn van de persoonlijkheid van de patiënt, en hoe de arts het gesprek aangaat", zegt Fien De Laet. "Zo zijn de meeste deelnemende patiënten van mening dat de arts dit gesprek op een veilige, louter informerende wijze moet voeren. Bovendien, zo geeft een patiënt in de studie aan, kan de arts verduidelijken dat de patiënt zich te allen tijde kan terugtrekken, ook na akkoord met de orgaandonatie." Een gerelateerde vraag is of patiënten wel een persoonlijke beslissing kunnen nemen als zij de vraag van de arts als een druk ervaren. Zeker/eerder wel, vindt de meerderheid van de patiënten en artsen. Fien De Laet: "De bezorgdheden rond mogelijke druk zijn wellicht terecht, maar het zou patiënten niet tegenhouden om een persoonlijke beslissing te maken. Ook hier hangt er veel af van de persoonlijkheid van de patiënt en hoe de arts de patiënt inschat. Volgens de patiënten in onze studie moet de arts niet te betuttelend handelen, ze wijzen erop dat de patiënten in de hypothetische situaties volwassenen zijn die zelf kunnen beslissen." Voor de patiënt is het misschien moeilijker om zich terug te trekken uit de orgaandonatie en/of euthanasie wanneer de aanvragen rond zijn, en de artsen voorbereidingen beginnen te treffen? "Nochtans vinden zeven op de tien participerende patiënten dat hypothetische patiënt zeker/eerder wel aan zijn arts zou moeten durven meedelen dat hij zich terug wil trekken uit de orgaandonatieprocedure, ook als de arts de mogelijkheid van orgaandonatie na euthanasie zelf op tafel legde. Bij de artsen in het onderzoek klinkt eenzelfde geluid", zegt Anouk Buelens-Terryn. "De arts hoort volgens de deelnemers wel degelijk de mogelijkheid voor orgaandonatie na euthanasie mee te delen, meer dan de helft van de deelnemende patiënten en artsen is immers van mening dat de arts anders informatie achterhoudt. De meeste patiënten zouden deze informatie het liefst via een brochure en/of door de arts krijgen." "Dit alles toont aan dat het als arts mogelijk is om de patiënt te informeren over de mogelijkheid van orgaandonatie na euthanasie, wanneer de euthanasie- vraag al behandeld en goedgekeurd is. Patiënten willen weliswaar meer transparantie en informatie over het onderwerp, artsen vragen vooral naar een uitgeschreven richtlijn. De meeste artsen zijn van mening dat ze patiënten rond de mogelijkheid van orgaandonatie na euthanasie kunnen informeren, als de patiënt hiervoor in aanmerking komt en de arts inschat dat zijn patiënt psychisch sterk genoeg in zijn schoenen staat. Het informeren hierover dient ook volgens de artsen aan de hand van heldere en neutrale informatie te gebeuren, waarbij de arts de mogelijkheid tot terugtrekking uit de procedure van orgaandonatie meermaals moet aanhalen", besluiten de studenten.