...
In coronatijden baren bergen geen vleermuizen, maar als vanouds gewone muizen. Zo werden er recent weer enkele over euthanasie gebaard waar de corona van geïnteresseerden nauwelijks oog voor had, daar exit momenteel meer beklijft dan RIP. Jarenlang was het een doorn in het oog van gedreven ideologen dat een arts met gewetensbezwaren omtrent euthanasie niet verplicht was zijn patiënt te verwijzen naar een collega die daar anders over dacht. Een zuiver principieel probleem daar het in de praktijk erg onwaarschijnlijk is dat een patiënt die aan euthanasie denkt Distelmans niet kent. Maar het streven was dat de wetgever de arts zijn mond zou openbreken en dwingen tot het prevelen van die naam. Artikel 14 van de wet betreffende euthanasie bepaalt uitdrukkelijk dat geen enkele arts kan gedwongen worden tot het uitvoeren van euthanasie, en stelt in de volgende paragraaf dat niemand tot medewerking aan euthanasie kan gedwongen worden. Verwijzen wordt gezien als een vorm van medewerken en daartoe verplichten is strijdig met artikel 14 zodat men dacht het probleem op te lossen door bij gewetensbezwaar de verplichte verwijzing te voorzien in de wet. Tijdens de vorige legislatuur werd een wetsvoorstel in die zin ingediend door Muriel Gerkens (Ecolo) en Anne Dedry (Groen). Onbegrijpelijk is dat de Nationale Raad van de Orde der artsen de artsen bij gewetensbezwaren omtrent euthanasie tot verwijzing verplicht, wat strijdig is met de bestaande wet. Een orde kan wel deontologische verplichtingen toevoegen aan een wet, maar deze mogen er nooit mee in strijd zijn. Vandaar dat het goed was dat het voorstel van de Groenen bij het begin van deze legislatuur opnieuw ingediend werd door partijgenoten Creemers (Groen) en de Laveleye (Ecolo). Het vervolg is verrassend interessant. De Raad van State vermeldt in zijn advies over het voorstel dat "afbreuk wordt gedaan aan de gewetensvrijheid van de betrokken arts, die onder meer voortvloeit uit artikel 9 van het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens doordat hij wordt verplicht om de uitvoering van euthanasie te faciliteren". Iets verderop leest men in het advies: "Indien de stellers toch een regeling willen uitwerken... zou kunnen worden voorzien in een verplichting voor de arts om een algemene informatiebrochure mee te geven met een overzicht van de verschillende levenseindebeslissingen of om te verwijzen naar een bron waar de patiënt de nodige informatie kan vinden. Een dergelijke verplichting kan niet worden geacht afbreuk te doen aan zijn gewetensvrijheid." Hierbij dient te worden vermeld dat de Raad van State verwijst naar het standaardwerk 'Juridische aspecten van zorgverlening aan het levenseinde' van advocaat Evelien Verbeke. De wetgever heeft de essentie van de gemaakte opmerking aanvaard, maar hilarisch is hoe de hint werd vertaald: "De arts die weigert in te gaan op een euthanasieverzoek moet de patiënt...de contactgegevens bezorgen van een centrum of een vereniging die in euthanasierecht zijn gespecialiseerd...". "Zijn" zal een tikfout zijn maar euthanasierecht met als vertaling "specialisé en matière de droit á l'euthanasie" is beschamend daar euthanasie tot vandaag nog steeds geen recht is maar een wet.Zo moeilijk was het toch niet om "wet betreffende euthanasie" (loi relative à l'euthanasie) in de wettekst op te nemen? Daarbij komt nog dat centra of verenigingen gespecialiseerd in euthanasie voor zover kon nagegaan worden, niet bestaan. Leif, Ulteam, Vonkel, Recht op Waardig Sterven, Palliatieve Zorgteams zijn allemaal organisaties die gespecialiseerd zijn in levenseindeproblematiek waaronder euthanasie, zodat het ook wijzer was geweest de Raad van State in dat vlak te volgen. De behandelde problematiek was voor de praktijk niet meer dan een muis, maar werd door de slordige afhandeling een keutel: virologen voor de epidemie en filologen voor de euthanasie.Dr. Ivo Uyttendaele, psychiater, auteur 'De Wetstrijd'