Nog te weinig mensen beschikken vandaag over de nodige gezondheidsvaardigheden. Daar wil HealthNest, een platform voor uitwisseling en overleg over het thema gezondheidsgeletterdheid, wat aan doen.
...
Bij HealthNest zijn deskundigen uit alle sectoren van de gezondheidszorg betrokken: artsen, apothekers, patiëntenverenigingen en ziekenfondsen. Het initiatief wil projecten ondersteunen die de 'gezondheidsgeletterdheid' in België op lange termijn kunnen verbeteren. HealthNest is de opvolger van de vroegere 'Well Done - MSD Health Literacy Awards', legt professor Stephan Van den Broucke (UCLouvain) uit. Deze awards bekroonden initiatieven ter bevordering van gezondheidsvaardigheden, en hebben heel wat aandacht voor het thema gecreëerd. Na een vijftal edities werd de focus verlegd van projecten die al voltooid waren naar projecten in ontwikkeling, onder de naam HealthNest. "In 2020 is er wegens corona geen editie geweest", zegt prof. Van den Broucke. "We hebben die rustpauze benut om ons te bezinnen over het onderwerp en de aanpak. Na die interne reflectie zal er een nieuwe oproep voor projecten volgen." HealthNest wordt net als de vroegere Awards gesteund door MSD Belgium. De term 'gezondheidsgeletterdheid' - Van den Broucke verkiest de bredere term 'gezondheidsvaardigheden' - verwijst naar de vaardigheid van mensen om informatie die belangrijk is voor hun gezondheid te vinden, te begrijpen, te evalueren en te gebruiken. "Om in onze maatschappij te kunnen functioneren, zijn een aantal vaardigheden onmisbaar. Als je geen rijbewijs hebt of niet met een computer kan omgaan, dan kun je niet meer mee. In de gezondheidszorg is dat ook zo: als de patiënt niet begrijpt waarover de arts het heeft, niet weet of en hoe hij aanspraak kan maken op een uitkering of verzekering, of zijn weg niet vindt in het zorgaanbod, loopt hij verloren. We verwachten vandaag dat mensen niet gewoon passief patiënt zijn maar hun verantwoordelijkheid opnemen voor en mee beslissingen nemen over hun gezondheid; dan moeten we er ook voor zorgen dat ze dat kunnen." Daarvoor zijn drie zaken nodig, zegt Van den Broucke. Het begint bij educatie, het aanleren van vaardigheden. Daarin heeft vooral het onderwijs een grote rol te spelen, maar ook artsen kunnen daaraan volgens hem bijdragen. Voor specifieke doelgroepen zoals oudere mensen of chronische patiënten zijn aangepaste initiatieven nodig. De tweede pijler is communicatie. Hier is het vooral belangrijk dat de zorgverstrekker een gebrek aan gezondheidsvaardigheden herkent en er rekening mee houdt. "Zeker bij specifieke groepen van patiënten is dat te verwachten: denk aan oudere mensen, mensen die de taal niet machtig zijn of mensen uit bepaalde socio-economische klassen. In de opleiding tot arts wordt daar gelukkig steeds meer aandacht aan besteed", zegt Van den Broucke. Een arts kan haar communicatie aanpassen door bijvoorbeeld tekeningen en illustraties te gebruiken, jargon en technische terminologie te vermijden, en steeds na te gaan of de patiënt het echt begrepen heeft. "Vraag niet gewoon of alles duidelijk is: laat de patiënten in hun eigen woorden navertellen wat je als arts gezegd hebt. Dan weet je meteen wat ze onthouden hebben." Een derde onderdeel speelt op het hogere niveau van de organisatie van het gezondheidszorgsysteem. De toegang daartoe moet makkelijker worden, bijvoorbeeld door in een ziekenhuis meer rekening te houden met gezondheidsvaardigheden. Voor dit aspect is de laatste jaren meer belangstelling, maar het blijft zoeken naar de goede praktijk. In de ervaring van veel zorgverleners hebben patiënten vandaag meer dan voldoende informatie: ze hebben op Google alles gelezen over hun echte of ingebeelde ziekte, of hebben op social media de 'waarheid' gelezen over vaccins. Is het probleem niet dat sommige patiënten denken het beter te weten dan een arts? "Het probleem is inderdaad niet meer zozeer dat mensen geen toegang hebben tot informatie, wat in de onderzoeken van 20 of 25 jaar geleden wel zo was. Vandaag moet de klemtoon vooral liggen op het begrijpen en het evalueren van informatie. Die evolutie zien we trouwens niet alleen in de gezondheidszorg. Er is een pandemie van informatie, en mensen moeten vaardigheden aanleren en toepassen om daar mee om te gaan. Dat is iets waar artsen ook een rol in kunnen spelen." "Anderzijds denk ik niet dat we terug willen naar de tijd waarbij mensen met een vraag kwamen en de arts het antwoord gaf", vult Van den Broucke aan. " Zo werkt het niet meer, en dat is goed zo: het is beter dat patiënten mee informed decision makers zijn. Maar dan moeten ze ook de verantwoordelijkheid nemen om tot een informed decision te komen, en dus het onderscheid kunnen maken tussen betrouwbare informatie en informatie die geen steek houdt. We moeten artsen helpen om daarmee om te gaan. Ook op internationaal vlak is de tendens om meer te kijken naar dit soort digital health literacy."