...

Dokter Maurice Joris uit Luik is sinds 1999 actief in het tennis. Hij was twaalf jaar betrokken bij de Belgische Davis Cup-ploeg, die hij in 2017 in Duitsland de achtste finale zag winnen tegen het gastland. Hij begeleidde ook David Goffin toen hij in de Masters op Flushing Meadow de finale speelde en het (voorlopige) hoogtepunt van zijn carrière bereikte.Dit jaar ging dr. Joris met pensioen, "maar ik werk nog een 20-tal uur in een lab voor inspanningsfysiologie en ik heb nog enkele tennissers die ik bijsta, onder wie David Goffin, Steve Darcis en Arthur De Greef. We werken dan zes, zeven uur per dag gedurende een dag of twee samen".Hoe staat u hen als dokter bij?Ik werk op drie vlakken, want bovenop mijn diploma van sport-geneeskunde heb ik een diploma voor fysiologie en osteopathie, waardoor ik ook veel kennis heb van biomechanica. En ik ben erg geïnteresseerd geraakt in neurowetenschap. Ten derde heb ik onderzoek gedaan naar het biochemische aspect van inspanningen. Want als je een bloedanalyse neemt bij Jan-met-de-pet kan je zeggen of dat bloedbeeld normaal is of niet. Maar bij een tennisspeler kan je verder analyseren om te zien of hij ook goed functioneert.Je bent niet op zoek naar een ziekte, maar naar ' un trouble de fonction'. Dat is niet hetzelfde. Op basis daarvan kunnen we voedingssupplementen geven om gemakkelijker te recupereren. Dat kan ook afhankelijk zijn van de ondergrond waarop ze spelen. We passen daar de biochemische recuperatie op aan. Op een synthetische ondergrond gaat het spel heel snel, dus moet je de spieren meer laten recupereren, op gravel zijn er meer balwisselingen en worden de spieren vermoeider op biochemisch vlak, in plaats van op het niveau van de structuur zoals bij een synthetische ondergrond. Op gras moet je dan weer elastische energie hebben, omdat de spieren veel meer hypertonisch functioneren - er zit meer spanning op - waardoor je ze meer op vasculair niveau moet laten recupereren, bijvoorbeeld.Op het niveau van de hersenen vinden andere processen plaats op de verschillende ondergronden. Op gravel zijn ze vooral hypergeconcentreerd door de lange balwisselingen en komt het erop aan daarna snel te kunnen loslaten. Bij snel spel zoals op gras of een synthetische ondergrond moet je voor het mentale herstel de neurotransmitters sneller laten recupereren. Voor voedingssupplementen baseer ik mij op aanbevelingen van professor Franco van de UCL en professor Hespel van de KUL, de beste twee in België. Van pijnstillers ben ik geen fan, omdat die ook op de lever inwerken en die belast je dan te veel, zo meen ik.Hoe heeft u het tennis op medisch vlak zien veranderen sinds u in 1999 begon?De fysieke voorbereiding is veel uitgebreider en gevarieerder geworden. We laten tennissers nu bijvoorbeeld op twee of drie taken tegelijkertijd trainen: ze moeten lopen terwijl ze naar een doel kijken en ze moeten stoppen als het beweegt. Maar er is ondertussen ook nog een derde doel dat ze in het oog moeten houden. Zo werken we met meerdere stimuli om het brein in alert te krijgen. Bovendien spart Goffin tegen andere spelers uit de top 30 als training. Dat haalt het niveau omhoog. Toen ik in Monaco bij zijn voorbereiding was, speelde hij twee à drie uur tennis tegen spelers uit de top 20. Waarna er nog anderhalf uur à twee uur fysieke training volgde. En als ze trainen, is dat aan 100 procent. Dat is zoals voetbal op Champions League-niveau. Maar er is een menselijke limiet aan, natuurlijk. Goffin stond in 2017 zevende op de wereldranglijst en speelde de finale van de Masters, maar nu recupereert hij nog altijd.Hij heeft ook zijn deel van de blessures gehad.In februari 2017 kreeg hij een bal in zijn oog, op Roland Garros bleef hij met zijn voet hangen in het net, in 2018 viel hij fysiek terug en in 2019 is hij veranderd van trainer, wat ook een aanpassing vergde. Nu begint hij stilaan weer beter te worden. Hij zal in de komende maanden nog groeien. Hij heeft hem bijna anderhalf jaar gekost om te recupereren. Dat is ergens normaal.Met welk gevoel kijkt u nu naar het tennis?Ik wind mij niet meer zo op. De aarde blijft toch draaien ( lacht). Maar sport blijft voor mij een religie. Veertig jaar geleden heb ik gehandbald - ik sport al sinds mijn twaalfde. Sinds ik de 65 gepasseerd ben, loop ik nog en ik doe aan nordic walking, maar met tennissen ben ik op mijn zestigste gestopt. Wat ik altijd leuk heb gevonden in de sport, is dat er veel onderzoek gebeurt. Nu verdiep ik mij voor de inspanningstesten bijvoorbeeld in het functioneren van het hart bij adolescenten. Ik blijf mijzelf bijscholen, ook al ben ik met pensioen.