Midden september vond in Antwerpen het eerste Vlaams Congres Geestelijke Gezondheidszorg bij Kinderen en Jongeren plaats. De psychische zorg voor jongeren is een zaak van samenwerking tussen uiteenlopende disciplines en diverse sectoren.
...
Dat stelt ook professor Inge Glazemakers: "De psychische zorg voor jongeren krijgt af te rekenen met een groeiende complexiteit. Een enkele organisatie kan de uiteenlopende behoeften van jongeren niet altijd meer opvangen. Samenwerking dringt zich op." Glazemakers opende als een van de keynote speakers het congres met een lezing over jongeren met complexe, meervoudige noden. "Het is moeilijk te zeggen of het aantal complexe gevallen effectief toeneemt. Intussen weten we wel beter hoe we eenvoudigere problemen kunnen oplossen. Het zijn de complexe problemen waar we nog geen antwoord op hebben, waar we mee blijven zitten. Toch zien we maar het topje van de ijsberg. Mensen stellen zorg uit, denken dat ze er zelf wel zullen uitraken. Ze zien misschien zelf niet het probleem en vertrouwen de hulpverlening niet. Of ze komen, wanneer ze wel hulp zoeken, op een wachtlijst terecht. Dat is nog een stuk erger bij jongeren, die nog volop in ontwikkeling zijn. Je moet er niet op rekenen dat, wanneer je niet tijdig gepaste zorg aanbiedt, het probleem vanzelf weer zal verdwijnen." "Jongeren verwoorden het zelf heel treffend: 'Er werd naar mij geluisterd, maar ik werd niet gehoord.' Ze mochten hun verhaal doen, maar niemand ging er echt op in. Bij gebrek aan ondersteuning loopt het dan mis met hun gedrag, lopen ze weg van huis,... De hulpverlening heeft dan plots niet één probleem op te lossen, maar een veelvoud van problemen in verschillende levensdomeinen: de thuissituatie, de school, de psychische gezondheid, zelfs somatische problemen. Je hebt een holistische aanpak nodig. Je moet verschillende expertises inschakelen vanuit een gezamenlijk zorgplan. Je kunt niet zeggen - dit is hoe we voortaan dit complex van problemen gaan oplossen. Iedere jongere is een geval apart - dan moet je niet met eenheidsworst afkomen." Er is al een grote verscheidenheid van diensten. En die vangen wellicht heel veel problemen adequaat op, stelt Glazemakers. "Maar sommige jongeren vallen daarbuiten. Als je geconfronteerd wordt met iemand die een veelvoud van noden vertoont, moet je rond die jongere een netwerk kunnen bouwen, dat flexibel een gepast antwoord biedt voor dat ene geval. Dat vraagt een performante organisatie, en een andere manier van denken over zorg. Voor deze jonge patiënten is er geen standaardtraject. Je moet de financiering aanpassen zodat je zelfs buiten de platgetreden paden kunt treden. Om te beginnen moeten we de behoeften natuurlijk beter in kaart kunnen brengen. Er wordt al genoeg geregistreerd, maar die gegevens stromen niet door naar een niveau dat voor de planning kan instaan. Daar moeten we de juiste structuren voor opzetten." "Nu ontstaan er met name bij complexere gevallen vaak 'breuken' in de zorg. Een instelling kan niet het antwoord geven op alle problemen van de jongere. Die verhuist dan bijvoorbeeld naar een andere instelling, niet zelden behoorlijk ver van huis. "Dat is vaak storend in de ontwikkeling. Jongeren worden uit hun context gerukt: de school, hun vriendenkring,... Familieleden met wie ze nog een goed contact hebben, kunnen hen in hun nieuwe verblijfplaats niet geregeld meer bezoeken... Jongeren vragen meer continuïteit in hun zorg, en een grotere eigen betrokkenheid." Geregeld komt de geestelijke gezondheidszorg voor jongeren in de kijker van de media, met nogal dramatische verhalen. Dat illustreert duidelijk dat de maatschappij niet voldoende investeert in het zorgaanbod? "Ja, maar je moet ook een ander stuk van de realiteit zien. Goede preventie is belangrijk. De psychische veerkracht van jongeren vergroten, voorkomt dat de zorg overbevraagd raakt. Je moet de sector versterken zodat die tijdig kan reageren. Hopelijk, als je het niet zover laat komen, belanden jongeren dan ook niet op verschillende wachtlijsten."