Vijf afleveringen lang focussen we op muziek en leven van Ludwig van Beethoven die 250 jaar geleden geboren werd. Telkens leiden uitstekende opnames ons naar 5 diverse thema's die het beeld van Beethoven scherper stellen. Vandaag het laatste deel: hoe Beethoven uit één banaal walsje 33 muzikale wonderen puurde.
...
Beethovens opus 120, een werk voor piano dat ongeveer een uur duurt, heet officieel: 33 Veränderungen über einen Walzer von Anton Diabelli. Het is beter bekend onder de naam Diabelli Variaties.Aanleiding voor de compositie was een vraag van de Weense muziekuitgever Anton Diabelli, zelf een pianist-gitarist en componist van eenvoudige muziekjes. Om geld in het laatje te brengen van zijn jonge muziekuitgeverij stuurde hij in 1819 een zelf gecomponeerd walsje naar tal van bekende pianist-componisten in Wenen met de vraag er een variatie voor piano op te componeren. Het leverde 50, erg verscheiden, variaties op met daarin bijdragen van Johann Nepomuk Hummel, Carl Czerny, Franz Schubert of de elfjarige Franz Liszt.Ook Beethoven kreeg een uitnodiging van Anton Diabelli, maar hij wilde er aanvankelijk niet op ingaan. Een niet zo betrouwbare bron vermeldt dat hij het banale walsje als 'het werk van een schoenlapper' bestempelde en zich met zoiets niet belachelijk wou maken.Beethoven wist echter maar al te goed dat een zogenaamd thema op zich geen groot kunstwerk hoeft te zijn om geschikt te zijn als model voor variaties. Hij moet al snel het potentieel van de Diabelli-wals gezien hebben. Iets moet hem getriggerd hebben om ermee aan de slag te gaan. Beethoven toverde een paar variaties uit zijn pen en beloofde Anton Diabelli dat hij er niet één, maar 6 of 8 zou leveren. Uiteindelijk maakte hij er in 1819 zelfs 23, maar liet ze dan toch in zijn lade liggen. De komende drie jaar zou Beethoven aan grootse composities werken als de Missa Solemnis en de fascinerende late pianosonates (opus 109 tot 111).Wanneer de publicatie van de 50 variaties van Beethovens collega's in zicht komt, trekt Diabelli de maestro nog eens aan de mouw met een aantrekkelijk financieel voorstel. Beethoven componeert in de winter van 1822-23 nog eens tien variaties en levert uiteindelijk de 33 Veränderungen op Diabelli's walsthema.Die laatste beseft meteen dat hij een meesterwerk in handen krijgt en beslist Beethovens bijdrage naast de 50 variaties van de andere componisten uit te geven. "We presenteren een werk dat niet onder het hoofdstuk gewone variaties valt", schrijft Diabelli in de aankondiging. "Het is een groots en belangrijk meesterwerk dat het waard is gerangschikt te worden naast de onverwoestbare creaties van de oude Klassieken. Een werk dat alleen Beethoven, de grootste levende representant van de ware kunst, alleen hij en niemand anders kan produceren. De meest originele structuren en ideeën, de meest gedurfde muzikale idiomen en harmonieën, ze zijn er in overvloed..."Ook al diende deze omschrijving in de eerste plaats om de verkoop aan te zwengelen, er is geen woord van gelogen. Beethoven leverde een krachttoer en verlegde de grenzen van het variatiegenre.Dat Beethoven in zijn titel niet van Variationen maar van Veränderungen spreekt, duidt op het feit dat hij de wals telkens wist te transformeren, dat hij fundamenteel ingreep in het opgegeven thema. Telkens haalt hij er elementen uit waar hij vanuit een grote vrijheid mee aan de slag gaat. Daarbij verwijst hij vlotjes naar Bach, Haydn en Mozart. Hij neemt de wals van Diabelli flink op de korrel, hij parodieert, knipoogt en hijst zich op naar het niveau dat hij bereikte in de grote meesterwerken die net daarvoor nog op zijn tafel lagen. De 50-plusser die nog maar drie jaar te leven had, toont zich op het hoogtepunt van zijn kunnen en staat daarmee eenzaam aan de top.Ondanks de lovende woorden van Anton Diabelli waren de Weense pianisten niet meteen klaar om Beethovens meesterwerk uit te voeren. Het 'onspeelbaar' geachte werk werd pas in 1856, bijna 30 jaar na Beethovens dood, door Hans von Bülow in Berlijn gespeeld. Vandaag worden de legendarische Diabelli Variaties door de grote pianisten vertolkt.De Oostenrijker Rudolf Buchbinder (73) is al meer dan 50 jaar vertrouwd met het piano-oeuvre van Beethoven. Hij zorgt in dit Beethoven-jaar voor een bijzonder project: een nieuwe opname van de Diabelli Variaties combineert hij met een selectie uit de bijdragen van Beethovens collega's. Zo komen de Diabelli-variaties van de hogergenoemde componisten aan bod, naast die van Ignaz Moscheles of van Mozarts zoon Franz Xaver.Buchbinder vroeg tot slot ook 11 componisten om een nieuwe Diabelli-variatie te schrijven. En zo zorgen de bijdragen van Lera Auerbach, Toshio Hosokawa, Max Richter, Tan Dun of Jörg Widmann ervoor dat het niemendalletje van Diabelli in het hedendaagse licht weer helemaal kan stralen. De dubbel-cd The Diabelli Project van Rudolf Buchbinder is uit bij Deutsche Grammophon - 483 7707