Na duurzame, groene beleggingsfondsen en andere ESG-varianten hebben verschillende beheerders onlangs fondsen gelanceerd die de ambitie hebben om de biodiversiteit te beschermen. Is dit een marketingvondst of een overtuigende nieuwe benadering?
...
Het acroniem ESG, voor Environment, Social en Governance, wordt meestal gebruikt om activa aan te duiden die als duurzaam worden beschouwd. En dit gebeurt in steeds bredere zin: lange tijd stond vooral het milieu centraal, daarna ging er meer aandacht naar het sociale aspect. Maar ook het milieuaspect kreeg geleidelijk een ruimere invulling. Na de negatieve benadering (geen steenkoolproducenten in de portefeuilles) schakelde men grotendeels over naar een positieve benadering, met fondsen die zich bijvoorbeeld richten op producenten van windturbines, op bedrijven die actief zijn in afvalverwerking, op het vlak van energie-efficiëntie, waterzuivering, enz. De bescherming van het milieu in ruime zin dus, en tegelijk ook die van de natuur, maar dan op indirecte manier. En vandaag verwijzen sommige beheerders dus rechtstreeks naar deze natuur en beweren zij de biodiversiteit te beschermen. "De springspin toont hoe een klein schepsel de enorme uitdaging waar de natuurbescherming voor staat kan belichamen. Zijn grootste kwaliteit is dat zijn basisvoeding vooral uit muggen bestaat. De springspin vermindert dus de populatie muggen, wat niet alleen het aantal beten beperkt, maar ook de verspreiding van malaria. De afname van de populaties van deze spin heeft dus invloed op de levenskwaliteit van de mens." Deze kleine tekst komt niet uit een fragment van een natuurprogramma of uit een wetenschappelijk tijdschrift, maar wel uit de presentatie van een fonds van Robeco met een biodiversiteitslabel. Zo verrassend is het nu ook weer niet dat deze vermogensbeheerder deze koers vaart, met de lancering van het fonds RobecoSAM Biodiversity Equities op 31 oktober 2022. Want ESG-criteria zitten duidelijk in de genen bij Robeco: van het totale beheerd vermogen van ? 171 miljard eind vorig jaar droeg niet minder dan 168 miljard de ESG-stempel! En dat engagement gaat soms heel ver: in 2019 heeft de Nederlandse groep samengewerkt met het bedrijf Satelligence om per satelliet na te gaan in hoeverre bossen in Maleisië en Indonesië worden vernietigd om plaats te maken voor oliepalmen. De in Zürich gevestigde SAM-divisie is gespecialiseerd in ESG-kwesties. Verschillende fondsen van de groep vermelden ondertussen RobecoSAM in hun naam. Ze richten zich op slimme energie of duurzaam water, zoals uit hun naam kan afgeleid worden. Allemaal mooie woorden, maar hoe ziet dat er in de praktijk uit? Welke aandelen zijn opgenomen in de portefeuille van het fonds RobecoSAM Biodiversity en waarom? Sommige participaties kunnen verrassend zijn. De eerste positie, met 5,5% van het totaal, wordt ingenomen door Kering, de Franse groep van luxeproducten van de familie Pinault, voorheen bekend als PPR. Het overkoepelt merken als Balenciaga, Boucheron, Saint Laurent en niet te vergeten: Gucci. De verklaring is eenvoudig: 100% van de gebruikte grondstoffen zijn duurzaam, aldus Robeco. Het prestigieuze familiebedrijf zou dus kunnen teruggrijpen naar de reclameslogan van Renault en die als volgt aanpassen: wat als duurzaam staat voor echte luxe? Op de tweede plaats prijkt het Amerikaanse studie- en adviesbureau AECOM, vanwege zijn focus op milieuvriendelijke diensten. De derde plaats gaat naar Unilever, de Brits-Nederlandse reus in voedings- en schoonmaakproducten (Knorr, Lipton, Ola, Axe, Cif, Dove,...). De reden: