Een wet van 20 juli 2022 tot wijziging van de wet van 10 mei 2007 ter bestrijding van bepaalde vormen van discriminatie (Staatsblad 17 oktober) heeft de woorden 'huidige of toekomstige gezondheidstoestand' vervangen door het woord 'gezondheidstoestand'. De oorspronkelijke regeling bood volgens de toelichting onvoldoende bescherming aan een persoon die in het verleden bijvoorbeeld kanker had en een baan ontzegd wordt.
...
Artikel 14 van de wet van 10 mei 2007 ter bestrijding van bepaalde vormen van discriminatie verbiedt elke vorm van discriminatie in de 'aangelegenheden' die onder het toepassingsgebied van deze wet vallen. Volgens artikel 3 heeft deze wet tot doel een algemeen kader te creëren voor de bestrijding van discriminatie op grond van onder meer leeftijd, seksuele geaardheid, een handicap, een fysieke of genetische eigenschap of sociale afkomst. Oorspronkelijk werd in deze opsomming ook de 'huidige of toekomstige gezondheidstoestand' vermeld. Een wet van 20 juli 2022 tot wijziging van de wet van 10 mei 2007, bekend gemaakt in het Staatsblad van 17 oktober heeft de woorden 'huidige of toekomstige gezondheidstoestand' vervangen door het woord 'gezondheidstoestand'. Aan de basis van deze wijziging ligt een wetsvoorstel (het initiatief ging dus niet uit van de regering, dan is sprake van een wetsontwerp), ingediend door kamerleden van alle meerderheidspartijen. De oorspronkelijke regeling bood volgens de toelichting onvoldoende bescherming aan een persoon die in het verleden bijvoorbeeld kanker had en een baan ontzegd wordt, omdat zijn werkgever vreest dat hij of zij zal hervallen. Het voorstel werd zonder veel discussie goedgekeurd. De Raad van State werd niet om advies gevraagd. Tot de 'aangelegenheden' waarin iedere discriminatie verboden is, behoren onder meer de sociale bescherming, met inbegrip van de sociale zekerheid en de gezondheidszorg; de sociale voordelen; de arbeidsbetrekkingen of het lidmaatschap van een organisatie waarvan de leden een bepaald beroep uitoefenen. Verzekeringen worden daarin niet vermeld. De wet op de verzekeringen erkent wel 'het recht om vergeten te worden'. Personen die getroffen werden of worden door een kankeraandoening, ongeacht het type, en die een verzekering willen aangaan moeten die aandoening melden aan hun verzekeraar. Het is de verzekeringsonderneming echter verboden om bij het verstrijken van een termijn van acht jaar (aanvankelijk 10 jaar; aangepast bij wet van 30 oktober 2022, Staatsblad 17 november; voor jongeren van minder dan 21 jaar, 5 jaar sedert deze wetswijziging) na het succesvol beëindigen van de behandeling en voor zover er geen herval plaatsvond binnen deze termijn, deze kankeraandoening in acht te nemen bij het bepalen van de huidige gezondheidstoestand. Onder het succesvol beëindigen van de behandeling wordt begrepen de datum waarop de actieve behandeling van de kankeraandoening werd beëindigd, in afwezigheid van een nieuwe opstoot van kanker. Maar dat recht om vergeten te worden geldt niet voor levensverzekeringen. Een decreet van 28 oktober 2022 tot oprichting van een Vlaams Mensenrechteninstituut (VMRI) werd bekend gemaakt in het Staatsblad van 9 november. Iedereen kan, al dan niet anoniem, bij het VMRI een melding doen van een schending van de mensenrechten. Ook kunnen klachten worden ingediend over discriminatie. Die worden behandeld door de geschillencommissie die bevoegd is om niet-bindende uitspraken te doen.