...

Een elektrische fiets heeft een motor die trapondersteuning biedt. Sensoren meten de trapkracht en de trapsnelheid van de fietser, en een computer berekent daaruit hoeveel ondersteuning op dat moment nodig is. De elektromotor van de e-bike levert dan de benodigde kracht op de trap as. Daardoor moeten gebruikers van een elektrische fiets minder hard trappen dan wie met een gewone fiets rijdt, en kunnen ze bijvoorbeeld sneller fietsen zonder zich in het zweet te werken - handig voor wie naar het werk pendelt.Een groep wetenschappers - waaronder vorsers van het VITO en de Universiteit Hasselt - heeft nu onderzocht of gebruikers van een e-bike meer of minder fysiek actief zijn dan gewone fietsers (1). Ze volgden daarvoor 10.000 mensen in zeven Europese steden, waaronder Antwerpen.De onderzoekers drukken die inspanningen uit in METs (Metabolic Equivalent Task), een maatstaf voor de hoeveelheid energie die een bepaalde fysieke inspanning kost. Volgens het onderzoek gebruiken gewone fietsers wekelijks gemiddeld 4.085 METs, bij de e-fietsers was dat 4.463 METs of zowat 10% meer. Ondanks de trapondersteuning waren de e-fietsers dus meer fysiek actief. Het verschil wordt verklaard doordat e-bikers vaker en langer fietsen. De e-bikers rapporteerden aanzienlijk langere gemiddelde reisafstanden (9,4 km) dan gewone fietsers (4,8 km).De onderzoekers besluiten dat e-bikes verdienen gepromoot te worden als gezond en duurzaam vervoermiddel. Er is wel één cruciale randvoorwaarde: de fietsinfrastructuur dient aangepast te worden aan de hogere snelheden die een e-bike mogelijk maakt. Zoniet dreigt de positieve gezondheidsimpact ongedaan gemaakt te worden door een hoger aantal ongevallen.