Om te voldoen aan de stijgende vraag naar zorg zijn er in de EU-landen naar schatting 1,2 miljoen artsen, verpleegkundigen en verloskundigen te kort. Dat staat in het 'Health at a Glance 2024'-rapport van de Europese Commissie en de OESO.
...
Twintig EU-landen melden in 2022 en 2023 een tekort aan artsen, terwijl vijftien landen te weinig verpleegkundigen hebben. Een vergrijzende bevolking die de vraag naar gezondheidsdiensten doet toenemen is één verklaring voor dit tekort; een andere is de vergrijzing van de zorgsector zelf. Meer dan een derde van de artsen en een kwart van de verpleegkundigen in de EU zijn ouder dan 55. In België is dat het geval voor 44% van de artsen en 21% van de verpleegkundigen. Tegelijkertijd blijken jongeren in meer dan de helft van de EU-landen minder geneigd om voor een gezondheidszorgberoep te kiezen. Europese landen doen steeds vaker een beroep op buitenlandse gezondheidswerkers. In 2023 was meer dan 40% van de artsen in Noorwegen, Ierland en Zwitserland en meer dan 50% van de verpleegkundigen in Ierland in een ander land opgeleid. Dit is volgens het rapport geen duurzame oplossing, omdat het de tekorten in de thuislanden van de gezondheidswerkers - vaak landen met een lager gemiddeld inkomen - nog acuter maakt. Om de crisis aan te pakken is een meervoudige aanpak nodig. Op korte termijn moeten de arbeidsomstandigheden en de verloning (met name van verpleegkundigen) verbeterd worden. Daarnaast moeten er meer artsen en verpleegkundigen opgeleid worden. De productiviteit kan verhoogd worden door taakdelegatie - veel artsen en verpleegkundigen vinden dat ze overgekwalificeerd zijn voor sommige taken die ze elke dag moeten uitvoeren - en door de inzet van digitale technologieën en AI. De levensverwachting bij geboorte in de EU bedroeg 81,5 jaar in 2023. Dat is vier jaar meer dan in 2000. Vooral in Centraal- en Oost-Europese landen is de levensverwachting toegenomen. Er blijven echter grote verschillen bestaan tussen de EU-lidstaten. In Spanje en Italië lag de levensverwachting meer dan twee jaar boven het EU-gemiddelde, terwijl Letland en Bulgarije er meer dan vijfenhalf jaar onder zaten. Cardiovasculaire aandoeningen en kanker waren in 2021 de belangrijkste doodsoorzaken, gevolgd door covid-19. De kwaliteit van deze extra jaren blijft echter een probleem. Meer dan 40% van de EU-burgers van 65 jaar en ouder heeft twee of meer chronische aandoeningen. Om langer gezond te leven is een paradigmawissel nodig van een reactieve naar een proactieve gezondheidszorg, met preventiemaatregelen tijdens de hele levensloop. Het rapport noemt een hele reeks risico- factoren zoals tabaks-, alcohol- en drugsgebruik, slechte voeding, lichamelijke inactiviteit, overgewicht en obesitas, maar ook milieurisico's zoals extreme temperaturen en luchtvervuiling. In 2021 veroorzaakte blootstelling aan fijn stof (PM2,5) meer dan 253.000 sterfgevallen in de EU, met de hoogste sterftecijfers in Midden- en Oost-Europa. Het aandeel van de bevolking dat blootgesteld wordt aan hete zomerdagen - gedefinieerd als dagen waarop de temperatuur hoger was dan 35°C - steeg van gemiddeld 28% tussen 2000-04 naar gemiddeld 38% tussen 2018-22. Het rapport vraagt ook aandacht voor de verslechterende lichamelijke en geestelijke gezondheid van adolescenten. Het percentage vijftienjarigen dat meerdere gezondheidsklachten rapporteert steeg in de EU van 42% in 2017-18 naar 52% in 2021-22. De impact van de covid-19-lockdowns, problematisch internet- en socialemediagebruik en cyberpesten spelen hier een grote rol. Er zijn grote verschillen in het niveau en de groei van de gezondheidsuitgaven. In 2022 gaf Zwitserland met 5.630 euro per persoon het meest uit aan gezondheidszorg. Van de EU-landen geeft Duitsland het meest uit per persoon; België staat op de vijfde plaats binnen de EU, met 4.534 euro per persoon.Gemiddeld stegen de gezondheidsuitgaven per hoofd van de bevolking in de EU-landen in reële termen met 3,6% per jaar tussen 2019 en 2022. Deze groei komt vooral door stijgende budgetten in landen die vandaag een achterstand hebben op het EU-gemiddelde. In Zweden, België en Denemarken stegen de gezondheidsuitgaven in dezelfde periode met minder dan 1% per jaar. In 2022 ging in de hele EU ongeveer 3% van de totale uitgaven van huishoudens naar eigen bijdragen voor gezondheidszorg. Dit aandeel varieerde van minder dan 2% in Luxemburg en Kroatië tot 7,7% in Malta; in België gaat 4,3% van het gezinsbudget naar deze out-of-pocket spending. Het overzichtsrapport Health at a Glance 2024 wordt in 2025 gevolgd door rapporten waarin de specifieke kenmerken en uitdagingen van de gezondheidszorg in elk EU-land worden belicht.