...

Het boek geeft zowel een globaal kader als praktische tips voor zorgprofessionals om in hun dagelijkse praktijk bij te dragen aan een groenere zorgsector en aan een gezonde planeet met gezonde bewoners. In Nederland is dat streven sinds 2022 overigens opgenomen in de Gedragscode voor artsen van de KNMG: "Als arts ben je je bewust van de relatie tussen gezondheid, klimaat en milieu. Je zet je in voor een duurzame zorgsector en gezonde leefwereld." Klimaatverandering, biodiversiteitsverlies en milieuvervuiling zullen de volgende decennia immers een enorme impact hebben op de menselijke gezondheid, stellen de auteurs. Maar er is ook goed nieuws: door die problemen aan te pakken, kunnen we potentieel ook grote gezondheidswinst boeken. Bijvoorbeeld: door meer plantaardig voedsel op het menu te zetten, verminderen we de CO2-uitstoot van ons dieet, en verlagen we tegelijk het risico op voorkombare aandoeningen zoals diabetes, hart- en vaatziekten en darmkanker. De noodzakelijke duurzaamheidstransitie is dus een win-winsituatie voor zowel het milieu als de gezondheid. Zorgprofessionals spelen een cruciale rol in dat proces, stellen de auteurs. Het vertrouwen dat zij in de maatschappij genieten, geeft hun de mogelijkheid om het probleem op de agenda te zetten, zoals in de negentiende eeuw de Londense arts John Snow wees op het belang van zuiver drinkwater om epidemieën te voorkomen. De auteurs zijn allen zorgprofessionals die zich hebben gespecialiseerd in de 'vergroening' van de zorg. Daardoor is het boek geen theoretisch traktaat, maar een praktische handleiding om de ecologische voetafdruk van de zorg te verminderen. Die is namelijk niet gering. Eind 2022 publiceerde het Nederlandse Rijksinsti-tuut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) een rapport over de milieu- impact van de Nederlandse zorgsector. Hieruit bleek dat deze sector verantwoordelijk is voor 7,3% van de nationale CO2-uitstoot, 7,5% van het zoetwatergebruik, 13% van het grondstoffengebruik en 4,2% van de afvalproductie. De milieuschade die de sector veroorzaakt is echter ongelijk verdeeld, omdat ontginning van grondstoffen en productie van goederen vaak in het buitenland plaatsvinden. "De gezondheidszorg voor Nederlanders gaat vooral ten koste van het milieu elders ter wereld", stelt het RIVM-rapport. Duurzaamheid De directe CO2-impact van de Nederlandse zorgsector wordt vooral veroorzaakt door energieverbruik (met name bij intramurale zorg) en het transport van medewerkers en patiënten. (Dat zal hier te lande niet anders zijn: de 17.000 thuisverpleegkundigen in Vlaanderen samen leggen elk jaar meer dan 200 miljoen kilometer af).Om de totale impact van een product of proces in kaart te brengen, wordt de techniek van de levenscyclusanalyse (LCA) gebruikt. Hierbij gaat men zo precies mogelijk na hoeveel CO2 bij elke stap wordt uitgestoten, van bij de ontginning van ruwe grondstoffen tot en met de recyclage of verwerking van het gebruikte product. Zo bleek uit een LCA-analyse dat een coronaire arteriële bypassgrafting (CABG) een totale uitstoot van een halve ton CO2 veroorzaakt, terwijl dat bij een cataractoperatie slechts 77 kg is. (Doordat er meer cataractoperaties dan CABG's plaatsvinden, is de totale impact van cataractoperaties wel groter). Bij de bypassoperatie komt de uitstoot vooral op rekening van de gebruikte wegwerpartikelen, het energieverbruik in het ziekenhuis en het transport van medewerkers. Bij de cataractoperatie weegt vooral het vervoer van de individuele patiënt door - zodat de voetafdruk aanzienlijk kleiner zou worden indien beide ogen op dezelfde dag geopereerd kunnen worden. De auteurs stellen het toenemend gebruik van wegwerpproducten in de gezondheidszorg in vraag. Afdek-materialen, bronchoscopen, trocars en chirurgisch instrumentarium voor eenmalig gebruik worden vaak als handig ervaren en (ten onrechte) verondersteld een lager infectierisico te hebben. Een LCA toont echter aan dat hergebruik na sterilisatie van bijvoorbeeld specula, scharen en bepaalde chirurgische instrumenten milieuvriendelijker en veilig is. Het is belangrijk om het gebruik van wegwerpmaterialen kritisch te bekijken en waar mogelijk te kiezen voor duurzamere alternatieven, zeggen de auteurs: een opgave voor de aankoopdienst van ziekenhuizen. Medicijnen zijn essentieel voor de gezondheidszorg, maar ook een van de grootste vervuilers. De productie ervan vergt heel wat grondstoffen, water en energie. Tijdens het productieproces komen naast broeikasgassen ook verontreinigende stoffen vrij in lucht en afvalwater. In het oppervlaktewater rond sommige productielocaties in Azië worden bovendien hoge concentraties antibiotica aangetroffen, wat kan leiden tot antibioticaresistente bacteriën. Een quick fix voor dat probleem is bewuster omgaan met medicatie. Jaarlijks wordt in Nederland voor 100 miljoen euro aan ongebruikte medicatie verspild. Naar schatting 40% van die verspilling had voorkomen kunnen worden. Liefst 83% van de patiënten heeft na een behandeling nog medicijnen over doordat een te grote verpakking werd voorgeschreven of doordat de patiënt op eigen houtje de behandeling voortijdig stopzette. Als het daarbij gaat om vloeibare geneesmiddelen, giet een kwart van de Nederlanders die gewoon in het toilet of de gootsteen. De auteurs pleiten er daarom voor om de verpakkingsgrootte van geneesmiddelen op de markt kritisch te bekijken, en meer flexibele opties te overwegen zodat de dosering beter kan worden afgestemd op de behoeften van de patiënt. Via apotheken ingezamelde overtollige medicatie zou ook op een veilige manier herverstrekt kunnen worden aan andere patiënten. Helaas laat de Europese Falsified Medicines Directive de heruitgifte van medicijnen niet toe, betreuren de auteurs. De efficiëntste manier om de zorg duurzamer te maken, is ervoor zorgen dat mensen geen zorg nodig hebben. Daarbij kan technologie een grote rol spelen, stellen de auteurs. Apps en mobiele toestellen kunnen gezondheidsgegevens verzamelen, wat helpt bij preventie en vroegtijdige opsporing van aandoeningen. De toepassing van artificiële intelligentie kan leiden tot verbeterde diagnostiek en gepersonaliseerde therapieën, waardoor minder intensieve behandelingen nodig zijn.