Waarde minister,

Laat me met het goede nieuws beginnen.

In mijn studententijd had ik een negatief beeld over u, eerder gestoeld op een vooroordeel, omdat ik uit een katholiek nest kom, dan op inhoudelijke argumenten. In de loop der jaren heb ik uw aanpak als minister meer en meer leren appreciëren, omdat ik toch het gevoel kreeg dat u de zaken academisch aanpakte en niet 'politiek'.

Daarbij, gezondheidseconomie (ik heb dat vak nog in avondschool gevolgd aan de UAntwerpen) is extreem ingewikkeld, omdat iedereen het bekijkt vanop zijn eigen eilandje en het daarom ook altijd 'beter weet'. Al die eilandjes goed met elkaar doen werken, is uw taak, wat een uitdaging is.

Na deze vriendelijke woorden wil ik u graag feedback geven vanuit één van de weinige 'New Deal'-praktijken in het land. Om dat te doen zal ik eerst een beeld schetsen van onze huisartsenpraktijk en waarom we in de New Deal ingestapt zijn.

Initieel waren we een duopraktijk met twee huisartsen, een haio en een onthaalbediende (die goud waard is). We kreunden echter onder de werkdruk: enerzijds zijn heel wat huisartsen gestopt rond de covidperiode, anderzijds is de job van huisarts 'zwaarder' geworden. Onze praktijk zit op Linkeroever, wat op zich een fijne multiculturele regio is, maar er zijn vijf punten die het voor ons zwaar maken:

1) De sociale problematiek. De werking van het CAW is serieus afgebouwd (ik weet het, dat is een regionale bevoegdheid). Ik heb dat nooit goed begrepen: net bij degenen die sociaal achtergesteld zijn en daardoor weinig politieke invloed hebben, wordt de o zo noodzakelijke ondersteuning ingetrokken? Uiteindelijk komen ze bij de huisarts terecht, waar een consult een luttele één euro kost ... In se is dit een verborgen kostenverschuiving van regionaal naar federaal.

2) De psychiatrische problematiek. Ik weet niet hoe het komt, maar de ondersteuning voor psychiatrische patiënten in onze praktijk is fenomenaal gestegen sinds covid. Dat heeft ertoe geleid dat we ons serieus hebben moeten verdiepen in deze materie. Ik voel me soms een mini-psychiater. We hebben het dan echt niet over depressies of burn-out, maar over autisme, psychoses en persoonlijkheidsstoornissen. We doen dat graag, maar het is intens en zwaar.

3) Het woonzorgcentrum. Sinds enkele jaren ben ik CRA van een redelijk groot WZC. Dat is niet eenvoudig. De WZC's in het algemeen kreunen onder kwaliteitsproblemen wegens verloop van personeel, te weinig personeel en problematisch personeel. Hun grootste probleem is de gebrekkige financiering (en in tegenstelling tot de ziekenhuizen kan men hier niet aan overconsumptie doen 'om te overleven'). Ik weet het, dat is alweer regionale materie, maar het probleem moet erkend worden.

Daarnaast is de zorg voor de ouderen complexer geworden: het WZC is quasi een mini-geriatrische afdeling die niet dezelfde middelen heeft als een ziekenhuis. Daarbij is ook hier heel wat gerontopsychiatrie (en dan heb ik het niet over dementie) waarvoor het verzorgend personeel niet voldoende is opgeleid.

4) De complexiteit van de zorg in het algemeen. Huisartsgeneeskunde is een ander vak geworden tegenover 10 of 15 jaar geleden. Alleen al de evolutie op gebied van cardiologie en diabetes vereist een veel intensievere zorg en bijscholing. Anderzijds merken we ook dat de zorg van de ziekenhuizen naar ons wordt doorgeschoven, vermoedelijk wegens besparingen en de numerus fixus (die ook een begrijpelijke besparingsmaatregel is).

