De prestigieuze Koningin Elisabethwedstrijd kent een vierjaarlijkse cyclus met opeenvolgend viool, piano, cello, en dit jaar, zang. Het biedt een platform om jonge zangtalenten - tussen 18 en 33 jaar - te ontdekken, die klaar zijn voor een internationale carrière. Wat de wedstrijd zo uniek maakt, is het element van competitie, dat je niet vindt in het reguliere concertcircuit. Dat leidt tot een smaakvolle cocktail die volle concertzalen trekt en een breed publiek, dat kan genieten via diverse kanalen.
...
Deze keer is het dus aan de stemmen. Midden de jaren 1980 waren bas-bariton José Van Dam en toenmalig directeur van de Muntschouwburg Gerard Mortier de pleitbezorgers voor een wedstrijd die jonge zangers kon helpen bij de opbouw van hun carrière. De Koningin Elisabethwedstrijd hapte uiteindelijk toe. De internationale zangerswereld is een bikkelharde wereld met veel concurrentie. Het is ook de meest persoonlijke discipline waar het individuele stemgeluid via een geraffineerde stemtechniek ingezet moet worden om eigen gevoelens, maar vooral ook die van personages of dichters te verklanken. Dat vraagt veel training maar ook karakter, persoonlijkheid en heel veel talent. De ideale verhouding tussen technische perfectie en artistieke rijpheid, het wankele evenwicht tussen het respect voor de partituur en de inbreng van een grote persoonlijkheid, zorgen keer op keer voor geanimeerde discussies. Daarom heeft deze wedstrijd zo'n grote aantrekkingskracht op een breed publiek en op jonge zangers die staan te popelen om de grote podia te betreden. Maar liefst 412 kandidaten uit heel de wereld schreven zich voor deze editie in. Op basis van ingezonden opnames mochten 64 zangers zich live melden voor de eerste ronde.Tijdens de halve finale in Flagey in Brussel treden op 24 en 25 mei de 24 uitverkoren zangers op met een recital onder pianobegeleiding. Twaalf van hen zullen doorstoten naar de finale waarin ze begeleid worden door het Symfonieorkest van de Munt. Elke avond vertolken vier finalisten drie tot zes werken naar keuze, waaronder één opera-aria, in minimum twee verschillende talen.Thomas Blondelle haalde in 2011 de tweede prijs op de Koningin Elisabethwedstrijd, en bouwde een schitterende internationale carrière uit (afgelopen weken stond hij in de Deutsche Oper Berlin, Bayerische Staatsoper München en de Opéra National de Lorraine). Na zijn ervaring in Brussel moedigde hij jonge zangers aan om zoveel mogelijk het podium te betreden. "Durf een eigen stijl hebben", was zijn devies. "Is je stem te breed, te smal, te hoog, te laag, ben je te groot, klein, te dik, tejong, te oud? Moet je geen Mozart zingen of juist wel? Laat de commentaren maar over je heen komen. Doe het zoals je zelf wil, uiteraard bijgestaan door competente mensen die je bijsturen. Probeer ook niemand te imiteren, want die bestaat al. Durf jezelf uit te vinden. Zelf heb ik moeten leren om te durven vertrouwen op mijn voorbereiding. Ik kende het podium, de sfeer, ja misschien zelfs de 'geur' van de Koningin Elisabethwedstrijd sinds mijn kindertijd en dat verleent het geheel een soort aura van heiligheid. Als je daar dan staat dan besef je dat ernaar kijken véél erger is dan het zelf moeten doen. Durf gewoon op het podium stappen en doe je ding."