Langer leven zonder de kwaaltjes en ziektes die bij ouder worden horen: wie zou dat niet willen? In een nieuw boek geeft Nobelprijswinnaar Venki Ramakrishnan een stand van zaken van het onderzoek naar veroudering.
...
In 2021 begon de Amerikaanse techmiljonair Bryan Johnson met een opvallende behandeling: maandelijkse transfusies met plasma van zijn zeventienjarige zoon. Deze kuur was slechts een onderdeel van een uitgebreid antiverouderingsprogramma dat hem twee miljoen dollar per jaar kost. Johnson volgt een strikt veganistisch dieet, neemt tientallen voedingssupplementen en ondergaat regelmatig medische onderzoeken, begeleid door een team van dertig artsen uit verschillende disciplines. Na zes transfusies van elk één liter plasma besloot Johnson echter te stoppen, omdat hij geen meetbare voordelen kon vaststellen. Johnson is een extreem geval, maar geen uitzondering. Vandaag de dag zijn er wereldwijd meer dan zevenhonderd biotechbedrijven bezig met onderzoek naar het tegengaan van veroudering en het verlengen van de levensduur. Miljarden dollars worden hierin geïnvesteerd. Ouderdom en dood willen vermijden is een fundamenteel menselijk verlangen, stelt Venki Ramakrishnan, een Brits-Amerikaanse bioloog die in 2009 een gedeelde Nobelprijs voor Scheikunde ontving voor zijn onderzoek naar de atomaire structuur van het ribosoom. En het onderscheidt mens van dier: "dat we überhaupt besef hebben van de dood vereist de evolutie van een brein dat in staat is tot zelfbewustzijn." Sinds de mens zich bewust werd van zijn eigen sterfelijkheid, is hij op zoek naar manieren om langer - of zelfs eeuwig - te leven. Daarbij rijst de vraag of er een maximale grens is aan onze levensduur. Hoewel wetenschappers hier geen eenduidig antwoord op hebben, lijkt het er wel op dat we deze grens mogelijk naderen. Na anderhalve eeuw waarin de gemiddelde levensverwachting gestaag steeg, stagneert deze sinds 2011. Veroudering - gedefinieerd als "cumulatieve effecten van chemische schade aan onze moleculen en cellen" - lijkt onontkoombaar. Het proces van veroudering begint geleidelijk met kleine defecten in het complexe systeem van ons lichaam. Deze opstapeling van schade leidt uiteindelijk tot ernstige ouderdomsziekten en, onvermijdelijk, tot het uiteindelijke systeemfalen dat de dood inluidt. Ramakrishnan merkt op: "Je zou kunnen zeggen dat het allemaal komt doordat we zo lang leven dat dit soort schade kan optreden. Het is ironisch dat een van de gevolgen van onze toegenomen levensduur in de afgelopen eeuw de grotere kans is dat we onze laatste jaren met de verschrikkelijke effecten van ziekten zoals alzheimer moeten leven." In het grootste deel van het boek biedt Ramakrishnan een meesterlijk overzicht van recent onderzoek naar de verschillende aspecten van het verouderingsproces. Hij doorspekt de overvloed aan wetenschappelijke details met levendige anekdotes, waardoor de tekst prettig leesbaar blijft. Zo vertelt hij bijvoorbeeld over zijn eigen zorgen wanneer hij zijn paraplu weer eens vergeet en zich afvraagt of zijn neuronen hun werk nog wel goed doen. Ook kersvers Nobelprijswinnaar Gary Ruvkun komt voorbij, in een gastrol als dronken zeeman in een Griekse taverne. Ramakrishnan begint zijn verkenning bij DNA, het fundament van al het leven. Wanneer DNA in een cel beschadigd raakt, kan de cel in een senescente staat belanden, waarin ze zich niet meer deelt. In extreme gevallen krijgt de cel het signaal om zichzelf te vernietigen.Ook de rol van eiwitten bij het verouderingsproces