"Bij de nomenclatuurhervorming moeten specialisten binnen de eigen discipline de concepten en de basisprincipes eerst objectief uitlijnen. Zonder met geld rekening te houden. Ik ben wel absoluut gekant tegen het anciënniteitsprincipe."
...
Voor minister Vandenbroucke is de hervorming een existentieel gegeven. "Dit is de architectuur, de drive van onze gezondheidszorg. Het gaat over de toekomst van de artsen als vrije beoefenaars van een intellectueel beroep. We hebben nog 23 maanden om de principes uit te werken zodat de volgende regering de hervorming kan doorvoeren. Lukt dat niet dan verliezen we opnieuw tien jaar tijd." De Vooruit-excellentie zei geen problemen te hebben met zelfstandig werkende artsen. "Integendeel. Het is niet de bedoeling een salariaat te organiseren. Wel is transparantie nodig om opleiding, intellectuele prestatie en risico correct te vergoeden." Eerste doelstelling is de leesbaarheid van de nomenclatuur te verhogen en nieuwe technologie soepeler te kunnen incorporeren. De structuur wordt ook in overeenstemming gebracht met de WHO. Dat maakt internationale vergelijkingen makkelijker. Daarnaast is het absoluut nodig om prestaties op te splitsen in een professioneel en een kostendeel. In een ambulante setting compenseert een praktijkvergoeding het kostendeel, in het ziekenhuis gebeurt dat via een all-inforfait. "Ik ben onverkort voorstander van een zuiver honorarium," benadrukte Vandenbroucke. Derde doelstelling is prestaties fair te vergoeden. Inkomensverschillen tussen zuivere honoraria moeten legitiem zijn. De laatste, transversale doelstelling belangt ook huisartsen aan. "De visie op de nomenclatuur gaat uit van een deel betaling per prestatie en een deel forfaitair. De betaling waardeert de tijd die de arts uittrekt voor een patiëntencontact, voor de beschikbaarheid (continuïteit) van zorg en voor een multidisciplinaire aanpak. Niet enkel in ziekenhuizen, ook in de huisartsgeneeskunde en in de ambulante zorg. Vandenbroucke: "Het budget voor intellectuele prestaties - raadplegingen (aan bed) en toezichtshonoraria...- bedraagt 3,2 miljard. Daarvan gaat 53% naar huisartsen en 47% naar specialisten. Dit onderzoeksdomein werd uitbesteed aan de UGent maar het resulteerde niet in aanbevelingen." Daarom richtte de minister een nieuwe ad-hocwerkgroep onder leiding van Jo De Cock op. Deze moet in eerste instantie (transversaal) 'libellés' herschrijven in functie van de gebruikte tijd en eventueel de specifieke context. Bedoeling is meer reliëf te brengen in de raadplegingen. Idem voor toezichtshonoraria bij ziekenhuisopnames. De werkgroep zal ook eventuele lacunes in de nomenclatuur oplijsten en een relatieve waardeschaal uitwerken. Eind maart moet het voorbereidende werk resulteren in een nota. Daarna stelt de minister voor dat het VBS aansluitend de voorstellen met alle specialismen bestudeert. Zo kunnen de bevindingen nog ingekanteld worden in de globale nomenclatuurhervorming. Eind maart verwacht Vandenbroucke ook een document van de werkgroep 'New Deal' onder leiding van professor Ann Van den Bruel. Er zijn parallellen, gaf hij toe.