...

Vragen rond een aangepaste screening naar borst kanker worden des te prangender nu steeds meer personen met genderdysforie in een zorgtraject stappen. In Nederland schat men dat één op de 2.800 personen die als man worden geboren en één op de 5.200 personen die als vrouw op de wereld komen, zichzelf als transgender omschrijven.Transgenders kunnen gebruikmaken van een genderbevestigende hormoonbehandeling. Voor transvrouwen zijn dat oestrogenen. Doorgaans wordt daar het antiandrogeen cyproteronacetaat aan toegevoegd, omdat oestrogenen alleen geen volledige onderdrukking van de testosteronproductie teweegbrengen. Bij transmannen geeft men androgenen.Of en hoe exogene hormoontoediening het risico van borstkanker bij transgenders verhoogt, is momenteel nog niet helemaal duidelijk. Bij transvrouwen veroorzaakt behandeling met oestrogenen een ontwikkeling van het klierweefsel en afzetting van vet in de bor puberteit. Transmannen kunnen indien gewenst een subcutane mastectomie laten uitvoeren, maar er blijft altijd wat borstweefsel ter plaatse. Onder invloed van behandeling met androgenen ziet men bij hen ontwikkeling van fibreus weefsel, maar ook een opregulering van oncogenen.Een team van de Vrije Universiteit Amsterdam voerde een retrospectief onderzoek uit bij transgenders die met hormonen behandeld waren. Dit centrum begeleidt meer dan 95% van de transgenderpopulatie in Nederland.De bestudeerde populatie omvatte 2.260 transvrouwen en 1.229 trans-mannen, die tussen 1972 en 2016 de genderkliniek bezochten. Van de 2.260 transvrouwen kregen er 15 invasieve borstkanker, op de gemiddelde leeftijd van 50 jaar en na een gemiddelde van 18 jaar hormoonbehandeling. Dat is 46 maal meer dan bij cismannen ('gewone' mannen, die zich in overeenstemming voelen met hun mannelijk gender), maar staat slechts in een verhouding van 30% ten opzichte van de incidentie bij cisvrouwen.Van de 1.229 transmannen kregen er vier invasieve borstkanker, op de gemiddelde leeftijd van 47 jaar en aan een gemiddelde van 15 jaar hormoon behandeling. Dat betekent maar 20% van de incidentie bij cisvrouwen. Drie gevallen deden zich voor verschillende jaren na de subcutane mastectomie, het vierde kwam aan het licht op het ogenblik van de mastectomie.De huidige aanbevelingen schrijven voor dat transvrouwen, alsook trans-mannen die geen mammectomie hebben gekregen zich het best om de twee jaar laten onderzoeken met mammografie vanaf de leeftijd van 50 jaar én als ze minstens vijf jaar hormonen nemen. Bij transmannen die een subcutane mastec-tomie hebben gehad, gaat men ervan uit dat mammografie geen optie is, omdat er te weinig borstweefsel overblijft. Bij deze mensen beveelt men zelfonderzoek aan, zonder duidelijke bewijzen dat dit een eficiënte maatregel is.De gemiddelde leeftijd waarop de diagnose borstkanker in de onderzochte populatie werd gesteld, was zowel voor transvrouwen als voor transmannen lager dan bij cisvrouwen (61 jaar in Nederland). Toch vinden de Nederlandse auteurs niet dat er redenen zijn om de huidige aanbevelingen te wijzigen en transgenders vanaf jongere leeftijd te gaan screenen. Het risico is immers laag, zo argumenteren ze. Bij oudere transgenders kan een hormoonstop overwogen worden, om het risico te beperken. Ten slotte moeten artsen voor ogen houden dat transmannen die administratief hun genderidentiteit gewijzigd hebben, niet zullen worden opgeroepen voor het bevolkingsonderzoek.