de sterke betrokkenheid van Unilever wat betreft het klimaat en de natuurbescherming, alsook bij de strijd tegen afval. De groep geeft aan dat ze wereldwijd 67% van de landbouwgrondstoffen uit duurzame bronnen haalt en gebruikmaakt van 100% hernieuwbare elektriciteit.Andere posities worden ingenomen door het Zwitserse Sika, producent van bouwmaterialen maar ook marktleider in het installeren van groendaken in Noord-Amerika, zo onderstreept Robeco. Beiersdorf is een grote naam in huidverzorgingsproducten, met Nivea als topmerk. Dit Duitse bedrijf werd uitgekozen vanwege het zeer hoge niveau van certificering van zijn grondstoffen met betrekking tot ontbossing. Naast Valmont Industries, een leider in waterbesparende irrigatietechnologieën, vinden we ook Darling Ingredients terug in de selectie, een Amerikaanse reus in de recyclage van organisch afval tot brandstoffen. Vandaag gaat het om diesel, maar de fabriek in aanbouw in Port Arthur (Texas) zou in 2025 vliegtuigbrandstof moeten leveren. De portefeuille van het fonds is vrij geconcentreerd en bestaat uit ongeveer 40 aandelen, waarvan de top tien goed is voor 44% van het totaal. De Nederlandse vermogensbeheerder is niet de enige met ambitie om de biodiversiteit te beschermen. Morningstar, het toonaangevende fondsanalysebedrijf, bracht onlangs wereldwijd een twintigtal van dergelijke fondsen onder de aandacht. Dichter bij huis was het Tocqueville Finance, een dochteronderneming van de Franse Banque Postale, dat eind november een fonds met dit thema lanceerde. "Wat er op het spel staat is cruciaal: (volgens het WWF) is 55% van het mondiale BBP gebaseerd op diensten die de natuur voortbrengt, terwijl meer dan een miljoen soorten al met uitsterven worden bedreigd", merkte de beheerder op bij de lancering van Tocqueville Biodiversity, "dat bedrijven selecteert die oplossingen bieden voor de uitdagingen van het behoud van de biodiversiteit en het natuurlijk kapitaal." En wat betekent dat op het terrein, in de portefeuille dus? Het is meteen duidelijk dat die portefeuille al goed dooreengeschud werd! Eind december bedroeg het gewicht van de Franse groep Veolia Environnement, een reus in afvalverwerking, maar ook in water- en energiebeheer, meer dan 14%, wat excessief leek. Eind februari, wanneer de samenstelling van de portefeuille voor het laatst werd gepubliceerd, bleek dit aandeel verdwenen, net als alle andere in de top 10! Vreemd toch... en dat vinden we ook als we kijken naar wie momenteel de vijfde en zesde plaats inneemt: Ahold Delhaize en Carrefour. Dan begrijpen we beter de eerste positie van het Japanse Kurita Water Industries, specialist in systemen voor de optimalisering van watergebruik. Net als de tweede plaats, die toekomt aan zijn Amerikaanse concurrent Xylem, met als motto Let's solve water. Met een gewicht van ongeveer 3% staat het Amerikaanse Ingersoll Rand derde, specialist in industriële compressoren maar ook in lift- en tilmateriaal. De top 10 wordt afgesloten door het Amerikaanse Danaher, een gediversifieerde groep die gespecialiseerd is in diagnostics, maar ook in technieken om water zuiver te houden. Is die bescherming van de biodiversiteit dan eerder een marketingtruc of getuigt dit van een diepe overtuiging? Het ene staat het andere niet in de weg! Na bestudering van de portefeuilles, die van Robeco waarschijnlijk meer dan die van Tocqueville, is het duidelijk dat deze benadering wel degelijk steek houdt. Ook al is het verschil met andere ESG-fondsen, vooral die gericht op het milieu, niet per se duidelijk. Dat moeten we erkennen.