Aanvragen voor de Zorgtoeslag, dat is de tegemoetkoming voor kinderen met een aandoening, beperking of (een vermoeden van) handicap in het Groeipakket, worden sneller verwerkt. In november werden 1.744 dossiers verwerkt, zo'n 1.000 meer dan het maandelijkse aantal in de eerste helft van dit jaar. Het resultaat van onder meer een verdubbeling van het aantal evaluerend artsen.
...
Dat heeft Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Hilde Crevits (CD&V) bekend gemaakt in het Vlaams parlement naar aanleiding van een vraag van Ann De Martelaer (Groen).Ouders kunnen een Zorgtoeslag - voluit 'Zorgtoeslag voor kinderen met een specifieke ondersteuningsbehoefte' - aanvragen via de uitbetaler van hun Groeipakket (zie blz. 24 in deze krant voor aanwijzingen bij het invullen van het medisch inlichtingenformulier). Het bedrag in kwestie varieert naargelang de specifieke ondersteuningsbehoefte van het kind. De mate van ondersteuning wordt vastgesteld door een 'evaluerend arts' van het agentschap Opgroeien. Het evaluatieproces kampt echter met een achterstand, met wachttijden tot gevolg. Zodanig dat de minister in juni jl. een vereenvoudigde procedure invoerde. Ze breidde ook het aantal evaluerende artsen uit. Waar er voor de zomer 22 artsen erkend door Opgroeien dossiers evalueerden, zijn dat er begin december 49 (drie in een inscholingstraject), vertelt woordvoerder Carmen De Rudder aan Artsenkrant. "Dankzij verschillende inspanningen hebben we de afgelopen maanden meer artsen kunnen aantrekken. Het profiel van de evaluerend artsen is divers: het gaat om artsen afgestudeerd als huisarts, jeugdgezondheidsarts of kinderarts; artsen die werken als consultatiebureauarts en evaluerend arts; artsen die gestopt zijn met hun huidige opleiding en een pauze nemen om te herbronnen; gepensioneerde artsen; artsen in afwachting van de start van een opleiding..." De maatregelen lijken vruchten af te werpen: in de eerste helft van het jaar werden er maandelijks gemiddeld 750 evaluaties uitgevoerd, in november waren dat er 1.744. Het aantal openstaande aanvragen is intussen met 16% gedaald. "Het aantal te evalueren dossiers blijft evenwel zeer hoog", geeft De Rudder toe. "De nieuwe artsen zijn zich nog aan het inwerken. Daarnaast is niet alleen het aantal artsen, maar ook de tijd die zij kunnen of willen besteden aan het evalueren van zorgtoeslagdossiers van belang. De totale werktijd, uitgedrukt in voltijdse equivalenten, volstaat nog niet." De minister kondigde in het Vlaams parlement bijkomende maatregelen aan om de wachttijden en de werkdruk voor de evaluerend artsen nog verder te verminderen. Zo wordt onder meer de definitie van evaluerend arts uitgebreid zodat adviserend artsen in dienst van het agentschap Opgroeien mee evaluaties kunnen uitvoeren. De minister beloofde ook een betere verloning voor de evaluerend artsen. Verder komt de klemtoon (meer) op digitalisering. Carmen De Rudder: "We proberen zoveel mogelijk gegevens die beschikbaar zijn te hergebruiken en de aanvraagprocedure te vergemakkelijken. Zo kan een huisarts of GMD-houdend arts via e-Health gegevens doorsturen voor het aanvraagdossier van de Zorgtoeslag. Dat verlicht het werk van de huisarts én van het gezin. Ook voor dossierbehandelaars versnelt dit de manier van werken, want er bestaat zekerheid over de identiteit van de arts én de volledigheid van de gegevens."