...

Juridisch bekeken is een kasbon een 'schuldbewijs', net zoals een staatsbon of een obligatie, die wordt uitgegeven door een overheid of een bedrijf. Het betekent dus dat u als spaarder een lening toekent aan de uitgever van de titel, tegen een vastgelegde rente en termijn. Op de vervaldag krijgt u het kapitaal terug en elk jaar (op enkele uitzonderingen na) ontvangt u een coupon op basis van de rentevoet die bij aanvang werd overeengekomen. Er bestaat ook meer complex schuldpapier, zoals converteerbare obligaties (die converteerbaar zijn in aandelen van het bedrijf dat de obligatie heeft uitgegeven) of obligaties met een variabele rente. De kasbon daarentegen is de eenvoud zelve. Welke definitie gebruikt Belfius, de bank die dit product opnieuw lanceert? Als "een schuldbekentenis waarbij de bank er zich toe verbindt om de belegger gedurende de volledige looptijd van de kasbon jaarlijkse interesten te betalen. Bovendien moet Belfius op de vervaldag 100% van het geïnvesteerde kapitaal terugbetalen". Er zijn geen instapkosten te betalen, wat normaal is. De kasbon ontsnapt ook aan de bewaarlonen die gelden voor de meeste effectenrekeningen, zoals altijd het geval is voor 'huisproducten', fondsen en beveks in het bijzonder. Die geldt natuurlijk alleen voor de producten van de uitgevende instelling!Een product van een andere bank is wel onderworpen aan bewaarlonen, waarbij een dergelijke overdracht ook vrij hoge kosten met zich mee kan brengen. Wilt u van bank veranderen, dan is het dus aangeraden om uw aandelen en obligaties, of toch minstens de producten die zijn uitgegeven door deze instellingen die u wilt verlaten, te verkopen.De kasbon is duidelijk gericht op particuliere klanten, net zoals de staatsbon. Een staatsbon is eigenlijk niets anders dan een obligatie die uitgeschreven wordt door de staat en die specifiek bedoeld is voor spaarders: bedrijven en andere rechtspersonen kunnen er niet op inschrijven. Met dit in gedachte zouden we de kasbon van de banken naar analogie met de staatsbon een 'bankbon' kunnen noemen. Maar er is wel één belangrijk verschil tussen beiden: de liquiditeit. Dit begrip drukt uit hoe gemakkelijk het is om een product door te verkopen. Het is duidelijk dat die liquiditeit grotendeels afhangt van de hoeveelheid van het product in omloop, naast de eventuele beursnotering. Een staatsobligatie die enkele miljarden euro's heeft opgehaald zal veel meer 'liquide' zijn dan een kasbon die 40 miljoen euro heeft opgehaald. Staatsbons en obligaties staan automatisch genoteerd op de beurs (Euronext), d.w.z. op een georganiseerde secundaire markt. Dit is niet het geval voor kasbons, waar de secundaire markt in handen is van de uitgevende bank. Het is aan de bank om een koper te vinden voor de spaarder die vóór de vervaldatum wil - of moet - verkopen. Aan zo'n verkoop zijn kosten verbonden. Belfius heeft het over een administratieve kost van 6 euro en een boete van 0,75% bovenop de "herfinancieringsrente die op dat moment van toepassing is". U moet dus ook rekening houden met het niveau van de rentevoeten op dat moment. Is de rente sinds de uitgifte van de kasbon gestegen, dan is deze onvermijdelijk in waarde gedaald en Belfius zal daar rekening mee houden in de prijs die het aanbiedt. Maar er is nog een andere oplossing: de Expert Market van Euronext Brussel. In dit segment van de beurs, dat vroeger bekend stond als "aanvullende openbare veilingen", zijn alle niet-genoteerde effecten welkom die de houder wenst te verkopen. U kunt op elk moment kopen of verkopen, maar de verkoopsessie vindt maar één keer per week plaats, op dinsdag.Een kasbon is een vordering tegenover een bank en komt dus ook in aanmerking voor de overheidsgarantie van ?100.000 per klant en per rekening, op net dezelfde manier als voor een zichtrekening of een depositoboekje. Het voordeel van de kasbon ten opzichte van de staatsbon is dat er een ruime keuze aan looptijden is. Zo biedt Belfius kasbons aan met een looptijd van een tot tien jaar. Er is zowel een klassieke versie, met een jaarlijkse coupon, als een variant met kapitalisatie. We merken daarbij op dat de rente die wordt aangeboden een illustratie is van de huidige situatie van 'omkering van de rentecurve', zoals dat in de financiële wereld wordt omschreven. De hoogste rente, 3% bruto (2,1% netto), hoort bij de looptijd van één jaar, terwijl deze vanaf zeven jaar daalt tot 2,3% (1,61% netto). In normale tijden is het tegenovergestelde waar: de rente stijgt met de looptijd, omdat de onzekerheid (over een stijging van de inflatie en de rente) toeneemt met de tijd. Dit laat zien hoe zeker de markt is dat de rente zal dalen! Terecht of ... onterecht.