...

Toen Caroline Gennez in september vorig jaar in de regering Diependaele Vlaams minister van Welzijn, Armoedebestrijding, Cultuur en Gelijke Kansen werd, zorgde ze voor een primeur. Voor het eerst kreeg een socialist dit departement in de Vlaamse regering in handen. Sinds het ontstaan van de Vlaamse regering in 1981 behoorden welzijn en gezondheidszorg haast exclusief tot de bevoegdheden die de christendemocraten naar zich toetrokken. Enkel tijdens het paars-groene intermezzo van 1999 tot 2003 werd het departement in de persoon van Mieke Vogels bestierd door de ecologisten. Bij het aantreden van Gennez als Vlaams minister viel op dat er voor volksgezondheid of gezondheidszorg geen plaats was bij de bevoegdheden in haar titel. Enkel Welzijn wordt erin vernoemd. Bij haar voorgangers kreeg gezondheid wel een plaats in de titulatuur. Maar daar moet niets achter gezocht worden, zet Gennez meteen de puntjes op de i. "Wie mijn beleidsnota heeft gelezen, kan zien dat het gaat om Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding. Aangezien ik ook bevoegd ben voor Cultuur en Gelijke Kansen is dit in mijn titulatuur afgekort naar Vlaams minister van Welzijn en Armoedebestrijding, Cultuur en Gelijke Kansen. Ik denk in alle eerlijkheid niet dat de burgers wakker liggen van welke termen er in een titel staan. Wel over hoe en waar ze terecht kunnen voor zorg en ondersteuning wanneer ze problemen ervaren. Daar wil ik volop op inzetten." In de beleidsnota zet Caroline Gennez vijf prioritaire werven uit waarvan mentaal welzijn er één is. Maar in haar beleid wil ze uiteraard ook andere aspecten van gezondheidszorg aan bod laten komen. Lees hier het vervolg.