wordt in recent onderzoek steeds duidelijker. Onze lichaamscellen maken duizenden eiwitten aan die nauwkeurig moeten samenwerken om de cel optimaal te laten functioneren. De cel beschikt over verschillende mechanismen om fouten in dat proces te herstellen, maar naarmate we ouder worden, beginnen deze te haperen.Een eenvoudige maatregel om deze achteruitgang te vertragen, is het beperken van calorie-inname en gezond eten. Er wordt dan ook onderzoek gedaan naar medicijnen die de voordelen van calorierestrictie kunnen nabootsen. Daarnaast ontstaan er met het ouder worden ook fouten in de mitochondriën, de energiefabriekjes van onze cellen. Die fouten kunnen kettingreacties veroorzaken die het verouderingsproces versnellen. Bij al deze processen is het moeilijk om oorzaak en gevolg van elkaar te onderscheiden, benadrukt Ramakrishnan. Dat maakt het onderzoek naar antiverouderingstherapieën buitengewoon complex. Maar dankzij de miljarden die hierin worden geïnvesteerd, wordt het steeds minder ondenkbaar dat we via medicatie onze levensduur zouden kunnen verlengen. Ramakrishnan roept op om goed na te denken over de mogelijke gevolgen daarvan. Hij waarschuwt dat we niet dezelfde fout mogen maken als bij sociale media, die destijds met veel enthousiasme werden omarmd zonder stil te staan bij de nadelen. Het verlies van privacy, de commercialisering van het individu door grote bedrijven, overheidscontrole en de verspreiding van misinformatie, vooroordelen en haat: allemaal problemen die we te laat onderkenden. "We kunnen het ons niet veroorloven om slaapwandelend af te koersen op een wereld waarop we onvoldoende zijn voorbereid." Een van die risico's is een nog diepere kloof tussen arm en rijk. Het zullen waarschijnlijk eerst de rijken zijn die hun leven kunnen verlengen, terwijl de armen - die nu al korter leven en vaker in slechte gezondheid verkeren - achterblijven. Ook ons pensioenstelsel is niet ingesteld op een fors stijgende levensverwachting. Tenzij we verwachten dat een steeds kleinere groep jongeren een groeiend aantal gepensioneerden onderhoudt, is er dan maar één oplossing: mensen zullen langer moeten werken. Voor mensen met een comfortabele, goedbetaalde kantoorbaan is dat best haalbaar, maar voor wie een fysiek zware of mentaal belastende job heeft, wordt dat een veel grotere uitdaging. Een langere levensduur zou ook kunnen leiden tot een gerontocratie waarin ouderen zich vastklampen aan prestigieuze posities en zo de carrièrekansen van jongeren beperken. Ramakrishnan ziet dit fenomeen al ontstaan in Amerikaanse en Britse universiteiten. Doordat er geen verplichte pensioenleeftijd bestaat, blijven oudere hoogleraren lang aan het hoofd van een labo of departement - ook al gaan hun cognitieve vaardigheden erop achteruit - en hebben jonge onderzoekers minder doorgroeikansen. Ramakrishnans belangrijkste bezwaar is dat de mens nooit genoeg zal hebben. Zelfs als de wetenschap ons in staat stelt om 150 jaar oud te worden, zullen we nog langer willen leven --tot 200, misschien zelfs 300 jaar. Alles om onze sterfelijkheid niet in het gezicht te moeten kijken. Maar de harde waarheid is dat veroudering al begint in de baarmoeder. We zijn gemaakt om te sterven. De beste benadering, zo stelt hij, is om ons niet volledig te verliezen in de zoektocht naar eeuwig leven, en om de simpelste remedies toe te passen om zo lang mogelijk in goede gezondheid te leven: gezond eten, regelmatig bewegen, voldoende slapen en genieten van het leven zolang het duurt.