...

Het is nauwelijks een verrassing dat de (voorlopige) resultaten van de Artsenkrant-peiling aangeven dat 87% van het medisch korps veel vragen en opmerkingen krijgt over de vaccinatiestrategie. Patiënten kaarten het tijdstip van vaccinatie aan, de procedure die ze moeten doorlopen, enz. Niet alleen de strategie gaat over de tongen. 88% van de respondenten krijgt ook te maken met vragen en opmerkingen van patiënten over de betrouwbaarheid van de vaccins. Van die groep respondenten zegt 22% dat het over algemene vragen gaat. Maar gezien de commotie hoeft het niet te verwonderen dat één vaccin (AstraZeneca) het overgrote deel van de aandacht wegkaapt - 63% van wie vragen krijgt. Over de vaccins van Moderna, Pfizer of Janssen formuleren patiënten nauwelijks opmerkingen. De huidige vaccinatiestrategie heeft nauwelijks oog voor de rol van de huisartsen. Ze mogen helpen bij de selectie van patiënten met een risicoprofiel en bij de beoordeling van de mobiliteit. Wie onvoldoende mobiel is, mag eventueel door de huisarts thuis gevaccineerd worden. Daarmee houdt het op en dat is duidelijk niet naar de zin van de respondenten in deze enquête - dat zijn voor alle duidelijkheid huisartsen én specialisten. 74% van de dokters antwoordt volmondig ja op de vraag of huisartsen meer betrokken moeten worden bij de vaccinatiestrategie. 9% heeft er geen mening over of weet het niet. Slechts 7% vindt dat huisartsen voldoende betrokken zijn bij de strategie.