5) Administratie: deze neemt nog steeds toe. De patiënt beseft dit niet. De overheid zegt dat ze het beseft, maar ik zie nog geen acties. Ik schets u wat voorbeelden uit de praktijk van elke dag. Kan de dokter voor een labo-aanvraag zorgen? Kan hij dit sportattest tekenen? Kan ik een afwezigheidsattest voor op mijn werk krijgen? Bij een vraag naar herhaalvoorschriften moet nagekeken worden of er wijzigingen zijn, en of er kans is op misbruik. Een apotheker vraagt of ik 'vandaag nog' een voorschrift voor een mobiliteitshulpmiddel in orde kan brengen. Een andere apotheker heeft slaapmedicatie al afgeleverd maar heeft nog een voorschrift nodig (extra werk, omdat ik met die apotheker in gesprek moet gaan, omdat ik echt niet wil dat er benzo's zonder voorschrift afgeleverd worden). Het verwerken van de specialistenbrieven: daar zit je minimaal een uur per dag aan. Al die administratie wordt niet vergoed. Het enige wat vergoed werd - de telefonische consulten - wordt nu naar nul herleid. Dat laatste gaan de huisartsen u echt niet in dank afnemen.

Ik vermoed dat de overheid tevreden is over de New Deal: er wordt meer zorg geleverd op het niveau van de eerste lijn en het is goedkoper dan een extra huisarts

Maar dus: we hadden besloten om in te stappen in de New Deal. Een praktijkverpleegkundige zou wel fijn zijn, zodat we een taakdelegatie kunnen realiseren en ons meer kunnen focussen op de essentiële zaken. En als ze tijd over heeft, kan de praktijkverpleegkundige aan populatiemanagement doen (uitstrijkjes organiseren, etc).

Maar als ik die praktijkverpleegkundige nu even bekijk vanuit financieel oogpunt (dus pure gezondheidseconomie), dan frons ik toch de wenkbrauwen.

De praktijkverpleegkundige is zelfstandige en werkt à rato van 50 euro per uur, wat een marktconforme prijs is - vraag dat maar aan de WZC's. Ze werkt 30 uur per week en kost mij dus 6.500 euro per maand. We krijgen via de New Deal een maandelijkse subsidie van 4.142 euro per maand (we zitten net onder de drempel van 2.500 patiënten). Reken maar uit: we moeten dus 2.358 per maand bijbetalen. Dat is een feit.

Hét argument om de New Deal te promoten is dat de overheid een extra werkkracht betaalt, dus daar moet je dankbaar voor zijn. Maar de redenering klopt niet. Een slager die een extra werkkracht krijgt, zal zijn omzet zien stijgen. Met de verpleegkundige stijgt de omzet van de praktijk niet, want de verpleegkundige mag geen consultatie aanrekenen. Die moet volgens de regels van de New Deal gratis werken.

Het tweede argument is dat de captatiefinanciering stijgt doordat meer patiënten zich kunnen inschrijven, nu er ook een praktijkverpleegkundige is. De praktijk krijgt ongeveer 11 euro maand extra per ingeschreven patiënt, wat betekent dat er 214 nieuwe patiënten zich moeten inschrijven om break-even te zijn voor de praktijkverpleegkundige.

Maar dan gaat de praktijk weer kopje onder door de gestegen werkdruk, waardoor ik weer meer personeel nodig heb, wat mij dan weer kost - en de cirkel is weer rond.

Buiten de directe personeelskost zijn er nog kosten voor de opleiding, supervisie, materiaal (we hebben nog nooit zoveel verbandmateriaal gekocht) die niet in rekening worden gebracht.

Hét argument om de New Deal te promoten is dat de overheid een extra werkkracht betaalt. Maar de redenering klopt niet.

Het komt er dus op neer dat we nog steeds meer werken in onze praktijk én dat het ons ook nog eens meer geld kost. Het enige dat gedaald is, is ons schuldgevoel, omdat we de patiëntenstop hebben opgeheven. Maar is het dat waard?

Ik vermoed dat de overheid tevreden is over de New Deal: er wordt meer zorg geleverd op het niveau van de eerste lijn en het is goedkoper dan een extra huisarts. Ik kom daarom met twee voorstellen om de New Deal te verbeteren.

1) Behoud de captatiefinanciering en de verlaagde prestatiefinanciering, maar laat de verpleegkundige ook prestaties aanrekenen. Zij leveren immers dezelfde zorg als de huisarts. Na 139 contacten ben ik dan break-even inzake loonkost, de rest is voor verloning van supervisie, opleiding, et cetera.

2) Stel 'pay for quality' in. Een deel van de subsidie voor de verpleegkundige kan hiervan afhangen. Er zijn enkele heel makkelijke indicatoren voor diabetes, maar ook voor opvolging van bevolkingsonderzoeken, et cetera.

