...

De onderzoeken betreffen meestal de aanrekening van niet-uitgevoerde verstrekkingen. De Dienst voor geneeskundige evaluatie en controle (DGEC) van het Riziv start een onderzoek na een externe melding (bijvoorbeeld door een patiënt die vaststelt dat een niet-verstrekte behandeling werd aangerekend) of op basis van eigen risicoanalyses.Vorig jaar werden 705 analyses afgerond bij individuele zorgverleners - waaronder 445 (thuis-)verpleegkundigen, 105 artsen en 93 tandartsen. Bij de artsen spoorde de inspectiedienst 4,5 miljoen euro aan onterechte aanrekeningen op, bij thuisverpleegkundigen bijna drie miljoen euro en bij de tandartsen meer dan twee miljoen euro. 159 onderzoeken betroffen zorginstellingen en organisaties. Niet al deze onterechte aanrekeningen zijn kwaadwillig. De dienst maakt een onderscheid tussen 'vergissingen', 'misbruiken' (bijvoorbeeld upcoding - een duurdere prestatie aanrekenen dan degene die geleverd werd) en intentionele fraude. Meer dan de helft van het onterecht aangerekende bedrag was het gevolg van administratieve vergissingen, fouten in het facturatieproces of een verkeerde interpretatie van de regelgeving. Het DGEC informeert de zorgverlener dan over de correcte toepassing (341 gevallen) of geeft een waarschuwing bij een minieme inbreuk (64 gevallen). In 141 gevallen stelde de DGEC een weinig ernstige inbreuk vast, waarbij een totaalbedrag van acht miljoen euro vrijwillig werd terugbetaald. Bij 89 ernstige of intentionele inbreuken, samen goed voor negen miljoen euro, werd een administratieve procedure gestart, en in 72 gevallen werd het dossier overgemaakt aan een andere instantie, zoals het parket, de Orde der artsen, het FAGG of het Arbeidsauditoraat. Zowel het aantal dossiers als het bedrag lijken klein in verhouding tot het aantal gezondheidszorgbeoefenaars en het totale budget van de gezondheidszorg in ons land. Toch blijft controle belangrijk, zei administrateur-generaal Benoît Collin van het Riziv bij de voorstelling van het jaarverslag van de DGEC. "Elke euro die onterecht aangerekend wordt, kan niet worden uitgegeven aan wie echt zorg nodig heeft." Alleen al het feit dat er controles gebeuren, heeft een afschrikkend effect. Maar net als in de gezondheidszorg zelf brengt preventie meer op dan ingrijpen als het te laat is, zegt Philip Tavernier, arts-directeur-generaal bij de DGEC. In 2013 werden daarom tien sensibiliseringsacties georganiseerd bij verschillende beroepsgroepen. De dienst kan ook indicatoren voor appropriate care voorstellen aan de Nationale Raad voor Kwaliteitspromotie (NRKP). In 2013 werden onder meer indicatoren gepubliceerd over voorschrijfgedrag van huisartsen voor antibiotica. Binnenkort ontvangen huisartsen een individueel profiel waarmee ze hun voorschrijfgedrag kunnen vergelijken met de indicator. Dergelijke interventies hebben een grote en blijvende impact, zegt Tavernier. Ook een preventiemaatregel is dat de DGEC betrokken wordt bij de nomenclatuurhervorming; alle nieuwe teksten werden door de dienst nagelezen om onduidelijkheden eruit te halen die ruimte zouden bieden voor een foutieve of creatieve toepassing van de regels.