Op 12 juni vindt de eerste conferentie plaats van HealthNest, een initiatief dat Belgische actoren rond gezondheidsvaardigheden samenbrengt. Keynotespreker Kristine Sørensen, voorzitter van de International Health Literacy Association (IHLA), belicht er de uitdagingen waar artsen voor staan.
...
Gezondheidsvaardigheid gaat over hoe mensen informatie vinden, begrijpen, beoordelen en gebruiken om beslissingen over hun gezondheid te nemen, legt Kristine Sørensen uit. "Wat moet je doen om gezond te blijven en ziekte te vermijden? Wat moet je doen als je ziek bent? Dat lijkt vanzelfsprekend, maar volgens Europees onderzoek heeft 35% van de Belgen het daar moeilijk mee." Er is een verband tussen gezondheidsvaardigheden en opleidingsniveau, maar ze vallen zeker niet samen, zegt Sørensen. "Mensen die in kwetsbare situaties zoals armoede en werkloosheid leven, hebben vaak ook minder gezondheidsvaardigheden, maar ieder van ons kan er problemen mee krijgen. Gezondheidsvaardigheden zijn immers niet statisch maar veranderen met de tijd en de context. Iemand bij wie kanker wordt vastgesteld, moet nieuwe vaardigheden leren om daarmee om te gaan." Internationaal wordt de term 'health literacy' gebruikt (gezondheidsgeletterdheid) maar Sørensen verkiest de term vaardigheden. "Het gaat om meer dan kennis, het is ook weten wanneer het tijd is om een dokter te raadplegen, weten hoe je een afspraak maakt - al dan niet via een digitaal agendasysteem - , hoe de ziekteverzekering werkt, en hoe je omgaat met informatie die je krijgt van je arts of die je hoort in het nieuws of bij de kapper." Prof. Don Nutbeam (Sydney University) onderscheidt drie soorten vaardigheden, legt Sørensen uit. "Functionele gezondheidsvaardigheid is kennis over het lichaam, over ziektes en de basisbeginselen van gezondheid. Interactieve gezondheidsvaardigheid is nodig om te kunnen communiceren over gezondheidsproblemen met een arts, familie of werkgever. Kritische gezondheidsvaardigheid stelt je in staat om je gezondheidstoestand te beoordelen en om te weten hoe je weloverwogen beslissingen kan nemen." Artsen moeten hun manier van communiceren afstemmen op de gezondheidsvaardigheden van de patiënt, zegt Sørensen. "Als arts zijn we soms geneigd om te veel uit te leggen, waardoor mensen overdonderd worden en geen vragen meer durven te stellen. In de artsenopleiding komt communicatietraining wel aan bod, maar er kan nog veel verbeterd worden. Ik wil huisartsen ook aanmoedigen om hun ervaringen te delen." Voor een effectieve zorg is het belangrijk dat de arts rekening houdt met gezondheidsvaardigheden. "Je kan mensen wel adviseren om meer te bewegen of gezonder te eten, maar misschien kunnen ze zich geen gezond voedsel of fitnessabonnement veroorloven, of weten ze niet hoe ze gezond moeten koken", zegt Sørensen. "Ze begrijpen het advies wel, maar ze zijn niet in staat om het op te volgen", vervolgt ze. "De huisarts kan dan helpen door meer vragen te stellen en niet zomaar een situatie als vanzelfsprekend aan te nemen. We moeten gezondheidsvaardigheden daarom ook bekijken vanuit het gezondheidssysteem, waar het vandaag vaak om snelheid en efficiëntie draait. Daardoor bestaat het risico dat we niet genoeg doorvragen. En dan geven we advies waar de patiënt niets mee doet." Sommige patiënten zoeken vandaag allerlei informatie over echte of ingebeelde ziektes bij 'Dokter Google' voor ze een arts raadplegen. Volgens Sørensen is dat geen slechte zaak. "Het is een gedeelde verantwoordelijkheid van arts en patiënt om uit te zoeken wat de juiste informatie is in die specifieke situatie. Als arts weet je ook niet alles over alle aandoeningen, terwijl patiënten zelf vaak wel experts zijn op het gebied van hun eigen ziekte. Ik vind het waardevol dat kennis in zekere zin gedemocratiseerd is, zodat patiënten lotgenoten kunnen vinden en ondersteuning kunnen krijgen. Maar uiteraard moeten we er alles aan doen om desinformatie te vermijden, evenals mensen die misbruik maken van mensen in een kwetsbare situatie." "Omgekeerd is er ook ongelijkheid in het gebruik van de zorg. Mensen die goed op de hoogte zijn van gezondheidskwesties, vragen soms regelmatige onderzoeken 'om zeker te zijn', ook al zijn die niet altijd nodig of nuttig. Hierdoor maken ze eigenlijk te veel gebruik van het systeem. We moeten ook durven erkennen dat de gezondheidszorg gebaseerd is op een bedrijfsmodel waarbij we betaald worden voor dienstverlening. Het is dus makkelijk om te zeggen: komt u volgende maand maar terug." "Huisartsen zijn voor mij de poortwachters van de zorg, omdat zij hun patiënten heel goed kennen. We kunnen die rol versterken door hen de tijd te geven om de dieperliggende oorzaken te begrijpen."