...

Fluvoxamine is een SSRI. In verband met covid-19 kwam het middel onder de aandacht omdat al eerder - bij een diermodel en bij menselijke cellen in vitro - aangetoond is dat het anti-inflammatoire eigenschappen heeft. Bovendien bleek in 2020 uit een kleine studie dat fluvoxamine bij ambulante patiënten het risico van klinische verergering kon beperken, maar methodologische onvolkomenheden lieten weinig ruimte voor conclusies. De studie in The Lancet Global Health heeft 1.497 patiënten gerekruteerd in eerstelijns gezondheidsvoorzieningen (1). Alle deelnemers hadden klachten die suggestief waren voor covid-19 of een positieve diagnostische test, plus één of verschillende risicofactoren voor een ongunstige evolutie zoals obesitas of hartlijden. De deelnemers werden gerandomiseerd naar fluvoxamine (2 x 100 mg/dag, 10 dagen, n=741) of placebo (n=756). Het onderzoeksteam, de behandelaars en de patiënten werden niet op de hoogte gebracht van wat er precies werd toegediend, fluvoxamine of placebo. Het samengestelde primaire eindpunt betrof een verblijf op de spoeddienst gedurende meer dan zes uur of hospitalisatie binnen een tijdspanne van 28 dagen vanaf aanmelding. De resultaten wezen uit dat 11% van de patiënten in de fluvoxaminegroep het primaire eindpunt haalde versus 16% in de placebogroep (relatief risico: 0,68; 95% Bayesian credible interval 0·52-0·88). De publicatie van deze resultaten kreeg een lauw onthaal. Onderzoeker en cardioloog Otavio Berwanger looft in The Lancet Global Health vooral het degelijke protocol en dito uitvoering van de studie (2). Maar net zoals farmacoloog Penny Ward in een interview met Science Media Centre (3) stelt hij vast dat de studie geen sluitende ge- gevens oplevert over harde eindpunten zoals de mortaliteit en het risico op hospitalisatie. Uit de intention-to- treat-analyse bleek dat er 17 overlijdens waren in de fluvoxaminegroep en 25 in de placebogroep. Het ging echter niet om een primair eindpunt, bij gebrek aan study power. Het verschil tussen de fluvoxaminegroep en placebogroep voor het primaire eindpunt werd vooral gedreven door een verschil in verblijf op intensieve zorg gedurende meer dan 6 uur, niet in hospitalisatie. Voor verblijf op intensieve zorg bedroeg het relatieve risico van de fluvoxaminegroep ten opzichte van de placebogroep 0,19 (p=0,0001), voor hospitalisatie was dat 0,77 (p=0,1). Bovendien was de populatie relatief jong, met in beide onderzoeksgroepen een meerderheid van mensen jonger dan 50 jaar, en omvatte veel vrouwen (58%). Ze is dus niet echt representatief voor een hoogrisicopopulatie, terwijl men nu net vooral die wil beschermen. Het weinig overtuigende karakter van de studie is jammer, want fluvoxamine is goedkoop en behoeft geen bijzondere maatregelen voor transport en verspreiding. Een middel met dergelijke eigenschappen zou welkom zijn in landen met een beperkte toegang tot vaccinatie. Ook gevaccineerde populaties zouden er baat bij hebben, mocht blijken dat het middel de klachten bij doorbraakinfecties mildert. Daarover hebben we helemaal geen informatie, want gevaccineerde personen werden uit de studie geweerd.