...

Historica Irene van der Linde schrijft onder andere voor De Groene Amsterdammer en maakte samen met fotografe Nicole Segers al boeken over de grenzen van Europa, een over de oostgrens met Rusland, een over Istanbul. Voor Bloed en Honing, het derde luik, rijden ze naar de Balkan, de kreukelzone van Europa, waar na de val van Tito en het uit elkaar vallen van Joegoslavië nationaliteiten, identiteiten, religies en ideologieën op elkaar gefrommeld worden. Ze volgen daarbij de route die de legendarische journaliste Rebecca West in 1937 volgde en die ze beschreef in Black Lamb and Grey Falcon - The Record of a Journey through Yugoslavia. Haar verhaal dient als historisch peillood. Het wijst niet alleen de weg op de grond maar biedt ook perspectief in de tijd. Lezend in Wests aantekeningen, wandelend langs haar paden, verblijvend in haar hotels worden de verschillen en de gelijkenissen zichtbaar. De tocht leidt door Kroatië, Bosnië-Herzegovina, Servië, Montenegro, Kosovo, Noord-Macedonië en Albanië, het toneel van de laatste oorlogen op Europees grondgebied. Iets van het drama dat zich daar afspeelde kreeg iedereen wel mee: de sluipschuttersavenue in Sarajavo, de slachting in Srebrenica, de moeizame vrede en - recenter - de vluchtelingenstromen langs de Balkanroute. Om iets te begrijpen van de complexiteit van de regio en om te voelen hoe het is om te leven in een uiteengerafelde samenleving zit je met dit sfeervolle en intelligente boek op de eerste rij. Segers en Van der Linde schuiven bij aan gastvrije tafels, drinken honderden koffies, wandelen mee naar betekenisvolle plekken, kijkend en luisterend naar de verhalen van tientallen gewone mensen met een buitengewone geschiedenis. Dit is trage journalistiek vol met maar al te herkenbare getuigenissen van jong en oud, vrouwen, kinderen en mannen, van dromen, verzet, angst en worstelingen met het lot, als speelbal van de geschiedenis. Het boek is een veelstemmig koor van het leven, dissonant en verscheurd door overtuigingen, niet zelden ontspringend in conflicten van soms vele honderden jaren geleden, of aan religie of (vermeende) culturele verschillen. Die verschillen resulteren in fenomenen die voor Belgen, Ieren, Israëli of Basken maar al te bekend voorkomen. In Mostar in Bosnië-Herzegovina zijn er van alles twee: twee ziekenhuizen, twee nationale theaters, twee universiteiten, twee elektriciteitsmaatschappijen, twee postbedrijven, twee poppentheaters, twee busstations, twee onderwijssystemen (elk met een eigen curriculum), twee telefoonnummers voor informatie, twee bankrekeningen, twee gymnasia, twee voetbalclubs, twee rijscholen. Een voor de Bosniakken, een voor de Kroaten. Overal zijn de sporen van eenheid en scheiding. Graffiti en vlaggen, kruisen en minaretten, kogelgaten en kapotte muren. Velen daar, ongeacht hun achtergrond, kijken naar Europa, in de hoop dat die eenheid kan brengen. Ondertussen zijn de grenzen overal en meestal onzichtbaar. Nieuwe landsgrenzen en ideologische scheidslijnen lopen dwars door gemeenschappen en landen. Niets is eenduidig en toch is er in alle tragedie en stilstand hoop en troost. Op het ritme van de belevenissen en uitzichten wisselen schrijver en fotograaf elkaar af, door de boekontwerpers vormgegeven als een meerstemmig muziekstuk. Beeld en tekst lopen door elkaar en vormen één visuele en literaire partituur, zoals de geschiedenis die ze vertellen verweven is met de omgeving. Foto's en paragrafen doen haasje-over, verschillende lettertypes en bladspiegels wisselen elkaar af, waardoor het ritme versnelt en vertraagt, meanderend gedurende bijna 700 prachtige pagina's doorheen de oude landschappen en culturen van een weinig bekende uithoek van Europa. Het is een bitterzoet verhaal: 'Weet je wat Balkan betekent?', vraagt Ajla terwijl we met haarspeldbochten naar boven rijden. Ze buigt zich vanaf de achterbank naar voren. 'Het komt van het Turks', legt ze uit. Onder ons wordt Tetovo almaar kleiner. ' Bal betekent honing en kan bloed.' Ze glimlacht. 'Wij zijn het land van bloed en honing.'