...

In de hele discussie rond de ereloonsupplementen wordt er naar mijn gevoel te weinig ingezoomd op een oude verzuchting van de huisartsen, namelijk de echelonnering. Verschillende disciplines klagen over te lage erelonen voor hun intellectuele act, lees de raadpleging, en volkomen terecht! Wat ze er niet bij vertellen, is dat een groot deel van die raadplegingen even goed bij de huisarts kan gebeuren. Een gekend voorbeeld: veel pediatrische consulten behoren tot de taak van de huisarts of het consultatiebureau van Kind en Gezin. Maar door de zo geprezen vrijheid kiezen veel ouders ervoor om naar de pediater te gaan. Dat vertaalt zich tot de vaak voorkomende situatie tijdens de wacht; op de vraag naar welke huisarts het wachtverslag mag gestuurd worden, komt vaak het antwoord: voor de kinderen gaan we naar de pediater. Daarop antwoord ik steevast met de oneliner: dus als uw kind gezond is gaat u naar de pediater (voor voedingsadvies en vaccins) maar als het ziek is, is een voor u onbekende huisarts wel bekwaam genoeg? Ondertussen klagen veel regionale ziekenhuizen dat ze geen pediaters vinden om hun diensten te laten draaien (idem dito voor onder andere oftalmo en dermato). Echelonnering brengt hierbij soelaas. Het bezoek bij een specialist is alleen maar terugbetaald als de patiënt door de huisarts doorverwezen wordt. Dat kan voor een consult ad hoc zijn of zo nodig voor een lange periode, bijvoorbeeld bij complexe of chronische pathologie. Over de verdere modaliteiten, zoals een degelijke verwijzing door de huisarts, wil ik het hier niet verder hebben. Door deze werkwijze zien de betrokken specialisten de pathologie waarvoor ze zo'n lange opleiding volgden. Hun ereloon wordt substantieel verhoogd door de vrijgekomen budgetten (minder maar nuttigere consultaties), dus budgettair neutraal. Bovendien vermoed ik dat ze ook meer plezier zullen beleven aan de uitoefening van hun beroep. Zo'n omwenteling in ons systeem kan natuurlijk alleen maar gefaseerd gebeuren, dat besef ik ook. Alleen vrees ik dat dit onderwerp voor een bepaald syndicaat totaal onbespreekbaar is.