In de voorbije jaren is de incidentie van een hele reeks kwaadaardige tumoren toegenomen. Tegelijk hebben patiënten nu een betere levensprognose. Maar dat gaat op langere termijn vaak gepaard met toxische effecten op het hart, die worden veroorzaakt door chemo- en/of radiotherapie. Het toenemende aantal patiënten dat hier tegenaan kijkt, krijgt niet de juiste behandeling.
...
Dat denken de experts die vorige week samenschoolden op het congres van de Belgian Society of Cardiology (Brussel, 13-14 februari 2020). Ze benadrukken dat België een minder goede leerling is dan de buurlanden. Het opzetten van dit expertisedomein komt bij ons maar moeilijk van de grond.Cardio-oncologie beoogt het voorkómen en behandelen van hart- en vaatziekten bij kankerpatiënten, zowel vóór als tijdens, en vooral na de kankerbehandeling. Een specifieke en multidisciplinaire benadering is hiervoor nodig.Wereldwijd zijn 43,8 miljoen mensen nog altijd in leven vijf jaar nadat bij hen kanker werd gediagnosticeerd. Zo'n 200.000 van hen zijn Belgen. In totaal hebben 350.000 landgenoten recentelijk kanker overwonnen, maar 25% kampt met cardiovasculaire complicaties gerelateerd aan de kankerbehandeling. Vergeleken met een algemene populatie van dezelfde leeftijd hebben kankeroverlevenden tienmaal meer kans op coronair lijden, snel evoluerend hartfalen of een beroerte veroorzaakt door voorkamerfibrillatie.Recente gegevens wijzen uit dat kankeroverlevenden tienmaal meer kans hebben om te overlijden aan een cardiovasculaire aandoening, ongeacht welke type kanker ze hebben. Het risico van cardiovasculaire sterfte is twee tot zes keer hoger in het eerste jaar na de kankerdiagnose. Tijdens de volgende levensjaren wordt het alleen maar hoger.Dankzij de ontwikkeling van een hele reeks behandelingen is de levensverwachting van kankerpatiënten aanzienlijk gestegen. De cardiovasculaire complicaties van die behandelingen zijn te wijten aan radiotherapie en chemotherapie, maar niet uitsluitend. Kanker en hartziekten hebben immers gemeenschappelijke risicofactoren, zoals alcohol en ongezonde voeding, roken, gebrek aan lichaamsbeweging, obesitas, diabetes, lipidenstoornissen, arteriële hypertensie en luchtvervuiling. Al deze factoren verhogen het risico van zowel kanker als hartziekte.Bovendien is kanker zelf een cardiovasculaire risicofactor, zodat kankerpatiënten intrinsiek een verhoogde kans op het ontwikkelen van hart- en vaatziekten hebben. Dat heeft alles te maken met de inflammatie die kwaadaardige tumoren veroorzaken.Het gemeenschappelijke pathofysiologische substraat komt duidelijk tot uiting in een meta-analyse die aangetoond heeft dat aspirine niet alleen het cardiovasculaire risico doet afnemen, maar ook de kans op darmkanker terugschroeft. Hetzelfde geldt voor nieuwe anti-inflammatoire middelen zoals canakinumab, een middel dat inwerkt op interleukine-1. Hiermee werd een significante afname van het aantal cardiovasculaire incidenten bereikt, naast een lagere incidentie van longkanker. Het is dus belangrijk deze risicofactoren te bestrijden, zowel voor de gezondheid van het hart als voor de preventie van kanker.Omdat zowel kankerbehandelingen als een reeks risicofactoren het hart van de kankerpatiënt bedreigen, heeft de cardio-oncoloog een belangrijke rol te vervullen. Zijn taak bestaat erin het hart te beschermen, door tegelijk de expertise van de cardioloog en die van de oncoloog in te zetten. Nog voor de kankerbehandeling van start gaat, zal de cardioloog de globale cardiovasculaire gezondheidstoestand van de patiënt omstandig beoordelen. Aan de hand daarvan kan de oncoloog bepalen welke kankerbehandeling het best past bij de toestand van het hart. De follow-up gaat door tijdens en vooral na de behandeling. De cardiale parameters worden gemonitord. Als er problemen optreden, kan men onmiddellijk de juiste behandeling instellen om erger te voorkomen.Een recente enquête van de Belgian Society of Cardiology, gepubliceerd op de site van het blad Acta Cardiologica, wijst uit dat maar één op de drie Belgische ziekenhuizen beschikt over een dienst cardio-oncologie. Niet meer dan 10% heeft een permanente structuur voor cardio-oncologische zorg. Slechts 1,2 van de tien cardiologen beschouwen zichzelf als een expert ter zake. Toch is de belangstelling voor een opleiding in de cardio-oncologie groot, want 97% van de deelnemers aan de enquête juicht het organiseren van cursussen of leermomenten toe.Zeker met het oog op het enthousiasme dat bestaat in het werkveld zal er druk moeten georganiseerd en opgeleid worden. Een raad voor cardio-oncologie werd opgericht in de schoot van de Belgian Society of Cardiology. Handen uit de mouwen.