Tot zover mijn feedback.

Met nederige groet,

Waarde minister, Laat me met het goede nieuws beginnen. In mijn studententijd had ik een negatief beeld over u, eerder gestoeld op een vooroordeel, omdat ik uit een katholiek nest kom, dan op inhoudelijke argumenten. In de loop der jaren heb ik uw aanpak als minister meer en meer leren appreciëren, omdat ik toch het gevoel kreeg dat u de zaken academisch aanpakte en niet 'politiek'. Daarbij, gezondheidseconomie (ik heb dat vak nog in avondschool gevolgd aan de UAntwerpen) is extreem ingewikkeld, omdat iedereen het bekijkt vanop zijn eigen eilandje en het daarom ook altijd 'beter weet'. Al die eilandjes goed met elkaar doen werken, is uw taak, wat een uitdaging is.Na deze vriendelijke woorden wil ik u graag feedback geven vanuit één van de weinige 'New Deal'-praktijken in het land. Om dat te doen zal ik eerst een beeld schetsen van onze huisartsenpraktijk en waarom we in de New Deal ingestapt zijn. Initieel waren we een duopraktijk met twee huisartsen, een haio en een onthaalbediende (die goud waard is). We kreunden echter onder de werkdruk: enerzijds zijn heel wat huisartsen gestopt rond de covidperiode, anderzijds is de job van huisarts 'zwaarder' geworden. Onze praktijk zit op Linkeroever, wat op zich een fijne multiculturele regio is, maar er zijn vijf punten die het voor ons zwaar maken: 1) De sociale problematiek. De werking van het CAW is serieus afgebouwd (ik weet het, dat is een regionale bevoegdheid). Ik heb dat nooit goed begrepen: net bij degenen die sociaal achtergesteld zijn en daardoor weinig politieke invloed hebben, wordt de o zo noodzakelijke ondersteuning ingetrokken? Uiteindelijk komen ze bij de huisarts terecht, waar een consult een luttele één euro kost ... In se is dit een verborgen kostenverschuiving van regionaal naar federaal. 2) De psychiatrische problematiek. Ik weet niet hoe het komt, maar de ondersteuning voor psychiatrische patiënten in onze praktijk is fenomenaal gestegen sinds covid. Dat heeft ertoe geleid dat we ons serieus hebben moeten verdiepen in deze materie. Ik voel me soms een mini-psychiater. We hebben het dan echt niet over depressies of burn-out, maar over autisme, psychoses en persoonlijkheidsstoornissen. We doen dat graag, maar het is intens en zwaar. 3) Het woonzorgcentrum. Sinds enkele jaren ben ik CRA van een redelijk groot WZC. Dat is niet eenvoudig. De WZC's in het algemeen kreunen onder kwaliteitsproblemen wegens verloop van personeel, te weinig personeel en problematisch personeel. Hun grootste probleem is de gebrekkige financiering (en in tegenstelling tot de ziekenhuizen kan men hier niet aan overconsumptie doen 'om te overleven'). Ik weet het, dat is alweer regionale materie, maar het probleem moet erkend worden.Daarnaast is de zorg voor de ouderen complexer geworden: het WZC is quasi een mini-geriatrische afdeling die niet dezelfde middelen heeft als een ziekenhuis. Daarbij is ook hier heel wat gerontopsychiatrie (en dan heb ik het niet over dementie) waarvoor het verzorgend personeel niet voldoende is opgeleid. 4) De complexiteit van de zorg in het algemeen. Huisartsgeneeskunde is een ander vak geworden tegenover 10 of 15 jaar geleden. Alleen al de evolutie op gebied van cardiologie en diabetes vereist een veel intensievere zorg en bijscholing. Anderzijds merken we ook dat de zorg van de ziekenhuizen naar ons wordt doorgeschoven, vermoedelijk wegens besparingen en de numerus fixus (die ook een begrijpelijke besparingsmaatregel is). 5) Administratie: deze neemt nog steeds toe. De patiënt beseft dit niet. De overheid zegt dat ze het beseft, maar ik zie nog geen acties. Ik schets u wat voorbeelden uit de praktijk van elke dag. Kan de dokter voor een labo-aanvraag zorgen? Kan hij dit sportattest tekenen? Kan ik een afwezigheidsattest voor op mijn werk krijgen? Bij een vraag naar herhaalvoorschriften moet nagekeken worden of er wijzigingen zijn, en of er kans is op misbruik. Een apotheker vraagt of ik 'vandaag nog' een voorschrift voor een mobiliteitshulpmiddel in orde kan brengen. Een andere apotheker heeft slaapmedicatie al afgeleverd maar heeft nog een voorschrift nodig (extra werk, omdat ik met die apotheker in gesprek moet gaan, omdat ik echt niet wil dat er benzo's zonder voorschrift afgeleverd worden). Het verwerken van de specialistenbrieven: daar zit je minimaal een uur per dag aan. Al die administratie wordt niet vergoed. Het enige wat vergoed werd - de telefonische consulten - wordt nu naar nul herleid. Dat laatste gaan de huisartsen u echt niet in dank afnemen. Maar dus: we hadden besloten om in te stappen in de New Deal. Een praktijkverpleegkundige zou wel fijn zijn, zodat we een taakdelegatie kunnen realiseren en ons meer kunnen focussen op de essentiële zaken. En als ze tijd over heeft, kan de praktijkverpleegkundige aan populatiemanagement doen (uitstrijkjes organiseren, etc). Maar als ik die praktijkverpleegkundige nu even bekijk vanuit financieel oogpunt (dus pure gezondheidseconomie), dan frons ik toch de wenkbrauwen.De praktijkverpleegkundige is zelfstandige en werkt à rato van 50 euro per uur, wat een marktconforme prijs is - vraag dat maar aan de WZC's. Ze werkt 30 uur per week en kost mij dus 6.500 euro per maand. We krijgen via de New Deal een maandelijkse subsidie van 4.142 euro per maand (we zitten net onder de drempel van 2.500 patiënten). Reken maar uit: we moeten dus 2.358 per maand bijbetalen. Dat is een feit.Hét argument om de New Deal te promoten is dat de overheid een extra werkkracht betaalt, dus daar moet je dankbaar voor zijn. Maar de redenering klopt niet. Een slager die een extra werkkracht krijgt, zal zijn omzet zien stijgen. Met de verpleegkundige stijgt de omzet van de praktijk niet, want de verpleegkundige mag geen consultatie aanrekenen. Die moet volgens de regels van de New Deal gratis werken. Het tweede argument is dat de captatiefinanciering stijgt doordat meer patiënten zich kunnen inschrijven, nu er ook een praktijkverpleegkundige is. De praktijk krijgt ongeveer 11 euro maand extra per ingeschreven patiënt, wat betekent dat er 214 nieuwe patiënten zich moeten inschrijven om break-even te zijn voor de praktijkverpleegkundige. Maar dan gaat de praktijk weer kopje onder door de gestegen werkdruk, waardoor ik weer meer personeel nodig heb, wat mij dan weer kost - en de cirkel is weer rond.Buiten de directe personeelskost zijn er nog kosten voor de opleiding, supervisie, materiaal (we hebben nog nooit zoveel verbandmateriaal gekocht) die niet in rekening worden gebracht.Het komt er dus op neer dat we nog steeds meer werken in onze praktijk én dat het ons ook nog eens meer geld kost. Het enige dat gedaald is, is ons schuldgevoel, omdat we de patiëntenstop hebben opgeheven. Maar is het dat waard? Ik vermoed dat de overheid tevreden is over de New Deal: er wordt meer zorg geleverd op het niveau van de eerste lijn en het is goedkoper dan een extra huisarts. Ik kom daarom met twee voorstellen om de New Deal te verbeteren. 1) Behoud de captatiefinanciering en de verlaagde prestatiefinanciering, maar laat de verpleegkundige ook prestaties aanrekenen. Zij leveren immers dezelfde zorg als de huisarts. Na 139 contacten ben ik dan break-even inzake loonkost, de rest is voor verloning van supervisie, opleiding, et cetera. 2) Stel 'pay for quality' in. Een deel van de subsidie voor de verpleegkundige kan hiervan afhangen. Er zijn enkele heel makkelijke indicatoren voor diabetes, maar ook voor opvolging van bevolkingsonderzoeken, et cetera. Tot zover mijn feedback. Met nederige groet,